ECLI:NL:RBMNE:2024:5788

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
10 oktober 2024
Zaaknummer
10554786 / UC EXPL 23-3981
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtinbreuk door publicatie van foto zonder toestemming op website

In deze zaak heeft het B.V. Algemeen Nederlands Persbureau ANP (hierna: ANP) een rechtszaak aangespannen tegen MEDE H.O.D.N. [handelsnaam] (hierna: [gedaagde]) wegens auteursrechtinbreuk. ANP stelt dat [gedaagde] zonder toestemming een foto van de uitreiking van de Nipkow-schijf in 2019 op haar website heeft geplaatst. [gedaagde] betwist dit en beweert dat zij een 'still' van een uitzending heeft gebruikt, en niet de foto van ANP. De kantonrechter heeft vastgesteld dat ANP auteursrechthebbende is van de foto en dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op dit auteursrecht door de foto zonder toestemming te publiceren.

De kantonrechter heeft de vordering van ANP toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 462,16, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan ANP, die zijn begroot op € 391,84. De tegenvordering van [gedaagde] is afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelt dat ANP geen inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van [gedaagde] met betrekking tot het kistje dat op de foto te zien is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er impliciet toestemming is gegeven voor de openbaarmaking van het kistje, gezien de jarenlange samenwerking tussen [gedaagde] en Nipkow.

Het vonnis is uitgesproken door mr. N.A.J. Purcell op 9 oktober 2024 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor partijen om toestemming te verkrijgen voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10554786 \ UC EXPL 23-3981
Vonnis van 9 oktober 2024
in de zaak van
B.V. ALGEMEEN NEDERLANDS PERSBUREAU ANP,
te Den Haag,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: ANP,
gemachtigde: Rosmalen Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde] , MEDE H.O.D.N. [handelsnaam],
te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Daarna is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

2.1.
Het betreft een fotozaak. ANP stelt dat [gedaagde] één van haar foto’s tijdelijk op haar website heeft geplaatst zonder dat zij daarvoor een licentie had afgesloten. [gedaagde] betwist dat en stelt dat de foto op haar website afkomstig is van een door haar gemaakte “still” van een uitzending van [programma] . Vordering van ANP wordt toegewezen. De door [gedaagde] ingestelde tegenvordering wordt afgewezen.
3. Waar gaat de zaak over?
3.1.
[gedaagde] maakt onder de naam [handelsnaam] handgemaakte kistjes, waaronder het kistje voor de Zilveren Nipkowschijf. Op haar website stond enige tijd een foto geplaatst waarop [A] te zien is met in zijn hand de op [datum] 2019 aan hem uitgereikte Nipkowschijf in een (door [handelsnaam] gemaakte) houten kistje.
3.2.
Volgens ANP betrof deze foto haar auteursrechtelijk beschermd werk en heeft [gedaagde] deze foto zonder toestemming op haar website geplaatst. ANP heeft daarop [gedaagde] in december 2019 geschreven en gesommeerd de foto te verwijderen en daarnaast een schadevergoeding gevorderd. [gedaagde] heeft de foto verwijderd van haar website. Zij weigert echter de schadevergoeding te betalen, omdat zij niet de foto van ANP heeft gebruikt maar een ‘still’ van een uitzending van [programma] van [datum] 2019. De gelijkenis met de foto van ANP betreft volgens [gedaagde] dan ook puur toeval.
3.3.
ANP heeft daarop een procedure aanhangig gemaakt en betaling gevorderd van in totaal € 462,16 aan schadevergoeding. [gedaagde] heeft op haar beurt een tegenvordering ingesteld ter hoogte van € 1.610,- vanwege een auteursrechtinbreuk door ANP door het (zonder toestemming) in beeld brengen van haar auteursrechtelijk beschermde kistje en vanwege door haar gemaakte (proces)kosten.

