ECLI:NL:RBMNE:2024:5744

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
16/075394-23 en 16/277141-23 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van bankhelpdeskfraude met aanzienlijke schade voor slachtoffers

Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen meermalen bankhelpdeskfraude heeft gepleegd. De verdachte heeft op slinkse wijze bankpassen, creditcards, pincodes, telefoons en tablets van voornamelijk oudere en kwetsbare slachtoffers bemachtigd, waardoor aanzienlijke geldbedragen zijn gestolen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor medeplegen van oplichting, medeplegen van witwassen, (poging tot) diefstal en handelen in strijd met de Opiumwet. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn grotendeels toegewezen, en de rechtbank heeft een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een contactverbod met de medeverdachte en behandeling bij De Waag. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/075394-23 en 16/277141-23 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 oktober 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2003 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 en 24 september 2024. Op de zitting van 24 september 2024 heeft geen inhoudelijke behandeling plaatsgevonden, maar is slechts het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schapendonk en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N.C. Reehuis, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Inzake 16/075394-23
feit 1
samen met anderen op 14 maart 2023 in Breda [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft opgelicht door middel van bankpasfraude;subsidiairten laste gelegd als: medeplichtigheid daaraan
feit 2
samen met anderen op 14 maart 2023 in Breda een bedrag van in totaal € 20.250,- heeft gestolen van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] met gebruik van de door bankpasfraude verkregen bankpassen en inloggegevens;subsidiairten laste gelegd als: medeplichtigheid daaraanfeit 3
samen met anderen op 14 maart 2023 in Almere en/of Breda heeft geprobeerd door middel van een valse sleutel € 20.000 in Bitcoins over te schrijven van het Bitvavo-account van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] ;feit 4
samen met anderen in de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 in meerdere plaatsen in Nederland, [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] , [benadeelde 13] , [benadeelde 14] en [benadeelde 15] , heeft opgelicht door middel van bankpasfraude;subsidiairten laste gelegd als: medeplichtigheid daaraanfeit 5
samen met anderen in de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 in meerdere plaatsen in Nederland, geldbedragen heeft gestolen van [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] , [benadeelde 13] , [benadeelde 14] en [benadeelde 15] , met gebruik van de door bankpasfraude verkregen bankpassen en inloggegevens;
subsidiairten laste gelegd als: medeplichtigheid daaraan
feit 6samen met anderen in de periode van 15 maart 2023 tot en met 16 maart 2023 in Almere, merkkleding, -schoenen en -tassen en een bedrag van ongeveer € 20.405,-, waarvan hij wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van enig misdrijf afkomstig waren heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad.
Inzake 16/277141-23 (hierna: feit 7)
op 12 september 2023 in Lelystad 3,67 gram cocaïne aanwezig had.
De rechtbank nummert het bij de dagvaarding met parketnummer 16/277141-23 ten laste gelegde feit door als feit 7.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om de zaak inhoudelijk te behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen met uitzondering van dat deel van de tenlastelegging onder feit 4 en 5 dat ziet op slachtoffer [benadeelde 14] . Daarvan vordert zij vrijspraak.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 en 2 vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde. Volgens de verdediging kunnen de subsidiair ten laste gelegde feiten onder 1 en 2 bewezen worden voor zover dat ziet op het chauffeuren van de medeverdachte naar de woning van de slachtoffers. De raadsvrouw verzoekt verdachte vrij te spreken van de overige in de tenlastelegging genoemde handelingen zoals het voorzien van de medeverdachte van instructies of inlichtingen.
Verder heeft de raadsvrouw ten aanzien van feit 4 en 5 eveneens vrijspraak bepleit ten aanzien van de primair ten laste gelegde feiten. Ook het subsidiair tenlastegelegde ten aanzien van de slachtoffers [benadeelde 14] en [benadeelde 13] kan volgens de verdediging niet bewezen worden. Ten aanzien van die slachtoffers verzoekt de raadsvrouw verdachte vrij te spreken.
Tot slot refereert de verdediging zich ten aanzien van het onder feit 3, 6 en 7 ten laste gelegde aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
De bewijsmiddelen
Feiten 1, 2, 3, 4, 5 en 6
De rechtbank acht alle onder deze nummers primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, behalve ten aanzien van slachtoffer [benadeelde 14] zoals onder feit 4 en 5 ten laste gelegd. Daarvan zal verdachte partieel worden vrijgesproken. Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Feit 7
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het tenlastegelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 september 2024;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 12 september 2023, genummerd 2023278408-9 opgemaakt door [verbalisant 1] , agent bij politie Eenheid Midden-Nederland (paginanummer 39 en 40 van het procesdossier);
  • het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 27 september 2023, genummerd 2023278408-28 opgemaakt door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , beide brigadier bij politie Eenheid Midden-Nederland (paginanummer 56 t/m 58 van het procesdossier);
  • het NFiDENT rapport van 27 september 2023, opgemaakt door ing. [A] , (paginanummer 59 van het procesdossier).
4.3.2
Bewijsoverwegingen feiten 1 t/m 6
Modus operandi
In de periode half februari 2023 tot half maart 2023 werd bij de politie meerdere malen aangifte gedaan van soortgelijke (pogingen tot) oplichting en diefstal. Uit de verschillende aangiftes komt naar voren dat de daders een min of meer vaste werkwijze hanteerden om de slachtoffers bankpassen en bankgegevens afhandig te maken. Deze modus operandi, die ook gebruikt wordt in andere zaken van bankhelpdeskfraude, kent een aantal stappen:
  • de eerste stap is dat de daders de hand weten te leggen op persoonsgegevens van slachtoffers, zogenaamde leads. Zo beschikken de daders over namen, telefoonnummers en bankrekeningnummers (van één bank; in de onderhavige zaak de Triodos bank) van een groot aantal potentiële slachtoffers;
  • vervolgens belt één van de (veelal vrouwelijke) daders, de zogenaamde social engineer, het potentiële slachtoffer. Zij stelt zich voor onder een valse naam en zegt werkzaam te zijn op de fraudeafdeling van de, in deze zaak, Triodos Bank. In de onderhavige zaak werd meerdere malen de naam [naam 1] gebruikt;
  • de social engineer creëert al snel een penibele situatie door het slachtoffer voor te houden dat een groot bedrag van de bankrekening was geprobeerd te halen, dat de bank dit had weten te voorkomen en de bankpassen omgeruild moeten worden omdat die besmet zijn. Haast is geboden;
  • de social engineer biedt een helpende hand en geeft aan dat het programma Anydesk (een externe desktopapplicatie) dient te worden gedownload om de rekening en de systemen van het slachtoffer op virussen te kunnen controleren. Hoewel de social engineer aangeeft dat dit een anti-virusscanner is, is dit in werkelijkheid een remote control applicatie waarmee de social engineer op afstand kan meekijken met wat het slachtoffer op zijn/haar scherm ziet en doet;
  • vervolgens bemachtigt de social engineer de pincodes en eventuele andere inloggegevens van de betaalpas(sen) en/of creditcard(s) van het slachtoffer door hem/haar de pincodes hetzij in te laten spreken, hetzij in te laten voeren op het scherm;
  • tot slot wordt de komst aan huis van een collega van de bank aangekondigd, die zich ook daadwerkelijk kort daarna aan de deur meldt en identificeert met een alias en een controlenummer. Dit nummer heeft de social engineer aan het slachtoffer doorgegeven. Deze zogenaamde collega van de social engineer wordt (veelal) door de slachtoffers binnen gelaten. Aldaar worden de bankpassen doorgeknipt, waarbij de chip in stand gelaten wordt, waarna deze collega – met de passen – weer vertrekt. In enkele gevallen is ook een telefoon en/of tablet meegegeven voor controle op virussen. Doorgaans wordt in de uren na dit bezoek geld afgeschreven van de bankrekeningen van de slachtoffers. Naar later blijkt door pintransacties en aankopen.
