ECLI:NL:RBMNE:2024:5743

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
16/075 395-23; 05/338366-22 en 16/335924-23 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens bankhelpdeskfraude, oplichting, diefstal, witwassen en computervredebreuk

Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan bankhelpdeskfraude. De verdachte heeft op slinkse wijze bankpassen, creditcards, pincodes, telefoons en tablets van slachtoffers, voornamelijk oudere en kwetsbare personen, bemachtigd om geld van hun bankrekeningen te stelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor medeplegen van oplichting, medeplegen van witwassen, diefstal, valsheid in geschrifte en medeplegen van computervredebreuk. De vorderingen van benadeelde partijen zijn grotendeels toegewezen, en er is een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. De verdachte is veroordeeld tot 240 dagen jeugddetentie, waarvan 235 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een onvoorwaardelijke taakstraf van 200 uur. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de positieve ontwikkeling van de verdachte in de hulpverlening.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/075 395-23; 05/338366-22 en 16/335924-23 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 oktober 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum 1] 2006 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: [verdachte] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 24 september 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.E. Lohuis en van hetgeen [verdachte] en haar raadsman, mr. D.A.W. Dekker, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat [verdachte] :
Inzake 16/075395-23
feit 1
samen met anderen op 14 maart 2023 in Breda [aangever 1] en [aangever 2] heeft opgelicht door middel van bankpasfraude;feit 2
samen met anderen op 14 maart 2023 in Breda een bedrag van in totaal € 20.250,- heeft gestolen van [aangever 1] en [aangever 2] met gebruik van de door bankpasfraude verkregen bankpassen en inloggegevens;feit 3
samen met anderen in de periode van 13 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 in meerdere plaatsen in Nederland, [aangever 3] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 7] , [aangever 8] , [aangever 9] , [aangever 10] , [aangever 11] , [aangever 12] , [aangever 13] , [aangever 14] , [aangever 15] en [aangever 16] , heeft opgelicht door middel van bankpasfraude;feit 4
samen met anderen in de periode van 13 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 in meerdere plaatsen in Nederland, geldbedragen heeft gestolen van [aangever 3] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 7] , [aangever 8] , [aangever 9] , [aangever 10] , [aangever 11] , [aangever 12] , [aangever 13] , [aangever 14] , [aangever 15] en [aangever 16] , met gebruik van de door bankpasfraude verkregen bankpassen en inloggegevens;
feit 5samen met anderen op of omstreeks 16 maart 2023 in Almere, merkkleding, -schoenen en
-tassen en een bedrag van ongeveer € 20.405, waarvan zij wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van enig misdrijf afkomstig waren heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad;
feit 6
op of omstreeks 16 maart 2023 in Almere een iPad Air met daarop leadlijsten met bank- en adresgegevens van een aantal personen ter beschikking heeft gesteld en/of voorhanden heeft gehad, waarvan zij wist dat die bestemd waren voor oplichting en/of diefstal;
Inzake 05/338366-22
(hierna te noemen feit 7)
samen met anderen op 21 april 2022 in Velp [aangever 17] heeft opgelicht door middel van bankpasfraude;
(hierna te noemen feit 8)
samen met anderen op 21 april 2022 in Velp, een iPad en € 160,- heeft gestolen van [aangever 17] met gebruik van de door bankpasfraude verkregen bankpassen en inloggegevens;
Inzake 16/335924-23
(hierna te noemen feit 9)
samen met anderen in de periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 in Almere meermalen de server van de internetbankieren omgeving van de Rabobank en ABN AMRO Bank heeft gehackt en een device van [aangever 18] , [aangever 19] , [aangever 20] , [aangever 21] , [aangever 22] en [aangever 23] is binnengedrongen;
(hierna te noemen feit 10)
samen met anderen in de periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 in Almere , [aangever 18] , [aangever 19] , [aangever 24] , [aangever 25] , [aangever 20] , [aangever 21] , [aangever 22] en [aangever 23] heeft opgelicht door
eerst een misleidend WhatsApp bericht te sturen en zich daarna telefonisch als bankmedewerker voor te doen, door middel van Anydesk de computers van deze personen binnen te dringen en hen te bewegen tot het autoriseren van de banktransactie;
(hierna te noemen feit 11)
samen met anderen in de periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 in Almere , geldbedragen heeft gestolen van [aangever 19] , [aangever 24] , [aangever 25] , [aangever 20] , [aangever 21] , [aangever 22] en [aangever 23]
door zich voor te doen als bankmedewerker en door een samenweefsel van verdichtsels te bewegen transacties goed te keuren.
