ECLI:NL:RBMNE:2024:5778

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Zaaknummer
24/5487
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen omgevingsvergunning voor lichtreclame

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de omgevingsvergunning die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemnes op 5 augustus 2024 heeft verleend aan vergunninghoudster voor het legaliseren van de lichtreclame op de gevel van het pand aan de [adres] in [plaats]. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter legt uit dat het verzoek om voorlopige voorziening betrekking heeft op het besluit van 5 augustus 2024, waartegen geen bezwaar- of administratief-beroepsprocedure loopt. Dit betekent dat verzoekster niet in aanmerking komt voor een voorlopige voorziening, aangezien dit alleen mogelijk is als er een lopende procedure is.

De conclusie van de voorzieningenrechter is dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, wat inhoudt dat er geen inhoudelijke beoordeling van het verzoek plaatsvindt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, en deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, in aanwezigheid van mr. G.M.T.M. Sips, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/5487

uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 oktober 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemnes(het college),
verweerder.
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[derde belanghebbende], uit [vestigingsplaats] (vergunninghoudster).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de omgevingsvergunning die het college op 5 augustus 2024 heeft verleend aan vergunninghoudster voor het legaliseren van de lichtreclame op de gevel van het pand aan de [adres] in [plaats] .
1.1.
Omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting. Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De voorzieningenrechter legt hierna uit waarom het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Het verzoek om voorlopige voorziening gaat over het besluit van 5 augustus 2024. Tegen dat besluit loopt geen bezwaar- of administratief-beroepsprocedure. Alleen als dat wel het geval is, kan iemand een verzoek om voorlopige voorziening doen [1] .

Conclusie en gevolgen

3. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk beoordeelt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. G.M.T.M. Sips, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:81, eerste lid, van de Awb.