Ten aanzien van feit 1, 2 en 3
Aan verdachte is ten eerste ten laste gelegd dat hij op 14 maart 2023 in Breda, samen met een ander [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft opgelicht door zich als bankmedewerker voor te doen en [benadeelde 1] en [benadeelde 2] onder valse voorwendselen hun bankpassen en creditcards, met bijbehorende pincodes en de inloggegevens van hun Bitvavo-account te laten afgeven. Hierbij is ook de mobiele telefoon van [benadeelde 2] , met bijbehorende inlogcode, meegenomen. Uit de aangifte en de verklaring van verdachte op zitting volgt dat de verdachte en zijn medeverdachte conform de hiervoor beschreven modus operandi hebben gehandeld. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de medeverdachte met zijn auto naar het adres van de slachtoffers heeft gebracht. Terwijl de medeverdachte bij de slachtoffers naar binnen ging, wachtte verdachte in de auto. Bij haar terugkomst reed verdachte naar diverse pinautomaten. Tijdens die rit werden de doorgeknipte passen weer aan elkaar geplakt met plakband om vervolgens met die passen bij de pinautomaten geld op te nemen.
Verdachte heeft ter zitting bekend dat hij heeft geprobeerd om met de door oplichting verkregen telefoon en inloggegevens van [benadeelde 2] € 20.000,- in Bitcoin over te schrijven van zijn Bitvavo-account. Dat verdachte hierbij samenwerkte met een ander, blijkt uit het snapchatgesprek dat verdachte op 14 en 15 maart 2023 voerde met [medeverdachte 1] .
Ten aanzien van feit 4 en 5 (voortgezette handeling, één feitencomplex)
Verder is aan verdachte ten laste gelegd dat hij in de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 op meerdere plaatsen in Nederland, [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] , [benadeelde 13] , [benadeelde 14] en [benadeelde 15] heeft opgelicht en vervolgens geld van hen heeft gestolen. Ook uit deze aangiftes komt naar voren dat de verdachten volgens de hierboven omschreven modus operandi hebben geopereerd. Dat verdachte bij deze oplichtingen en diefstallen aanwezig was, blijkt onder meer uit het door de politie verrichte onderzoek naar de locatiegegevens van de telefoon van verdachte. Zijn telefoon straalde uit in de nabijheid van de genoemde locaties en in de nabijheid van de pinautomaten waar vervolgens bedragen zijn opgenomen.
Dat geldt echter niet voor het adres van [benadeelde 13] . Om die reden heeft de verdediging vrijspraak bepleit ten aanzien van dit slachtoffer. Verdachte heeft echter ter zitting verklaard dat hij in alle zaken betrokken was. De rechtbank ziet voldoende bewijs om verdachte ook ten aanzien van [benadeelde 13] . schuldig te verklaren Naast zijn algemene verklaring is van belang dat de politie op de telefoon van verdachte een foto heeft gevonden van een computerscherm met daarop de bankomgeving van [benadeelde 13] . De datum en het tijdstip die in die online omgeving worden weergegeven zijn 9 maart, 19.35 uur. In haar aangifte beschrijft [benadeelde 13] op 9 maart 2023 omstreeks 19.30 uur telefonisch te zijn benaderd. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij deze gegevens kreeg zodat hij wist naar welk adres hij moest rijden. Daaruit maakt de rechtbank op dat verdachte wel degelijk betrokken was bij de oplichting van [benadeelde 13] . Daarnaast straalde de telefoon van de medeverdachte aan op dit adres. Aangezien de verdachten bij alle ten laste gelegde feiten in elkaars bijzijn waren en de medeverdachte verdachte nodig had om haar te chauffeuren – zij was immers minderjarig en niet in staat zelf te rijden – acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook ten aanzien van [benadeelde 13] bij de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten betrokken is geweest.
De rechtbank zal verdachte wel vrijspreken van betrokkenheid bij de oplichting van slachtoffer [benadeelde 14] aangezien hier geen sprake was van een ophaler en een chauffeur en de oplichting zich telefonisch heeft voltrokken. Voor betrokkenheid van verdachte hierbij is onvoldoende bewijs. Daarbij verschilde de werkwijze in deze aangifte ten opzichte van de andere aangiftes.
Medeplegen of medeplichtigheid
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de feiten 1, 2, 4 en 5 vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde: in alle gevallen betreft dit het medeplegen. Volgens de raadsvrouw is geen sprake geweest van medeplegen, maar slechts van medeplichtigheid aan de oplichting en diefstal. Verdachte had een faciliterende rol, welke rol beperkt bleef tot het chauffeuren van de medeverdachte naar de adressen van de slachtoffers en vervolgens naar de dichtstbijzijnde pinautomaten. Het was de medeverdachte die communiceerde met een derde persoon over de adressen waar ze moesten zijn. Verdachte had dat contact niet. Het enkele chauffeuren is van onvoldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen.
De vraag die de rechtbank aldus dient te beantwoorden is of er sprake is van medeplegen. Bij medeplegen moet er sprake zijn van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten waarbij de intellectuele en/of materiële bijdrage van deze verdachte aan het strafbare feit van voldoende gewicht is. De vraag wanneer een samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken, laat zich volgens de Hoge Raad niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. Uit het dossier volgt dat verdachte zowel intellectueel als materieel een grotere rol had dan hij zegt te hebben gehad. Materieel, omdat ook hij geld heeft gepind van de rekening van tenminste één van de slachtoffers. Verbalisant [verbalisant 4] ziet verdachte – bij het uitkijken van de camerabeelden van een pinautomaat in de gemeente [gemeente] – op 14 februari 2023 om 14:24 uur pinnen. Uit de aangifte van slachtoffer [benadeelde 3] , woonachtig in [gemeente] , blijkt dat de medeverdachte kort daarvoor aan zijn deur is geweest om zijn bankpassen, creditcard en telefoon op te halen. Dit is in de tijd de eerste ten laste gelegde oplichting waarbij verdachte betrokken zou zijn. Verdachte verklaarde op zitting dat hij de medeverdachte reed, maar eigenlijk niet goed wist waar het om ging. Dat kreeg hij, zo verklaarde hij, pas gaandeweg in de gaten. Die verklaring acht de rechtbank niet geloofwaardig aangezien verdachte dus al bij de eerste ten laste gelegde oplichting geld heeft gepind met gestolen en met plakband aan elkaar geplakte passen. Het einddoel: zoveel mogelijk geld buit maken, was verdachte daarom al van meet af aan duidelijk.
Daarnaast heeft verdachte de materialen verzorgd die nodig waren voor het repareren en lezen van de passen. Verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij plakband en paslezers in zijn auto had liggen. Ook heeft hij ter zitting verklaard, na confrontatie met de aangetroffen gegevens in zijn telefoon, dat hij uitzocht welke pinautomaten zich in de buurt van de woningen van de betreffende slachtoffers bevonden. Verder heeft verdachte de aanwezigheid van gegevens van slachtoffer [benadeelde 13] in zijn iPhone verklaard door aan te geven dat hij die doorgestuurd kreeg zodat hij wist waar hij heen moest rijden. Dat is in tegenspraak met zijn verklaring dat alleen de medeverdachte contact had met de andere medeverdachte(n) (de bellers).
Ook intellectueel heeft verdachte een aanzienlijk grotere rol gespeeld dan hij doet voorkomen. Verdachte heeft weliswaar ter terechtzitting verklaard dat het de medeverdachte was die hem bij het plan betrok, hij pas gaandeweg doorkreeg welk strafbaar feit zich voltrok en hij slechts werd gevraagd om een faciliterende rol te vervullen, maar deze verklaring acht de rechtbank niet geloofwaardig. In zijn tweede verhoor bij de politie heeft verdachte het tegenovergestelde verklaard, namelijk dat hij de medeverdachte zou hebben benaderd, omdat hij hulp nodig had bij de uitvoering van fraudehandelingen. Deze verklaringen staan lijnrecht tegenover elkaar. Gezien hetgeen hiervoor is overwogen over de rol van verdachte, acht de rechtbank zijn lezing over zijn beperkte rol niet geloofwaardig. Daar komt bij dat de medeverdachte destijds minderjarig was en dat verdachte op dat moment een relatie had met haar. Ook dat maakt dat niet aannemelijk is dat verdachte niet van de hoed en de rand wist. Zijn intellectuele bijdrage wordt ook bevestigd door de informatie die op de telefoon van verdachte is aangetroffen. Onder de naam ‘ [naam 2] ’, waarvan verdachte op de zitting heeft verklaard dat hij die naam gebruikt, zijn berichten gevonden waarin verdachte het, op 5 en 7 maart 2023, heeft over het programma Anydesk en waarin hij vraagt naar Triodos leads. Daaruit blijkt dat verdachte goed bekend was met alle aspecten van deze vorm van oplichting.