De rechtbank nummert de bij de dagvaardingen met de parketnummers 16/075395-23, 05/338366-22 en 16/335924-23 ten laste gelegde feiten respectievelijk als de feiten 1 tot en met 6, feit 7 en 8 en feit 9 t/m 11.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om de zaak inhoudelijk te behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Inzake 16/075395-23
(oplichting en diefstal in Breda, Almere , Rotterdam, Poortugaal, Heinkenszand, Eede, Ridderkerk, Hilversum, Amsterdam, Koog aan de Zaan en/of Joure, witwassen en valsheid in geschrifte)
[verdachte] bekent dat zij in Breda, Rotterdam, Poortugaal, Heinkenszand, Eede, Ridderkerk, Hilversum en Amsterdam mensen heeft opgelicht en bestolen. De verdediging refereert zich ten aanzien van de bewezenverklaring voor feit 1 tot en met 6 aan het oordeel van de rechtbank. Die bekentenis heeft echter geen betrekking op de aangifte zoals gedaan door [aangever 11] , [aangever 12] , [aangever 15] en [aangever 16] . Ten aanzien van deze aangevers verzoekt de verdediging om partiële vrijspraak (feit 3 en 4). Het verweer dat de verdediging hiertoe heeft gevoerd, zal hieronder bij de bewijsoverweging worden besproken.
Inzake 05/338366-22
(oplichting en diefstal in Velp)
[verdachte] bekent dat zij in Velp, samen met anderen, mensen heeft opgelicht en bestolen. De verdediging refereert zich daarom ten aanzien van de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.
Inzake 16/335924-23
(computervredebreuk, oplichting en diefstal in Almere )
De raadsman heeft partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van een aantal aangevers. De verweren die de verdediging hiertoe heeft gevoerd, zullen hieronder bij de bewijsoverwegingen worden besproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
De bewijsmiddelen
Inzake 16/075395-23 en 16/335924-23
De rechtbank acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Inzake 05/338366-22
De feiten zijn door [verdachte] begaan. [verdachte] heeft de ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 september 2024;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte, genummerd PL0600-2022174061-2 opgemaakt door [verbalisant 1] , hoofdagent bij politie Oost-Nederland, en gesloten op 28 april 2022, houdende een verklaring van [aangever 17] (pagina 5 tot en met 7 van het procesdossier);
  • het proces-verbaal van bevindingen van 23 mei 2022, genummerd PL0600-2022174061-7 opgemaakt door [verbalisant 2] , aspirant bij politie Oost-Nederland, houdende het uitkijken door de verbalisant van camerabeelden met aangehecht fotobijlagen (paginanummer 12 tot en met 14 van het procesdossier).
4.3.2.
De bewijsoverwegingen
Ter zake 16/075395-23 (de Triodos-oplichting)
Modus operandi
In de periode half februari 2023 tot half maart 2023 werd bij de politie meerdere malen aangifte gedaan van soortgelijke (pogingen tot) oplichting en diefstal. Uit de verschillende aangiftes komt naar voren dat de daders een min of meer vaste werkwijze hanteerden om de slachtoffers bankpassen en bankgegevens afhandig te maken. Deze modus operandi, die ook gebruikt wordt in andere zaken van bankhelpdeskfraude, kent een aantal stappen:
  • de eerste stap is dat de daders de hand weten te leggen op persoonsgegevens van slachtoffers, zogenaamde leads. Zo beschikken de daders over namen, telefoonnummers en bankrekeningnummers (van één bank; in de onderhavige zaak de Triodos bank) van een groot aantal potentiële slachtoffers;
  • vervolgens belt één van de (veelal vrouwelijke) daders, de zogenaamde social engineer, het potentiële slachtoffer. Zij stelt zich voor onder een valse naam en zegt werkzaam te zijn op de fraudeafdeling van de, in deze zaak, Triodos Bank. In de onderhavige zaak werd meerdere malen de naam [A] gebruikt;
  • de social engineer creëert al snel een penibele situatie door het slachtoffer voor te houden dat een groot bedrag van de bankrekening was geprobeerd te halen, dat de bank dit had weten te voorkomen en de bankpassen omgeruild moeten worden omdat die besmet zijn. Haast is geboden;
