Uitspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 oktober 2024
thans verblijvende in [verblijfplaats] te [vestigingsplaats] ,
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
WAARDERING VAN HET BEWIJS
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 september 2024;
- de aangifte van [slachtoffer 1] ;
BEWEZENVERKLARING
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, door
- met bivakmutsen, in elk geval gezichtsbedekking, en handschoenen naar [aangever]
[aangever] te gaan en
- die [slachtoffer 2] tegen het lichaam te duwen en richting het atelier te duwen en
- met een hamer tegen de glazen vitrines te slaan en
- de woorden toe te voegen: 'geld, geld' en 'steentjes, steentjes' en
- een mes in de richting van die [slachtoffer 2] te zwaaien en/of te houden en/of te tonen en
- (vervolgens)(nogmaals) te vragen naar steentjes en
- met een mes tegen een glazen stolp te slaan en
- de uit de vitrine gehaalde sieraden in een tas te stoppen.
STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
OPLEGGING VAN STRAF
De vordering van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
BESLAG
Onttrekking aan het verkeer
Teruggave aan verdachte
BENADEELDE PARTIJEN
Het standpunt van de officier van justitie
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
VORDERINGEN TENUITVOERLEGGING
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
BESLISSING
4 (vier) jaren;
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van
- beveelt dat verdachte
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan.
- wijst de vordering van [aangever] toe tot een bedrag van € 1.000,00, bestaande uit een vergoeding voor materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 maart 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [aangever] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft de materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 2.000,00 bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 (dertig) dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft de materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 2.000,00 bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 2.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 (dertig) dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;