ECLI:NL:RBMNE:2024:5747

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 september 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
UTR 24/4051
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbrekende processtukken

Op 20 september 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres] B.V. en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiseres had op 10 juni 2024 beroep ingesteld omdat verweerder volgens haar niet tijdig had beslist op haar bezwaar. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 371,- niet had betaald, wat een vereiste is voor de behandeling van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld zonder betaling van het griffierecht.

De rechtbank heeft eiseres op 14 juni 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Deze brief is op 18 juni 2024 voor ontvangst getekend, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiseres heeft geen verklaring gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres geen kopie van het bezwaarschrift, geen uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en geen kopie van de statuten heeft ingediend. Eiseres kreeg op 28 juni 2024 een aangetekende brief waarin zij werd verzocht deze gebreken voor 12 juli 2024 te herstellen, maar zij heeft hierop niet gereageerd.

De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier E.J.H.C. Hui.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4051

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 september 2024 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., uit [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. S. Akbulut),
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld op 10 juni 2024 omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 371,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of zijn betaald op de griffie van de rechtbank.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 14 juni 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de rechtbank. Deze brief is volgens de track and trace bezorgd en voor ontvangst getekend op 18 juni 2024.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen reden voor gegeven.
6. De rechtbank stelt verder vast dat eiseres geen kopie van het bezwaarschrift, geen uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en geen kopie van de statuten heeft ingediend. De rechtbank heeft eiseres op 28 juni 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat zij deze gebreken uiterlijk 12 juli 2024 kan herstellen. Deze brief is volgens de track and trace bezorgd en voor ontvangst getekend op 29 juni 2024. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brief.
7. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 september 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.