De geschetste werkwijze, zoals die uit de bewijsmiddelen en hetgeen ter terechtzitting is besproken volgt, impliceert naar het oordeel van de rechtbank een aanzienlijke mate van organisatie, structuur en taakverdeling. Verdachte en zijn medeverdachten verrichtten verschillende handelingen die elkaar kort in tijd opvolgden of simultaan plaatsvonden en die moeten zijn afgestemd om het gemeenschappelijke doel te bereiken. Er was sprake van een dadergroep, die zich in de ten laste gelegde periode bezighield met het oplichten van slachtoffers door middel van bankhelpdeskfraude. Binnen deze dadergroep werd aldus nauw en bewust samengewerkt en de taken (bellen, chauffeuren, ophalen, pinnen) werden verdeeld. Elk van de deelnemers vervulde binnen de geschetste werkwijze een onmisbare rol, die een wezenlijke en essentiële bijdrage vormde aan het uiteindelijke doel: zoveel mogelijk geld buitmaken. Het accent lag aldus op de samenwerking: chauffeuren vormde daarin een noodzakelijke schakel en verdachte stond in nauw contact met zijn mededaders. Daarmee acht de rechtbank het onder 1, 2, 4 en 5 primair ten laste gelegde medeplegen van oplichting wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 6
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat tijdens de doorzoeking in de woning in de slaapkamer van verdachte een aanzienlijke hoeveelheid merkkleding, merkschoenen en een merktas is aangetroffen. Ook is de slaapkamer van de medeverdachte doorzocht. Aldaar wordt niet alleen een aanzienlijke hoeveelheid merkkleding, -schoenen, -tassen en parfum aangetroffen maar ook € 20.405,- aan contant geld, opgeborgen in een kartonnen doos. Ook zijn diverse kassabonnen aangetroffen waaruit blijkt dat grote aankopen contant zijn voldaan.
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij op een verkeerde manier geld heeft verdiend en daarmee de aankopen heeft kunnen doen. Onder meer heeft hij geld ontvangen van de medeverdachte voor het werk dat hij heeft verricht ter zake de ten laste gelegde feiten.
Uit door de politie verricht onderzoek naar de financiën van verdachte blijkt dat hij geen inkomsten van een werkgever ontvangt. Hij ontvangt ook geen uitkering en heeft buiten de zorgtoeslag geen enkele reguliere inkomsten. Desondanks ontvangt hij tussen 20 september 2022 en 16 maart 2023 in totaal € 8.330,55 op zijn bankrekening vanuit verschillende bronnen, waaronder de medeverdachte. Zij gebruikte daarbij als omschrijving ‘deelname’ en ‘vakantie’.
Verdachte heeft aldus bekend dat de merkkleding, -schoenen en -tas niet met legaal verkregen geld zijn aangeschaft, zodat de rechtbank bewezen verklaart dat deze goederen met het door verdachte en medeverdachten uit misdrijf verkregen geld zijn gekocht. Door deze goederen aan te schaffen en het contante geld in een doos te verstoppen, hebben verdachten de herkomst van het illegale geld verhuld. Ook ten aanzien van dit tenlastegelegde feit ziet de rechtbank een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte ontving immers geld van medeverdachte, kocht van het ‘verdiende’ door samen te werken met medeverdachte dure (luxe) goederen, en heeft een deel van de buit bij medeverdachte thuis laten bewaren.
De rechtbank acht derhalve bewezen dat verdachte schuldig is aan medeplegen van witwassen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 primairop 14 maart 2023 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , rekeninghouders van de Triodos bank en ABN AMRO bank, heeeft bewogen tot de afgifte van meerdere bankpassen en creditcards en een mobiele telefoon en tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder IBAN-nummers en/of gebruikersnamen en/of wachtwoorden) van hun bankaccounts en van de pincodes van hun bankpassen en van vergrendelcodes van zijn mobiele apparaat, althans een of meer andere gegevens, door:
- die [benadeelde 1] te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster en
- die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] te vertellen dat er vreemde transacties op de bankrekeningen van die [benadeelde 1] en [benadeelde 2] plaatsvonden en dat er getracht was geld over te maken naar het buitenland en dat er virussen in de bankrekeningen van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] zaten en dat de bankpassen van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] werden nagemaakt en dat er een virus in de mobiele telefoon van die [benadeelde 2] zat en
- die [benadeelde 1] te verzoeken om (zogenaamd anoniem) de pincodes in te spreken en
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen en de mobiele telefoon op te halen en mede te delen dat de bankpassen en de mobiele telefoon om 19:00 uur teruggebracht zouden worden en
- bij de woning van die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] langs te gaan en zich voor te doen als medewerker van de bank en daar om afgifte van de bankpassen en de creditcards en de mobiele telefoon van die [benadeelde 2] te vragen, waardoor die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
feit 2 primairop meer tijdstippen op 14 maart 2023 te Breda, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
meerdere geldbedragen welke geheel toebehoorden aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , rekeninghouders van de Triodos bank en ABN AMRO bank waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutels door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen;
feit 3op of omstreeks 14 maart 2023 te Almere en/of Breda, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een of meerdere geldbedragen, te weten in totaal ongeveer € 20.000,- in Bitcoin, die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik te brengen door middel van een (of meer) valse sleutel(s), te weten door zonder toestemming gebruik te maken van de onrechtmatig verworven inloggegevens van het Bitvavo-account van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en een afbeelding waarop die [benadeelde 2] te zien is, in de online Bitvavo-omgeving te uploaden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 4 primairin de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en Poortugaal en Heinkenszand en Eede en Ridderkerk en Arnhem en Utrecht en Hilversum en Koog aan de Zaan en Joure , in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank, te weten:
1. [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en
2. [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en
3. [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en
4. [benadeelde 9] en
5. [benadeelde 10] en
6. [benadeelde 11] en
7. [benadeelde 12] en
8. [benadeelde 13] en
10. [benadeelde 15]
hebben bewogen tot de afgifte van geld en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of mobiele telefoon(s) en/of tablet(s), en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecodes en/of pincodes) van zijn/haar/hun bankaccount(s), althans een of meer andere gegevens, door:
- voornoemde rekeninghouder(s) te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er (vanuit het buitenland) getracht was/werd geld af te schrijven van zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat er verdachte overboekingen van (grote) geldbedragen hebben plaatsgevonden vanaf zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat criminelen in zijn/haar/hun bankrekeningen zitten en/of dat er met zijn/haar/hun bankrekeningen werd geknoeid, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te verzoeken om (zogenaamd anoniem) zijn/haar/hun pincode(s) in te spreken, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of (vervolgens) tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen en/of de mobiele telefoons en/of tablets op te halen, en/of
- bij de woning van voornoemde rekeninghouder(s) langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpassen en/of de creditcards en/of de mobiele telefoons en/of de tablets te vragen, waardoor voornoemde rekeninghouder(s) en/of anderen werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
feit 5 primairin de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en Poortugaal en Heinkenszand en Eede en Ridderkerk en Arnhem en Utrecht en Hilversum en Koog aan de Zaan en Joure , in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, meerdere geldbedragen, welke geldbedragen, geheel of ten dele toebehoorden aan een of meerdere rekeninghouders, althans enig persoon handelend namens die rekeninghouders, van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank te weten:
1. [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en
2. [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en
3. [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en
4. [benadeelde 9] en
5. [benadeelde 10] en
6. [benadeelde 11] en
7. [benadeelde 12] en
8. [benadeelde 13] en
9. [benadeelde 15]
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
feit 6in de periode van 15 maart 2023 tot en met 16 maart 2023, te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(van) een of meer voorwerpen, te weten merkkleding, merkschoenen en merktassen, en/of (van) een geldbedrag, te weten een bedrag van in totaal ongeveer € 20.405,-,
- de herkomst, heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf;
feit 7
op 12 september 2023 te Lelystad opzettelijk aanwezig heeft gehad 3,67 gram, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op, waarvan bij zowel de feiten 1 en 2 primair als de feiten 4 en 5 primair sprake is van een voortgezette handeling:
Feit 1 primair:
medeplegen oplichting
Feit 2 en 5 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels meermalen gepleegd
Feit 3:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
Feit 4 primair:
medeplegen oplichting meermalen gepleegd
Feit 6:
medeplegen witwassen
Feit 7:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot
-
een gevangenisstraf van 300 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 197 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden:
  • begeleiding door volwassenenreclassering
  • meewerken aan ambulante behandeling
  • contactverbod met de medeverdachte
  • inspannen voor vinden en behouden dagbesteding
  • inzicht geven in sociaal netwerk
  • inzicht geven in financiën
  • meewerken aan middelencontrole
-
een taakstraf van 200 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 100 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht het jeugdstrafrecht toe te passen. Verdachte was ten tijde van de ten laste gelegde feiten 19 jaar. Hoewel dus meerderjarig wekt verdachte de indruk niet altijd de gevolgen van zijn gedrag te kunnen overzien, zo volgt uit het rapport van de reclassering. Daarnaast is – tijdens de voorlopige hechtenis – gebleken dat verdachte gebaat is bij een pedagogische aanpak, hetgeen wordt onderschreven door de heer R. Smeijer van SAVE, de ouders van verdachte en zijn begeleider bij De Waag.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen meermalen schuldig gemaakt aan bankhelpdeskfraude. Door middel van het handelen van verdachte en de medeverdachten zijn op slinkse wijze de bankpas(sen) en/of creditcard(s), pincode(s), telefoons en tablets van de slachtoffers bemachtigd om daarmee geld van de bankrekeningen op te nemen. Op georganiseerde en geraffineerde wijze is zo een aanzienlijk geldbedrag van de slachtoffers gestolen. Door op deze wijze te handelen hebben de verdachte en zijn medeverdachten niet alleen het vertrouwen van de betrokken slachtoffers geschaad, maar ook die van de maatschappij, in het digitale betalingsverkeer en het bankwezen. Feiten als deze leiden, ook daarom, tot maatschappelijke onrust. Het is extra kwalijk dat juist oudere mensen tot slachtoffer zijn gemaakt, vanwege hun grotere kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Het zijn juist deze oudere mensen die in toenemende mate afhankelijk zijn van hulp van anderen, van de medemens. Dit vertrouwen hebben verdachte en zijn medeverdachten in ernstige mate geschaad.
Verdachte heeft met zijn handelen kennelijk alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin en heeft zich totaal niet bekommerd om de slachtoffers. Dit blijkt ook uit de grote hoeveelheid aangetroffen luxegoederen. Enkel door het ingrijpen van politie en justitie is een eind gekomen aan de onderhavige fraude.
De rechtbank merkt tot slot op dat deze vorm van fraude zich kenmerkt door bij de slachtoffers aan de deur te gaan en (soms) ook in huis te komen. Hierbij onderscheidt zich deze vorm van fraude ten opzichte van andere soorten fraude, die vaker op afstand plaatsvinden. De woning is bij uitstek de plek waar mensen zich veilig behoren te voelen. Met hun handelen hebben verdachte en zijn medeverdachten die veiligheid aangetast.
De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
Tijdens zijn schorsing heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan nieuwe strafbare feiten, namelijk het bezit van harddrugs. Verdachte heeft hiermee te kennen gegeven geen enkele rekenschap te geven aan de voorwaarden die hoorden bij zijn schorsing. Harddrugs vormen een bedreiging van de volksgezondheid. Het bezit van harddrugs houdt de productie, handel en alle daarmee samenhangende criminele feiten in stand.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 7 mei 2024, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten;
- een rapport van Reclassering Nederland van 21 april 2023, uitgebracht door M. Broekstra, reclasseringswerker;
- een rapport van Reclassering Nederland van 29 mei 2024, uitgebracht door J. Hoekstra, reclasseringswerker;
- een e-mail van de heer R. Smeijer van de jeugdreclassering van 11 september 2024.
Uit het rapport van de reclassering volgt dat verdachte tijdens zijn schorsing van de voorlopige hechtenis en ondanks het reclasseringstoezicht toch opnieuw in de fout is gegaan. Hij is aangehouden voor het bezit van harddrugs en het overtreden van de Wegenverkeerswet. Ook volgt uit dat advies dat verdachte, na opnieuw te zijn geschorst, werk heeft gevonden, er sprake is van een stabiele financiële situatie en de relatie met zijn ouders kan worden aangemerkt als beschermende factor aangezien hij via hen beschikt over stabiele huisvesting. De reclassering ziet op dat moment een verandering ten goede bij verdachte, maar het is dan nog te pril om te spreken van een duurzame verandering. Het sociale netwerk van verdachte evenals zijn middelengebruik en psychosociaal functioneren worden nog altijd gezien als risicofactoren. De reclassering adviseert in mei 2024 dan ook – bij veroordeling – een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden:
  • begeleiding door de jeugdreclassering
  • ambulante behandeling
  • contactverbod met medeverdachte
  • inspannen voor vinden en behouden dagbesteding
  • inzicht geven in sociaal netwerk
  • inzicht geven in financiën
  • meewerken aan middelencontrole.
Toepassing jeugdstrafrecht
Ten aanzien van de vraag of het volwassenenstrafrecht of het jeugdstrafrecht dient te worden toegepast, overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten 19 jaar oud en dus meerderjarig. Op een jongvolwassen verdachte die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, maar nog onder de 23 jaar, kan het jeugdstrafrecht worden toegepast als sprake is van omstandigheden gelegen in de persoon van verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd die daartoe aanleiding geven. Uit een van de eerste over verdachte uitgebrachte adviezen – dat van 21 april 2023 – van de reclassering blijkt dat er aanwijzingen waren voor de toepassing van het jeugdstrafrecht. De reclassering adviseerde in dat stadium het jeugdstrafrecht toe te passen.
Echter, de reclassering heeft daarbij ook twijfels geuit. Die twijfels kwamen voort uit nog bestaande onduidelijkheden ten aanzien van de persoon van verdachte, doordat nog niet uitvoerig en slechts via beeldbellen, met verdachte was gesproken.
Enerzijds waren er indicaties voor toepassing van het jeugdstrafrecht. Verdachte maakte een wat jonge indruk, was meerdere MBO-studies begonnen, maar had deze niet behaald en wekte bovendien de indruk dat hij de gevolgen van zijn gedrag niet altijd overzag. Verdachte was thuiswonend en op meerdere gebieden afhankelijk van zijn ouders. De reclassering zag nog pedagogische mogelijkheden en de ouders van verdachte hebben aangegeven daarbij een ondersteunende rol te willen vervullen.
Anderzijds had de reclassering op dat moment nog onvoldoende zicht op het IQ van verdachte en achtte zij het wenselijk dat hier middels verdiepingsdiagnostiek meer zicht op zou komen. Om tot een definitief advies te kunnen komen ten aanzien van eventuele toepassing van het jeugdstrafrecht adviseerde de reclassering nader onderzoek.