  • de social engineer biedt een helpende hand en geeft aan dat het programma Anydesk (een externe desktopapplicatie) dient te worden gedownload om de rekening en de systemen van het slachtoffer op virussen te kunnen controleren. Hoewel de social engineer aangeeft dat dit een anti-virusscanner is, is dit in werkelijkheid een remote control applicatie waarmee de social engineer op afstand kan meekijken met wat het slachtoffer op zijn/haar scherm ziet en doet;
  • vervolgens bemachtigt de social engineer de pincodes en eventuele andere inloggegevens van de betaalpas(sen) en/of creditcard(s) van het slachtoffer door hem/haar de pincodes hetzij in te laten spreken, hetzij in te laten voeren op het scherm;
  • tot slot wordt de komst aan huis van een collega van de bank aangekondigd, die zich ook daadwerkelijk kort daarna aan de deur meldt en identificeert met een alias en een controlenummer. Dit nummer heeft de social engineer aan het slachtoffer doorgegeven. Deze zogenaamde collega van de social engineer wordt (veelal) door de slachtoffers binnen gelaten. Aldaar worden de bankpassen doorgeknipt, waarbij de chip in stand gelaten wordt, waarna deze collega – met de passen – weer vertrekt. In enkele gevallen is ook een telefoon en/of tablet meegegeven voor controle op virussen. Doorgaans wordt in de uren na dit bezoek geld afgeschreven van de bankrekeningen van de slachtoffers. Naar later blijkt door pintransacties en aankopen.
Ten aanzien van feit 1 en 2
Aangevers [aangever 1] en [aangever 2] .
[verdachte] heeft deze feiten bekend. Op grond van die bekennende verklaring, de aangiftes en de camerabeelden waarop [verdachte] is herkend, acht de rechtbank deze feiten wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 3 en 4
Aangevers [aangever 3] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 7] , [aangever 8] , [aangever 9] , [aangever 10] , [aangever 13] en [aangever 14] .
[verdachte] heeft deze feiten bekend ten aanzien van de volgende aangevers: [aangever 3] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 7] , [aangever 8] , [aangever 9] , [aangever 10] , [aangever 13] en [aangever 14] . Op grond van die bekennende verklaring, de aangiftes en de camerabeelden waarop [verdachte] is herkend, acht de rechtbank deze feiten – in ieder geval met betrekking tot deze aangevers – wettig en overtuigend bewezen.
Aangevers [aangever 11] , [aangever 12] , [aangever 15] en [aangever 16]
Ten aanzien van aangevers [aangever 11] , [aangever 12] , [aangever 15] en [aangever 16] heeft de verdediging om partiële vrijspraak verzocht. [verdachte] bekent dat zij in de auto van de daders aanwezig was, maar zij ontkent verder enige betrokkenheid te hebben gehad. Volgens de verdediging is haar enkele aanwezigheid van onvoldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit het onderzoek naar het uitstralen van de telefoon van [verdachte] komt naar voren dat haar telefoon op het tijdstip van de oplichting in de buurt van de woningen van [aangever 11] , [aangever 12] , [aangever 15] en [aangever 16] uitstraalde. Ter zitting heeft [verdachte] bevestigd dat zij op dat moment inderdaad in de auto zat met de mannelijke medeverdachte en een ander meisje. [verdachte] heeft ter zitting verklaard dat zij in de auto wachtte op de momenten dat dit andere meisje de bankpassen bij de aangevers ophaalde. [verdachte] heeft bekend dat zij in de ochtend van 20 februari 2023 heeft gewerkt als ophaler van de passen in Ridderkerk (bij aangever [aangever 10] ). Die dag is zij met medeverdachte doorgereden naar Arnhem, naar het adres van [aangever 11] . Of [verdachte] in de gevallen van [aangever 11] , [aangever 12] , [aangever 16] en [aangever 15] een minder actieve rol vervulde, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan haar rol als medepleger. Ze was immers onderdeel van de dadergroep. Ze was ter plaatse, wist precies waar zij en de mededaders mee bezig waren en ze plukte de vruchten van deze daden.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden dat tussen [verdachte] en de mededaders sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Dat de rolverdeling daarbij verschilt doet daar niets aan af. Het geheel aan handelen van de groep kan daarom – ten aanzien van alle aangevers – aan verdachte als mededader worden toegerekend.
