Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
4.41 De rechtbank gelast de wijze van verdeling als volgt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
vordering 1)
vordering 2)
vordering 3)
€ 28.171,29 (€ 29.371,29 -/- € 1.200,-). Dat komt overeen met het bedrag waarvan ook de vrouw heeft becijferd dat zij dit aan de man is verschuldigd (namelijk € 28.168,- + € 3,06 = € 28.171,-). Dat betekent dat in het kader van dit kort geding er vanuit gegaan kan worden dat de vrouw aan de man uit hoofde van de beschikking van de rechtbank van [2024] een bedrag van € 28.171,- is verschuldigd.
€ 28.171,- reeds een bedrag van € 24.021,06 heeft voldaan, Dat betekent dat van het totaal verschuldigde bedrag van € 28.171,- nog een bedrag van € 4.149,94 resteert. De voorzieningenrechter zal de vrouw veroordelen om dit bedrag aan de man te voldoen.
€ 2.668,- dat de vrouw al aan hem heeft voldaan, en nog een tweede voorschot van € 10.000,-. Ten aanzien van het voorschot van € 40.000,- voert de man aan dat de ABN Amro bank in 2023 het krediet van de VOF heeft opgezegd. Partijen zijn om die reden een bedrag van € 76.530,42 aan de ABN Amro verschuldigd. Dit bedrag dient nog te worden vermeerderd met rente en kosten, zodat het totaal aan de ABN Amro verschuldigde bedrag ongeveer € 80.000,- zal bedragen. ABN Amro heeft deurwaarder Flanderijn ingeschakeld, die tot incasso van het openstaande bedrag zal overgaan. De man is van mening dat partijen ieder de helft van het bedrag van € 80.000,- onder de deurwaarder moeten storten, om te voorkomen dat verdere incassomaatregelen worden genomen. Het aanvullende voorschot van € 10.000,- is volgens de man nodig om advieskosten te dekken die gemaakt zullen moeten worden in verband met advies over splitsing van de B.V. en de pensioenvoorziening die in de B.V. is opgebouwd.
4.17 Partijen zijn het erover eens dat de activa van de v.o.f./eenmanszaak aan de man moeten worden toegedeeld, omdat hij de onderneming als eenmanszaak voortzet, onder de verplichting voor hem om de passiva van de v.o.f./eenmanszaak voor zijn rekening te nemen en te voldoen. In het geval de waarde van de activa per 1 februari 2023 hoger is dan de waarde van de passiva per die datum, moet de man de helft van die (positieve) waarde aan de vrouw vergoeden. In het geval de waarde van de passiva per 10 februari 2023 hoger is dan de waarde van de activa per die datum, zijn partijen intern voor de helft van de (negatieve) waarde draagplichtig. Wie van beide partijen een vordering heeft op de ander, zal pas blijken als de afwikkeling van de ontbonden v.o.f. heeft plaatsgevonden tussen partijen. […].”
€ 66.288,92 heeft ontvangen. Daarnaast heeft hij zijn 1/4e aandeel in de aandelenrekening bij de Saxobank van € 12.792,- ontvangen, en heeft de vrouw aan hem een bedrag van € 26.686,- voldaan uit hoofde van verdeling van de huwelijksgemeenschap en afwikkeling van de VOF. Daar staat echter tegenover dat de man recentelijk een bedrag van € 10.000,- aan de belastingdienst heeft betaald ter zake de schuld IB/ZVW 2022, en dat hij onweersproken heeft gesteld dat hij het restant van € 38.109,- ook op korte termijn zal moeten voldoen omdat hij geen verder uitstel van betaling van de Fiscus heeft gekregen. Daarnaast heeft de man aangevoerd dat hij sinds 1 maart 2024 geen inkomsten uit arbeid meer heeft, omdat zijn opdrachtgever de opdracht onverwacht heeft beëindigd. De man heeft dus geen inkomsten, maar dient wel de kosten van zijn levensonderhoud te betalen, waaronder een bedrag van € 4.250,- per maand aan huur voor zijn woning in Duitsland. Verder heeft de man aanzienlijke advocaatkosten moeten maken, waaronder voor dit kort geding een bedrag van € 9.981,21. De man verkeert al met al dus in een financieel penibele situatie. Dat betekent dat er naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende onverwijlde spoed is om het door de man verzochte voorschot toe te kunnen wijzen.
€ 9.981,20, te vermeerderen met griffierecht en nakosten. De voorzieningenrechter zal deze vordering afwijzen. Partijen zijn gewezen echtgenoten, zodat de proceskosten tussen hen op grond van artikel 237 Rv zullen worden gecompenseerd in die zin dat ieder van hen de eigen kosten draagt.