Dat nader onderzoek heeft plaatsgevonden wat geresulteerd heeft in het advies van R. Smeijer van de jeugdreclassering van 11 september 2024. De heer Smeijer geeft daarin aan dat verdachte zich over het algemeen goed aan de afspraken met de jeugdreclassering houdt. Er zijn echter ook wat twijfels over de motivatie en oprechtheid van verdachte. Verdachte toont zich manipulatief en lijkt twee gezichten te hebben. Alles overziend ziet de jeugdreclassering geen reden om ASR [de rechtbank begrijpt: jeugdstrafrecht] toe te passen. Verdachte lijkt te functioneren op leeftijdsadequaat niveau. Hij regelde zelf werk en onderwijs en hij lijkt voldoende in staat om zijn verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gedrag.
De rechtbank neemt het advies van de jeugdreclassering over en zal geen jeugdstrafrecht toepassen. Daartoe is redengevend dat de mogelijkheid van pedagogische beïnvloeding (door de ouders van verdachte) er niet lijkt te zijn. Verdachte neemt niet actief deel aan het gezinssysteem en regelt zijn zaken zelf. Daarbij komt dat de rechtbank de indruk heeft gekregen dat verdachte ter zitting niet het achterste van zijn tong heeft laten zien. Hij leek behendig in het minimaliseren van zijn aandeel en schuld door bewust en weloverwogen te kiezen tot waar zijn aandeel rijkte en voor het overige de verantwoordelijkheid af te schuiven op de minderjarige medeverdachte. Dat maakt dat de rechtbank geen omstandigheden aanwezig acht gelegen in de persoon van verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd die aanleiding geven om het jeugdstrafrecht toe te passen.
De straf
Gelet op de aard, de hoeveelheid en de ernst van de bewezenverklaarde feiten is de rechtbank van oordeel dat een aanzienlijke straf op zijn plaats is. De rechtbank slaat bij de bepaling van de modaliteit en de duur van de straf acht op de straffen die doorgaans in soortgelijke zaken worden opgelegd, waarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf uitgangspunt is.
Hierbij houdt de rechtbank in strafverzwarende zin rekening met de gewiekste wijze waarop de verdachten te werk zijn gegaan; professioneel en stelselmatig. Zij hebben bij de doorgaans oudere en kwetsbare slachtoffers eerst een gevoel van onveiligheid gecreëerd en hun vertrouwen gewekt om daar vervolgens, zonder ook maar enige twijfel of schuldgevoel, misbruik van te maken. Zij hebben hun slachtoffers, met geen ander doel dan eigen gewin, enorme bedragen afhandig gemaakt. Daar komt nog eens bij dat de daders daarbij niet schroomden om de woningen van de slachtoffers te betreden. Deze invasieve aanpak moet veel impact hebben gehad op het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens en grote gevoelens van angst en achterdocht hebben veroorzaakt. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank geen verantwoordelijkheid voor zijn daden genomen en zelfs geprobeerd om zijn aandeel minimaal te laten lijken, waarbij zijn verklaring lijkt afgestemd op het dossier, en de schuld voor het overige op zijn minderjarige medeverdachte af te schuiven. Ook van een oprecht gevoel van spijt is de rechtbank niet gebleken.
Voornoemde omstandigheden tezamen maken dat de rechtbank een hogere straf zal opleggen dan door de officier van justitie gevorderd. De rechtbank vindt, gegeven het voorgaande, enkel een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank zal verdachte daarom veroordelen tot een gevangenisstraf van één jaar met aftrek van het voorarrest waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarbij zullen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden opgelegd.

9.BESLAG

Standpunten ten aanzien van het beslag
De officier van justitie heeft gevorderd alle goederen op de tenlastelegging, behalve de goederen van zeer geringe waarde (1, 2, 7, 13 en 14), verbeurd te verklaren, omdat met deze goederen de strafbare feiten zijn gepleegd. De goederen van zeer geringe waarde kunnen teruggegeven worden aan verdachte. Ten aanzien van de goederen op de beslaglijst in de opiumzaak vordert de officier van justitie, in tegenstelling tot wat zij in haar requisitoir heeft geschreven, deze goederen te onttrekken aan het verkeer. Dit heeft zij ter zitting mondeling toegevoegd. De verdediging heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
Verbeurdverklaring
Inzake 16/075394-23
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- 1 shirt, kleur zwart, merk Louis Vuitton, goednummer 3134043
- 1 shirt, kleur wit, merk Gucci, goednummer 3134048
- 1 broek, kleur zwart, merk Amiri, goednummer 3134051
- 1 broek, kleur blauw, merk Amiri, goednummer 3134052
- 1 paar schoenen, kleur wit, merk Louis Vuitton, goednummer 3134058
- 1 paar schoenen, kleur zwart, merk Louis Vuitton, goednummer 3134061
- 1 paar schoenen, kleur wit, merk Louis Vuitton, goednummer 3134065
- 1 paar schoenen, kleur grijs, merk Dior, goednummer 3134068
- 1 paar schoenen, merk Christian Louboutin, goednummer 3134071
- 1 tas, merk Dior, goednummer 3134086
verbeurd verklaren, aangezien deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van
of uit baten van het strafbare feit zijn verkregen.
De rechtbank verklaart ook het volgende in beslag genomen goed verbeurd:
- personenauto kenteken [kenteken] , goednummer 3040538,
omdat met behulp van dit voorwerp het onder 1, 2, 4 en 5 bewezen verklaarde feit is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
Inzake 16/277141-23
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten
- 11 stuks verdovende middelen, goednummer 3220150
- 3 stuks vloei, goednummer 3220152
- 2 stuks hashish, goednummer 3220142
onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit aangetroffen.
Teruggave aan verdachte
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 1 blouse, kleur grijs, merk Amiri, goednummer 3134040
  • 1 shirt, kleur zwart, merk Amiri, goednummer 3134042
  • 1 gewatteerde winterjas, kleur zwart, merk Moncler, goednummer 3134053
  • 1 paar schoenen, goednummer 3134076
  • 1 paar schoenen, kleur roze, goednummer 3134084

10.BENADEELDE PARTIJ

Inzake 16/075394-23
Er hebben zich in totaal negen benadeelde partijen in het geding gevoegd.
Met betrekking tot feit 1 en 2: [benadeelde 2] (hierna: [benadeelde 2] )
[benadeelde 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 5.376,50 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 1 en 2: [benadeelde 1] (hierna: [benadeelde 1] )
[benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.529,-. Dit bedrag bestaat uit € 2.029,00 materiële schade en € 500,- immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [benadeelde 9] (hierna: [benadeelde 9] )
[benadeelde 9] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 1.000,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [benadeelde 5] (hierna: [benadeelde 5] )
[benadeelde 5] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.993,29,-. Dit bedrag bestaat uit € 2.493,29 materiële schade en € 500,- immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [benadeelde 13] ( [benadeelde 13] )
[benadeelde 13] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 548,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [benadeelde 12] (hierna: [benadeelde 12] )
[benadeelde 12] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 1.007,50 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [benadeelde 14] (hierna: [benadeelde 14] )
[benadeelde 14] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 959,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [benadeelde 15] (hierna: [benadeelde 15] )
[benadeelde 15] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 644,85 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 1, 2, 4 en 5: Triodos Bank N.V. (hierna: Triodos Bank)
Triodos Bank heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 23.392,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het feit gepleegd tegen benadeelde [benadeelde 14] . Om die reden verzoekt zij deze benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Ten aanzien van de benadeelde partij Triodos Bank acht de officier van justitie de vordering gedeeltelijk toewijsbaar en wel tot een bedrag van € 16.604,-. Dit bedrag bestaat uit € 16.350,- aan uitgekeerde bedragen aan de benadeelde partijen en € 254,- aan onderzoekskosten.