4.De beoordeling

in conventie
Auteursrechtinbreuk
4.1.
Op grond van artikel 1 Auteurswet (Aw) heeft de auteursrechthebbende op een foto als enige het recht om die foto openbaar te maken en te verveelvoudigen. Anderen mogen dat alleen met voorafgaande toestemming, een licentie.
4.2.
[gedaagde] heeft niet betwist dat ANP auteursrechthebbende is van de in haar databank opgenomen foto, zodat de kantonrechter dit als vaststaand aanneemt. Zij betwist daarentegen wel dat zij gebruik heeft gemaakt van de foto van ANP. Volgens [gedaagde] heeft zij gebruik gemaakt van een ‘still’ van de uitzending van [programma] en betreft de gelijkenis puur toeval. Ter onderbouwing verwijst zij naar een schermafbeelding van [website] (productie 1, [gedaagde] ).
4.3.
De kantonrechter ziet anders dan ANP geen reden om aan de geloofwaardigheid van de verklaring van [gedaagde] te twijfelen. Dat zij in eerste instantie tegenover de gemachtigde van ANP het NOS journaal als bron aangaf, maakt dit niet anders. Het maken van een dergelijke vergissing is, zeker als er enige tijd overheen is gegaan, voorstelbaar. Dit geldt ook voor het door haar in haar antwoord genoemde jaartal 2020. Uit de door haar overgelegde productie blijkt duidelijk dat zij het jaar 2019 heeft bedoeld en dat het noemen van 2020 een kennelijke verschrijving betreft.
4.4.
Het verweer baat haar echter niet. Uit de door [gedaagde] overgelegde schermafbeelding blijkt namelijk dat het door [programma] getoonde beeld één op één overeenkomt met de foto van ANP. Uit de overgelegde schermafbeelding kan niet zonder meer worden opgemaakt of het een filmopname van [programma] van het evenement zelf betreft of dat in de uitzending op dat moment een foto (de foto van ANP) wordt getoond. Gelet echter op het feit dat de schermafbeelding volledig gelijk is – ook qua hoek, kleur en belichting – aan de foto van ANP (zoals blijkt uit productie 6, ANP), gaat de kantonrechter er vanuit dat [programma] in haar uitzending de foto van ANP heeft getoond.
4.5.
[gedaagde] heeft niet het recht om een ‘still’ van de door [programma] in haar reportage getoonde foto van ANP zonder toestemming of bronvermelding op haar website te plaatsen. Daar waar [programma] voor het gebruik van de foto van ANP een beroep kan doen op de uitzondering van artikel 16a Aw, heeft [gedaagde] dit recht niet.
4.6.
Dat de betreffende foto enige tijd op haar website heeft gestaan zonder dat zij daarvoor de noodzakelijke toestemming had, erkent [gedaagde] zodat de kantonrechter dit als vaststaand aanneemt. Dat betekent dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van ANP en dat zij aansprakelijk is voor daardoor door ANP geleden schade.
Schadevergoeding
4.7.
Bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding die ANP toekomt wegens inbreuk op haar auteursrecht op de foto, moet als uitgangspunt worden genomen de licentievergoeding die betaald had moeten worden, als wel om toestemming voor plaatsing zou zijn gevraagd. Het missen van die licentievergoeding is in beginsel de schade die de auteursrechthebbende lijdt. ANP heeft onweersproken en gemotiveerd gesteld dat zij gebruikelijk een vergoeding hanteert van € 181,50 per (gedeelte van een) jaar. Dit bedrag zal worden toegewezen.
4.8.
De kantonrechter acht daarnaast een opslag van 25% als schadevergoeding redelijk wegens afbreuk aan zelfbeschikkingsrecht. Een en ander is door ANP onderbouwd en door [gedaagde] op zichzelf niet betwist. Dit komt neer op een bedrag van € 45,38.
4.9.
Dit betekent dat een bedrag van € 226,88 (€ 181,50 + € 45,38) aan schadevergoeding wordt toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over het bedrag aan schadevergoeding zal worden toegewezen als gevorderd.
Kosten
4.10.