Ten aanzien van feit 5
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat tijdens de doorzoeking in de slaapkamer van verdachte een aanzienlijke hoeveelheid merkkleding, -schoenen, -tassen en parfum is aangetroffen. Ook werd € 20.405,- aan contant geld, opgeborgen in een kartonnen doos, in beslag genomen. Verder was [verdachte] in het bezit van diverse kassabonnen waaruit blijkt dat grote luxe aankopen contant zijn voldaan. Ook is de slaapkamer van de medeverdachte doorzocht. Aldaar werd eveneens een aanzienlijke hoeveelheid merkkleding, -schoenen en -tassen aangetroffen.
Ter zitting heeft [verdachte] verklaard dat zij van de medeverdachte regelmatig dure spullen kreeg. Daarnaast zijn zij samen naar Parijs geweest waar hij luxe merkkleding en schoenen voor haar kocht. Voor het werk dat [verdachte] verrichtte ter zake de ten laste gelegde feiten ontving [verdachte] bedragen op haar rekening met als omschrijving ‘werk’. Uit door de politie verricht onderzoek naar de financiën van [verdachte] blijkt dat zij geen inkomsten van een werkgever ontvangt, toch ontving zij in de periode tussen 20 september 2022 en 16 maart 2023 in totaal € 7.337,27 op haar bankrekening.
[verdachte] heeft verklaard dat de merkkleding, -schoenen en -tassen cadeautjes waren van de medeverdachte, maar zij heeft ook erkend dat ze wist dat hij geen legale inkomsten had. Zij wist dus dat deze goederen niet met legaal geld waren aangeschaft, zodat de rechtbank bewezen verklaart dat deze goederen met het door [verdachte] en medeverdachten uit misdrijf ontvangen geld zijn gekocht. Door deze goederen aan te schaffen en het contante geld in een doos te verstoppen, hebben verdachten de herkomst van het crimineel verkregen geld verhuld. Ook ten aanzien van dit tenlastegelegde feit ziet de rechtbank een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. [verdachte] ontving immers geld van medeverdachte, kocht van het ‘verdiende’ door samen te werken met medeverdachte dure (luxe) goederen, ontving dure (luxe) goederen van medeverdachte en heeft een deel van de buit – op instructie van medeverdachte – bewaard. De rechtbank acht derhalve bewezen dat [verdachte] schuldig is aan medeplegen van witwassen.
Ten aanzien van feit 6
[verdachte] heeft dit feit bekend. Op grond van die bekennende verklaring en het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 3] , genummerd 2023087844-23 en gesloten op 20 april 2023, waaruit blijkt dat op de bij [verdachte] aangetroffen iPad leadlijsten zijn aangetroffen, acht de rechtbank deze feiten wettig en overtuigend bewezen.
Ter zake 05/338366-22 (Oplichting te Velp)
[verdachte] heeft de onder dit parketnummer ten laste gelegde feiten (feit 7 en 8) ter terechtzitting bekend. Echter kon zij zich niet meer herinneren of zij na de aankoop van de iPad ook nog € 160,- had gepind van de rekening van [aangever 17] . Van die transactie zijn geen beelden beschikbaar. Aan de feiten dat [verdachte] de beschikking had over de bankpas van het slachtoffer en het gebruik door haar van die pas in de MediaMarkt die op korte afstand van de betreffende pinautomaat is gelegen, verbindt de rechtbank de conclusie dat [verdachte] een rol moet hebben gehad bij het pinnen van € 160,- van de rekening van aangever. Of zij daadwerkelijk zelf heeft gepind of daartoe de pas en de pincode aan een medeverdachte heeft gegeven is in deze situatie niet van belang, duidelijk is dat sprake is van medeplegen door [verdachte] .
Ter zake 16/335924-23 (Spoofing)
Ten aanzien van feiten 9 en 10
Aangever [aangever 18]
[verdachte] heeft deze feiten bekend ten aanzien van de aangever [aangever 18] . Op grond van die bekennende verklaring, de aangifte en de stemherkenning waarop [verdachte] is herkend, acht de rechtbank deze feiten – in ieder geval met betrekking tot deze aangever – wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feiten 9, 10 en 11
Aangevers [aangever 19] , [aangever 20] , [aangever 22] , [aangever 23] , [aangever 24] en [aangever 25] .