De officier van justitie verzoekt de vorderingen van de overige benadeelde partijen volledig toe te wijzen, omdat deze goed zijn onderbouwd. Voor alle vorderingen geldt dat de officier van justitie verzoekt verdachte hoofdelijk met zijn medeverdachten te veroordelen, de toe te wijzen bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de benadeelde partijen [benadeelde 2] , [benadeelde 1] , [benadeelde 9] , [benadeelde 5] en [benadeelde 12] refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. Vanwege de door de raadsvrouw bepleite vrijspraak ten aanzien van het tegen [benadeelde 13] en [benadeelde 14] begane feit, verzoekt de verdediging deze benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering. Ook bepleit de verdediging niet-ontvankelijkheid ten aanzien van benadeelde partij [benadeelde 15] , omdat de handtekening van [benadeelde 15] ontbreekt onder zijn verzoek tot schadevergoeding. Tot slot verzoekt de verdediging Triodos Bank niet-ontvankelijk te verklaren en te oordelen dat deze vordering aan de civiele rechter kan worden voorgelegd. Er is nog te veel onduidelijk in deze vordering. Zo ontbreekt de onderbouwing en zijn slachtoffers meegenomen die niet op de tenlastelegging staan.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Inzake 16/075394-23
[benadeelde 2]
Het opgenomen bedrag van zijn zakelijke ABN AMRO rekening van € 4.300,- de opname van zijn credit card van € 1.000,- en de reiskosten van € 76,50 kunnen worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
[benadeelde 1]
Het opgenomen bedrag van € 2.950,- van haar Triodos bankrekening en creditcard en de kosten voor het opschonen van haar mobiele telefoon ten bedrage van € 29,- komen voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [benadeelde 1] schadeloos gesteld en haar een vergoeding betaald van € 950,-. Dat betekent dat haar materiële vordering nog € 2.029,- bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is de rechtbank allereerst van oordeel dat bij [benadeelde 1] sprake is van een persoonsaantasting op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 sub b BW. Dit gelet op de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan, zoals die in de vordering zijn toegelicht. Verdachte (en zijn medeverdachten) hebben [benadeelde 1] angst aangejaagd, langdurig aan stressvolle gesprekken onderworpen en zijn bij haar thuis en in haar woning geweest. Zij hebben haar persoonsgegevens buitgemaakt. Door hun optreden hebben zij haar zelfvertrouwen en haar vertrouwen in de medemens ernstig aangetast. Dat betekent dat [benadeelde 1] recht heeft op vergoeding van immateriële schade. De rechtbank acht het gevorderde bedrag zonder meer billijk, en zal de immateriële schade waarderen op een bedrag van € 500,-. Dit betekent dat in totaal een bedrag van € 2.529,- zal worden toegewezen.
[benadeelde 9]
Het opgenomen bedrag van € 1.250,- van zijn Triodos bankrekening en de opname van zijn credit card ten bedrage van € 1000,- komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [benadeelde 9] schadeloos gesteld en hem een vergoeding betaald van € 1.250,-. Dat betekent dat zijn materiële vordering nog € 1.000,- bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
[benadeelde 5]
Het opgenomen bedrag van € 2.500,- van zijn Triodos bankrekening, de opname van zijn credit card van € 2.439,44 en de kosten voor het opschonen van zijn laptop ten bedrage van € 53,85 komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [benadeelde 5] schadeloos gesteld en hem een vergoeding betaald van € 2.500,-. Dat betekent dat zijn materiële vordering nog € 2.493,29 bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is de rechtbank allereerst van oordeel dat bij [benadeelde 5] sprake is van een persoonsaantasting op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 sub b BW. Dit gelet op de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan, zoals die in de vordering zijn toegelicht. Verdachte (en zijn medeverdachten) hebben [benadeelde 5] angst aangejaagd, langdurig aan stressvolle gesprekken onderworpen en zijn bij hem thuis en in zijn woning geweest. Zij hebben zijn persoonsgegevens buitgemaakt en ingebroken in zijn computer door hem daarop het programma Anydesk te laten installeren. Door hun optreden hebben zij zijn zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de medemens ernstig aangetast. Dat betekent dat [benadeelde 5] recht heeft op vergoeding van immateriële schade. De rechtbank acht het gevorderde bedrag zonder meer billijk, en zal de immateriële schade waarderen op een bedrag van € 500,-. Dit betekent dat in totaal een bedrag van € 2.993,29 zal worden toegewezen.
[benadeelde 12]
Het opgenomen bedrag van zijn Triodos bankrekening van € 950,-, de opname van zijn credit card van € 1.000,- en de kosten voor een nieuwe Visa Card van € 7,50 komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [benadeelde 12] schadeloos gesteld en hem een vergoeding betaald van € 950,-. Dat betekent dat zijn materiële vordering nog € 1.007,50 bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
[benadeelde 13]
Vanwege het verlies van haar mobiele telefoon heeft [benadeelde 13] vergoeding van de kosten van een nieuwe telefoon ad € 548,- gevorderd. Deze kosten zijn een rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde feit onder 4. Deze vordering zal worden toegewezen nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
[benadeelde 15]
Het opgenomen bedrag van € 1.250,- van zijn Triodos bankrekening, de kosten van de gestolen Samsung telefoon ten bedrage van € 376,90 en de gestolen Samsung tablet van € 267,95 komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking. Dat de handtekening van [benadeelde 15] onder zijn verzoek tot schadevergoeding ontbreekt, maakt dit niet anders. Het ondertekenen van het verzoek is geen constitutief vereiste. Het doel van ondertekening is om na te gaan of [benadeelde 15] het indienen van de vordering heeft gewild. Door de inhoud van de vordering en de bijlagen daarbij in samenhang bezien met hetgeen uit de aangifte van [benadeelde 15] – die wel ondertekend is – blijkt, lijdt dit geen enkele twijfel, zodat de vordering toewijsbaar is. Triodos Bank heeft [benadeelde 15] schadeloos gesteld en hem een vergoeding betaald van € 1.250,-. Dat betekent dat zijn materiële vordering nog € 644,85 bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen.
Triodos Bank
Triodos Bank heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 23.392,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten. De vordering is naar het oordeel van de rechtbank voldoende gespecificeerd en onderbouwd om hierop te beslissen. De vordering is onder meer door overlegging van het overzicht van door de Triodos Bank uitgekeerde bedragen per klant in samenhang bezien met de schriftelijke aangifte met bijlagen, voldoende onderbouwd. Wel zal een deel van de vordering worden afgewezen nu, zoals ook door de verdediging en de officier van justitie opgemerkt, ook bedragen zijn gevorderd die aan niet in de tenlastelegging genoemde slachtoffers zijn uitgekeerd.
Triodos Bank heeft ook onderzoekskosten ten bedrage van € 380,- gevorderd. Triodos Bank is tot dit bedrag gekomen door het aantal uren gemoeid met het onderzoek, zijnde 20 uren, te vermenigvuldigen met een uurtarief van € 19,-. Omdat Triodos Bank bij deze berekening ook is uitgegaan van drie niet in de tenlastelegging genoemde slachtoffers, zullen de onderzoekskosten worden toegewezen voor zover die zien op de negen slachtoffers die wel in deze zaak zijn gevoegd. Dat betekent dat aan onderzoekskosten € 285,- zal worden toegewezen. In totaal zal van de vordering van Triodos Bank € 16.635,- worden toegewezen. Het meer gevorderde zal worden afgewezen.
[benadeelde 14]
De rechtbank zal [benadeelde 14] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte zal worden vrijgesproken ten aanzien van feit 4 voor zover dat is begaan tegen [benadeelde 14] . De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Wettelijke rente, hoofdelijkheid, de schadevergoedingsmaatregel en de proceskosten
De rechtbank zal over de toegewezen vorderingen van de benadeelde partijen ook de wettelijke rente toewijzen vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot de dag van volledig betaling op de wijze zoals hieronder bij het dictum is opgenomen.
Daarnaast worden de toegewezen bedragen hoofdelijk aan verdachte opgelegd. Er zijn immers nog een of meerdere medeverdachte(n). Dit betekent dat verdachte weliswaar tegenover de benadeelde partijen voor dat hele bedrag aansprakelijk is, maar indien de mededader(s) een deel van het bedrag betaalt/betalen, verdachte niet langer gehouden is om dat deel te betalen (en vice versa).