Omdat het in deze procedure gaat om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten is artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van toepassing. Op grond van dat artikel wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Bij de vaststelling van de redelijke en evenredige kosten ex artikel 1019h Rv gaat de kantonrechter uit van de Indicatietarieven in IE-zaken, versie 1 april 2017. Het gaat in deze zaak in essentie om een eenvoudige inbreukkwestie met een beperkt feitencomplex en een beperkt financieel belang. Voor zulke zeer eenvoudige, niet bewerkelijke bodemzaken schrijven de Indicatietarieven in IE-zaken voor dat de kostenvergoeding wordt berekend op basis van het liquidatietarief.
4.11.
De opsporingskosten die in deze procedure worden gevorderd zijn door het ANP onderbouwd met een specificatie. Deze kosten van € 175,- worden redelijk geacht. ANP heeft ook recht op vergoeding van buitengerechtelijke kosten van € 60,28, omdat zij heeft laten zien dat zij die kosten in redelijkheid heeft gemaakt en de omvang daarvan ook redelijk is.
4.12.
De proceskosten worden aan de zijde van het ANP begroot op € 107,84 aan explootkosten, € 128,- aan griffierecht en € 156,- aan salaris gemachtigde, totaal € 376,98.
in reconventie
4.13.
[gedaagde] heeft een tegenvordering ingediend ter hoogte van in totaal een bedrag van € 1.610,- vanwege door haar gemaakte (juridische) kosten in de procedure ter hoogte van € 1.250,- enerzijds en vanwege inkomstenderving door de auteursrechtinbreuk van ANP op [gedaagde] ter hoogte van € 360,- anderzijds.
4.14.
Geen van beide vorderingen is toewijsbaar.
4.15.
Op grond van artikel 237 Rv wordt de partij die in het ongelijk wordt gesteld in de proceskosten van de ander veroordeeld. De kosten die de verliezende partij heeft gemaakt, komen niet voor vergoeding in aanmerking. Aangezien [gedaagde] degene is die in conventie in het ongelijk is gesteld, komen de door haar gemaakte kosten niet voor vergoeding in aanmerking.
4.16.
Voor wat betreft de gestelde auteursrechtinbreuk door ANP geldt het volgende. De kantonrechter begrijpt de stelling van [gedaagde] zo dat zij van mening is dat ANP inbreuk maakt op de auteursrechten van [gedaagde] door het kistje in beeld te brengen op de foto zonder daarbij de naam van [gedaagde] als auteursrechthebbende te vermelden. Hoewel het auteursrecht op het kistje tussen partijen geen onderdeel is geweest van het debat gaat de kantonrechter er veronderstellende wijs van uit dat [gedaagde] het auteursrecht heeft. [gedaagde] stelt dat zij al meerdere jaren exclusief voor Nipkow dit kistje maakt voor de Zilveren Nipkow-schijf. Het is algemeen bekend dat de uitreiking van de Nipkow-schrijf een publiek karakter heeft. [gedaagde] heeft de overeenkomst met Nipkow niet overgelegd, zodat eventuele contractuele afspraken rondom de openbaarmaking van het kistje de kantonrechter niet bekend zijn. Maar gelet op de kennelijk al jarenlange bestaande samenwerking gaat de kantonrechter er van uit dat er vanuit [gedaagde] , expliciet of impliciet, toestemming is gegeven voor de openbaarmaking van het kistje aan het publiek. Bovendien gaat het in dit geval om een foto van een actuele gebeurtenis, zodat op grond van artikel 16a Aw geen sprake is van een inbreuk op het vermeende auteursrecht van [gedaagde] .
4.17.
[gedaagde] wordt als de verliezende partij ook in reconventie in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter begroot de kosten aan de zijde van ANP op € 80,- (1 punt) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan ANP van € 462,16, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 21 juni 2023 tot aan de voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan ANP van de proceskosten, tot heden begroot op € 391,84;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af;
5.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan ANP van de proceskosten, tot op heden begroot op € 80,-;
5.7.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A.J. Purcell en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.