De verdediging heeft partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van aangever [aangever 19] , [aangever 20] , [aangever 22] , [aangever 23] , [aangever 24] en [aangever 25] . Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat twijfelachtig is wat de betrokkenheid van [verdachte] is geweest. De verdediging stelt zich op het standpunt dat de stemvergelijking en stemherkenning van verbalisanten niet als bewijs kan worden gebruikt. Naar de mening van de verdediging valt niet uit te sluiten dat de stemherkenningen zijn beïnvloed doordat de verbalisanten zich in meer of mindere mate hebben laten leiden door de zeer beperkte, vaste groep van personen.
De rechtbank overweegt als volgt.
Spoofing
Spoofing is het vervalsen van kenmerken, met als doel om tijdelijk een valse identiteit aan te nemen [1] . In dit geval gaat het om het vervalsen van telefoonnummers. Dat betekent dat het weergegeven telefoonnummer dat de persoon die gebeld wordt ziet, het zogenaamde Caller ID, is geconfigureerd met behulp van een applicatie. Het is dus niet het werkelijke nummer van de beller, maar een gespooft nummer. Die gespoofte nummers die de slachtoffers in deze zaak zagen lijken sterk op nummers die door banken worden gebruikt en werden daarom ook vertrouwd door de aangevers. Om gebruik te kunnen maken van spoofing moet betaald worden en worden de gesprekken via een bepaalde server gevoerd. De politie is de in deze zaak gebruikte spoofing dienst op het spoor gekomen en heeft een periode de gesprekken die via deze applicatie werden gevoerd getapt. Via de spoofing accounts met de nummers eindigend op * [nummer 1] en * [nummer 2] zijn meerdere gesprekken gevoerd die kunnen worden aangemerkt als (pogingen tot) bankhelpdeskfraude. Die gesprekken zijn gekoppeld aan bij de politie bekende aangiftes. In alle zaken die op de tenlastelegging staan zijn de slachtoffers gebeld via de spoofing account met het nummer eindigend op * [nummer 2] .
De gesprekken met de aangevers volgen in grote lijnen de modus operandi die hiervoor bij de oplichting van de Triodos klanten is beschreven. Bij de aangevers in dit parketnummer gaat het steeds om houders van een rekeningnummer bij Rabobank of ING Bank. Een aantal afwijkingen in de modus operandi vallen op:
  • een aantal aangevers zien een pop-up op hun computerscherm die afkomstig lijkt te zijn van Rabobank met de mededeling dat er een mogelijk virus was en de vraag of zij assistentie willen; als ze dat willen kunnen ze hun nummer invullen en worden ze gebeld;
  • enkele aangevers zijn eerst slachtoffer van zogenaamde ‘whats-app-fraude’ en worden, nadat ze aan de betreffende oplichter(s) geld hebben overgemaakt, benaderd door iemand die zegt van de Rabobank of ING Bank te zijn en die ze wijst op de oplichting en ze gaat “helpen” bij het voorkomen van erger;
  • bij een aantal aangevers werd (geprobeerd) op afstand overboekingen vanuit de bankrekening van de aangever naar rekeningen bij onder meer Bank Frick of Kraken te verrichten;
  • de beller maakte niet alleen gebruik van de naam [B] , maar ook van de aliassen [C] , [D] en [E] . Tevens gebruikte een mannelijke beller de aliassen [F] en [G] .
De vraag die door de rechtbank beantwoord moet worden, is of [verdachte] een rol had bij de oplichtingen en diefstal, hoe groot die rol was en of zij die rol ten aanzien van alle aangevers heeft gehad.
Stemherkenning [verdachte]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft op de spoofing accounts met de nummers eindigend op * [nummer 1] en * [nummer 2] gesprekken beluisterd. Hij hoorde daarin de stemmen van minimaal zeven verschillende bellers, waarvan 3 mannelijke en 4 vrouwelijke bellers. Hij hoorde dat de aliassen [B] , [C] en [D] door dezelfde vrouwelijke beller werd gebruikt. Dit was de zelfde vrouwelijke en tevens enige beller die op het account [account] actief was.