Ten slotte zal de rechtbank als extra waarborg voor betaling ten behoeve van de benadeelde partijen − ten aanzien van de verschillende toegewezen materiële en immateriële schadeposten − aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, op de wijze zoals hieronder is opgenomen. Dit geldt niet ten aanzien van de vordering van de Triodos Bank.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 45, 47, 56, 57, 311, 326, 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 4 en 5 primair en 3, 6 en 7 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 4 en 5 primair en 3, 6 en 7 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 tot en met 7 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 1 (één) jaar;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
5 (vijf) maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 3 (drie) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2006) zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* meewerkt aan het toezicht door de reclassering en zich meldt op afspraken met de reclassering zo vaak de reclassering dat nodig vindt;
* meewerkt aan diagnostiek en zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is gestart en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter dan de reclassering nodig vindt;
* zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk en/of een opleiding met een vaste structuur;
* inzicht geeft in zijn sociaal netwerk;
* meewerkt aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan adem- en/of urineonderzoek zolang en zo vaak de reclassering dit noodzakelijk acht;
* inzicht geeft in zijn financiën en zijn eventuele schulden.
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 shirt, kleur zwart, merk Louis Vuitton (goednummer 3134043)
  • 1 shirt, kleur wit, merk Gucci (goednummer 3134048)
  • 1 broek, kleur zwart, merk Amiri (goednummer 3134051)
  • 1 broek, kleur blauw, merk Amiri (goednummer 3134052)
  • 1 paar schoenen, kleur wit, merk Louis Vuitton (goednummer 3134058)
  • 1 paar schoenen, kleur zwart, merk Louis Vuitton (goednummer 3134061)
  • 1 paar schoenen, kleur wit, merk Louis Vuitton (goednummer 3134065)
  • 1 paar schoenen, kleur grijs, merk Dior (goednummer 3134068)
  • 1 paar schoenen, merk Christian Louboutin (goednummer 3134071)
  • 1 tas, merk Dior (goednummer 3134086)
  • personenauto kenteken [kenteken] (goednummer 3040538)
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 11 stuks verdovende middelen (goednummer 3220150)
  • 3 stuks vloei (goednummer 3220152)
  • 2 stuks hashish (goednummer 3220142)
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 1 blouse, kleur grijs, merk Amiri (goednummer 3134040)
  • 1 shirt, kleur zwart, merk Amiri (goednummer 3134042)
  • 1 gewatteerde winterjas, kleur zwart, merk Moncler (goednummer 3134053)
  • 1 paar schoenen (goednummer 3134076)
  • 1 paar schoenen, kleur roze (goednummer 3134084)
Benadeelde partij [benadeelde 2]
  • wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 5.376,50 (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 5.376,50,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 61 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
  • wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 2.529,- (bestaande uit € 2.029,- voor materiële schade en € 500,- voor immateriële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 2.529,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 35 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 9]
  • wijst de vordering van [benadeelde 9] toe tot een bedrag van € 1.000,- (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 9] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 9] aan de Staat € 1.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 20 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 5]
  • wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot een bedrag van € 2.993,29 (bestaande uit € 2.493,29 voor materiële schade en € 500,- voor immateriële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 2.993,29 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 39 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 13]
  • wijst de vordering van [benadeelde 13] toe tot een bedrag van € 548,- (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 13] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 13] aan de Staat € 548,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 10 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 12]
  • wijst de vordering van [benadeelde 12] toe tot een bedrag van € 1.007,50 (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 12] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 12] aan de Staat € 1.007,50 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 20 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 15]
  • wijst de vordering van [benadeelde 15] toe tot een bedrag van € 644,85 (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 15] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 15] aan de Staat € 644,85 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 12 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij Triodos Bank N.V.
  • wijst de vordering van Triodos Bank N.V. toe tot een bedrag van € 16.635,- (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Triodos Bank N.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop Triodos Bank N.V. de gedupeerden schadeloos heeft gesteld tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • wijst de vordering van Triodos Bank N.V. voor wat betreft het meer gevorderde af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 14]
  • verklaart [benadeelde 14] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt [benadeelde 14] in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. den Haan, voorzitter, mrs. S.C. Hagedoorn en T. van Haaren-Paulus, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T. Lap, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 oktober 2024.
Mrs. Hagedoorn en Van Haaren-Paulus zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Inzake 16/075394-23
Feit 1
hij, op of omstreeks 14 maart 2023 te Breda, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , rekeninghouder(s) van de Triodos bank en/of ABN AMRO bank, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meerdere bankpassen en/of creditcards en/of een mobiele telefoon, althans een of meer andere goederen, en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder IBAN-nummers en/of gebruikersnamen en/of wachtwoorden) van zijn/haar/hun bankaccount(s) en/of van de pincode(s) van zijn/haar/hun bankpassen en/of van vergrendelcodes van zijn/haar/hun mobiele apparaten, althans een of meer andere gegevens, door:
- die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en/of
- die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] te vertellen dat er vreemde transacties op de bankrekeningen van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] plaatsvonden en/of dat er getracht was geld over te maken naar het buitenland en/of dat er virussen in de
bankrekeningen van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] zaten en/of dat de bankpassen van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] werden nagemaakt en/of dat er een virus in de mobiele telefoon van die [benadeelde 2] zat, en/of
- die [benadeelde 1] te verzoeken om (zogenaamd anoniem) de pincode(s) in te spreken, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen en/of de mobiele telefoon op te halen, en/of
- mede te delen dat de bankpas(sen) en/of de mobiele telefoon om 19:00 uur teruggebracht zouden worden, en/of
- bij de woning van die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpassen en/of de creditcards en/of de mobiele telefoon van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] te vragen,
waardoor die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen,
op of omstreeks 14 maart 2023 te Breda, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , rekeninghouder(s) van de Triodos bank en/of ABN AMRO bank, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meerdere bankpassen en/of creditcards en/of een mobiele telefoon, althans een of meer andere goederen, en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder IBAN-nummers en/of gebruikersnamen en/of wachtwoorden) van zijn/haar/hun bankaccount(s) en/of van de pincode(s) van zijn/haar/hun bankpassen en/of van vergrendelcodes van zijn/haar/hun mobiele apparaten, althans een of meer andere gegevens, door:
- die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] te bellen en zich onder valse naam voor tedoen als een bankmedewerkster, en/of
- die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] te vertellen dat er vreemde transacties op de bankrekeningen van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] plaatsvonden en/of dat er getracht was geld over te maken naar het buitenland en/of dat er virussen in de
bankrekeningen van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] zaten en/of dat de bankpassen van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] werden nagemaakt en/of dat er een virus in de mobiele telefoon van die [benadeelde 2] zat, en/of
- die [benadeelde 1] te verzoeken om (zogenaamd anoniem) de pincode(s) in te spreken, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen en/of de mobiele telefoon op te halen, en/of
- mede te delen dat de bankpas(sen) en/of de mobiele telefoon om 19:00 uur teruggebracht zouden worden, en/of
- bij de woning van die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpassen en/of de creditcards en/of de mobiele telefoon van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] te vragen,
waardoor die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 14 maart 2023 te Breda, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [medeverdachte 2] met de auto naar de woning van die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] te brengen en/of die [medeverdachte 2] van instructies te
voorzien, waarna die [medeverdachte 2] de bankpassen en/of creditcards en/of de mobiele telefoon van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] kon ophalen;
Feit 2
hij, op een of meer tijdstippen op of omstreeks 14 maart 2023 te Breda, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
een of meerdere geldbedragen, te weten in totaal ongeveer € 20.250,-, in elk geval enig geldbedrag, welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , rekeninghouder(s) van de Triodos bank en/of ABN AMRO bank, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s),
- door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, en/of
- door zonder toestemming met de verkregen (inlog)gegevens geld over te boeken, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen,
op of omstreeks 14 maart 2023 te Breda, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een of meerdere geldbedragen, te weten in totaal ongeveer € 20.250,-, in elk geval enig geldbedrag, welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , rekeninghouder(s) van de Triodos bank en/of ABN AMRO bank, in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte 2] en/of haar mededader(s), waarbij die [medeverdachte 2] en/of haar mededader(s) het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s),
- door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, en/of
- door zonder toestemming met de verkregen (inlog)gegevens geld over te boeken, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan die [medeverdachte 2] en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 14 maart 2023 te Breda, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [medeverdachte 2] naar de betaalautomaten te brengen en/of die [medeverdachte 2] van instructies te voorzien;
Feit 3
hij, op of omstreeks 14 maart 2023 te Almere en/of Breda, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een of meerdere geldbedragen, te weten in totaal ongeveer € 20.000,- in Bitcoins, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en dat/die weg te nemen geldbedrag(en), althans enig goed, onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een (of meer) valse sleutel(s), te weten door zonder toestemming gebruik te maken van de onrechtmatig verworven inloggegevens van het Bitvavo-account van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of een afbeelding waarop die [benadeelde 2] te zien is, in de online Bitvavo-omgeving te uploaden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 4
hij, in of omstreeks de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en/of Poortugaal en/of Heinkenszand en/of Eede en/of Ridderkerk en/of Arnhem en/of Utrecht en/of Hilversum en/of Koog aan de Zaan en/of Hardegarijp en/of Joure , in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank en/of ASN bank en/of Volksbank, te weten:
1. [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] (€ 3.700,-), en/of
2. [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] (€ 4.935,-), en/of
3. [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] (€ 2.500,-), en/of
4. [benadeelde 9] (€ 2.250,-), en/of
5. [benadeelde 10] (€1.250,-), en/of
6. [benadeelde 11] (€ 4.750,-), en/of
7. [benadeelde 12] (€ 1.950,-), en/of
8. [benadeelde 13] (€ 1.000,-), en/of
9. [benadeelde 14] (€ 959,-), en/of
10. [benadeelde 15] (€ 1.250,-),
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of mobiele telefoon(s) en/of tablet(s), althans een of meer andere goederen, en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecodes en/of pincodes) van zijn/haar/hun bankaccount(s), althans een of meer andere gegevens, door:
- voornoemde rekeninghouder(s) te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er (vanuit het buitenland) getracht was/werd geld af te schrijven van zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat er verdachte overboekingen van (grote) geldbedragen hebben plaatsgevonden vanaf
zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat criminelen in zijn/haar/hun bankrekeningen zitten en/of dat er met zijn/haar/hun bankrekeningen werd geknoeid, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te verzoeken om (zogenaamd anoniem) zijn/haar/hun pincode(s) in te spreken, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of (vervolgens) tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het bestellen van een iPhone bij een zogenaamde nepversie van de webwinkel van de mediamarkt en/of deze bestelling online te betalen, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen en/of de mobiele telefoons en/of tablets op te halen, en/of
- bij de woning van voornoemde rekeninghouder(s) langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpassen en/of de creditcards en/of de mobiele telefoons en/of de tablets te vragen, waardoor voornoemde rekeninghouder(s) en/of anderen werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen,
in of omstreeks de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en/of Poortugaal en/of Heinkenszand en/of Eede en/of Ridderkerk en/of Arnhem en/of Utrecht en/of Hilversum en/of Koog aan de Zaan en/of Hardegarijp en/of Joure , in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank en/of ASN bank en/of Volksbank, te weten:
1. [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] (€ 3.700,-), en/of
2. [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] (€ 4.935,-), en/of
3. [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] (€ 2.500,-), en/of
4. [benadeelde 9] (€ 2.250,-), en/of
5. [benadeelde 10] (€1.250,-), en/of
6. [benadeelde 11] (€ 4.750,-), en/of
7. [benadeelde 12] (€ 1.950,-), en/of
8. [benadeelde 13] (€ 1.000,-), en/of
9. [benadeelde 14] (€ 959,-), en/of
10. [benadeelde 15] (€ 1.250,-),
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of mobiele telefoon(s) en/of tablet(s), althans een of meer andere goederen, en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens
(waaronder autorisatiecodes en/of pincodes) van zijn/haar/hun bankaccount(s), althans een of meer andere gegevens, door:
- voornoemde rekeninghouder(s) te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er (vanuit het buitenland) getracht was/werd geld af te schrijven van zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat er verdachte overboekingen van (grote) geldbedragen hebben plaatsgevonden vanaf
zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat criminelen in zijn/haar/hun bankrekeningen zitten en/of dat er met zijn/haar/hun bankrekeningen werd geknoeid, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te verzoeken om (zogenaamd anoniem) zijn/haar/hun pincode(s) in te spreken, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of (vervolgens) tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het bestellen van een iPhone bij een zogenaamde nepversie van de webwinkel van de mediamarkt en/of deze bestelling online te betalen, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen en/of de mobiele telefoons en/of tablets op te halen, en/of
- bij de woning van voornoemde rekeninghouder(s) langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpassen en/of de creditcards en/of de mobiele telefoons en/of de tablets te vragen, waardoor voornoemde rekeninghouder(s) en/of anderen werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en/of Poortugaal en/of Heinkenszand en/of Eede en/of Ridderkerk en/of Arnhem en/of Utrecht en/of Hilversum en/of Koog aan de Zaan en/of Hardegarijp en/of Joure , in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen, met de auto naar de woning van voornoemde rekeninghouder(s) te brengen en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen van instructies te voorzien;
Feit 5
hij, in of omstreeks de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en/of Poortugaal en/of Heinkenszand en/of Eede en/of Ridderkerk en/of Arnhem en/of Utrecht en/of Hilversum en/of Koog aan de Zaan en/of Joure , in elk geval in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een of meerdere geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank en/of ASN bank en/of Volksbank, te weten:
1. [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] (€ 3.700,-), en/of
2. [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] (€ 4.935,-), en/of
3. [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] (€ 2.500,-), en/of
4. [benadeelde 9] (€ 2.250,-), en/of
5. [benadeelde 10] (€1.250,-), en/of
6. [benadeelde 11] (€ 4.750,-), en/of
7. [benadeelde 12] (€ 1.950,-), en/of
8. [benadeelde 13] (€ 1.000,-), en/of
9. [benadeelde 15] (€ 1.250,-),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen,
in of omstreeks de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en/of Poortugaal en/of Heinkenszand en/of Eede en/of Ridderkerk en/of Arnhem en/of Utrecht en/of Hilversum en/of Koog aan de Zaan en/of Joure , in elk geval in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een of meerdere geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank en/of ASN bank en/of Volksbank, te weten:
1. [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] (€ 3.700,-), en/of
2. [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] (€ 4.935,-), en/of
3. [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] (€ 2.500,-), en/of
4. [benadeelde 9] (€ 2.250,-), en/of
5. [benadeelde 10] (€1.250,-), en/of
6. [benadeelde 11] (€ 4.750,-), en/of
7. [benadeelde 12] (€ 1.950,-), en/of
8. [benadeelde 13] (€ 1.000,-), en/of
9. [benadeelde 15] (€ 1.250,-),
in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte 2] en/of haar mededader(s), waarbij die [medeverdachte 2] en/of haar mededader(s) het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 14 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en/of Poortugaal en/of Heinkenszand en/of Eede en/of Ridderkerk en/of Arnhem en/of Utrecht en/of Hilversum en/of Koog aan de Zaan en/of Hardegarijp en/of Joure , in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen, met de auto naar de woning van voornoemde rekeninghouder(s) te brengen en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen van instructies te voorzien;
Feit 6
hij, in of omstreeks de periode van 15 maart 2023 tot en met 16 maart 2023, te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(van) een of meer voorwerpen, te weten merkkleding, merkschoenen en merktassen, en/of (van) een geldbedrag, te weten een bedrag van in totaal ongeveer € 20.405,-,
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf;
Inzake 16/277141-23
hij, op of omstreeks 12 september 2023 te Lelystad, in elk geval in Nederland,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 3,67 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.