Testgesprekken
Uit de getapte data en beluisterde gesprekken, blijken enkele zogenoemde testgesprekken. De beller belt dan naar een eigen toestel om te controleren of het gespoofte telefoonnummer juist wordt weergegeven. Uit de veiliggestelde gegevens blijkt dat op het spoofing account met de nummers eindigend op * [nummer 1] en * [nummer 2] respectievelijk 5 en 10 keer wordt uitgebeld naar een 06-nummer eindigend op * [nummer 3] . In de corresponderende gesprekken wordt door verbalisant [verbalisant 4] de stem van de beller gehoord die ook onder de aliassen [B] , [C] en [D] opereerde. Het telefoonnummer eindigend op * [nummer 3] wordt vermeld in een proces-verbaal verhoor verdachte in de oplichtingszaak te Velp (feiten 7 en 8) en zo gelinkt aan [verdachte] .
Gesprekken tijdens de kiestoon
De gesprekken van de veiliggestelde uitgaande oproepen beginnen op het moment dat de kiestoon overgaat. Hierdoor worden ook gesprekken tussen personen in de ruimte van de beller opgenomen, voordat de uitgaande oproep wordt beantwoord. Tijdens één van deze ‘kiestoon-gesprekken’ – op [geboortedag] 2022 – hoort de verbalisant de vrouwelijke beller zeggen:
“ik ben jarig, iedereen zegt: "Gefeliciteerd", ik kan niet iedereen facking 5 uur lang open laten, da’s onbeleefd”. [verdachte] is jarig op [geboortedag] .
Tijdens een ander ‘kiestoon-gesprek’ hoort de verbalisant de vrouwelijke beller het volgende zeggen: “
Een jongen vroeg of ik op ophaal wilde en ik was gestopt. Uiteindelijk ik dacht gewoon weet je, is gewoon snel effe 500 euro. Laat maar gewoon gaan. Toen, toevallig, kwam [medeverdachte] me ophalen met zo'n andere jongen. Maar zo'n kerel die daarbij was, ze waren gelijk: "Je gaat voor ons bellen, je gaat voor ons bellen, je gaat voor ons bellen, toch?" ik dacht van "Nee, ik wil die shit niet meer." Op een gegeven moment hadden ze me omgepraat”. Uit de politiesystemen blijkt dat [verdachte] een relatie heeft of heeft gehad met [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 2003 te [geboorteplaats] . [medeverdachte] is de medeverdachte in de zaak aangaande de oplichting van Triodos-klanten (feiten 1 tot en met 6). Verbalisant [verbalisant 4] herkende de stem in beide bovengenoemde gesprekken als de vrouwelijke beller die ook de aliassen [B] , [C] en [D] hanteerde.
Verklaring [verdachte] ter zitting
Ter zitting heeft [verdachte] over het bellen onder een ispoof-account het volgende verklaard:
“Het is mijn stem die tijdens de kiestoon is te horen. We zaten met meer meisjes in de ruimte. We belden onder de deknamen: [B] , [C] en [D] . Ook ik belde, maar naar wie weet ik niet meer. Voor dit werk kreeg ik een percentage van de opbrengst”.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden voldoende dat [verdachte] in de tenlastegelegde periode heeft gebeld naar alle tenlastegelegde aangevers. De rechtbank heeft geen redenen aan te nemen dat de door de voornoemde verbalisant gedane stemherkenningen onjuist zouden zijn. Van het zeer grote aantal gesprekken verbindt verbalisant slechts enkele gesprekken, en dus niet het geheel aan vrouwelijke bellers onder de voornoemde aliassen, aan [verdachte] waarbij hij verwijst naar testgesprekken en gesprekken tijdens de kiestoon. Nu ook [verdachte] zelf bekent in de tenlastegelegde periode te hebben gebeld, acht de rechtbank de feiten 9, 10 en 11 wettig en overtuigend bewezen. Daarbij merkt zij op dat [verdachte] bij deze fraude een cruciale rol in het geheel heeft gehad.
De geschetste werkwijze, zoals die uit de bewijsmiddelen en hetgeen ter terechtzitting is besproken volgt, impliceert naar het oordeel van de rechtbank een aanzienlijke mate van organisatie, professionaliteit, structuur en taakverdeling. Verdachte en haar medeverdachten verrichtten verschillende handelingen die elkaar kort in tijd opvolgden of simultaan plaatsvonden en die moeten zijn afgestemd om het gemeenschappelijke doel te bereiken. Er was sprake van een dadergroep, die zich in de ten laste gelegde periode bezighield met het oplichten van slachtoffers door middel van spoofing. Binnen deze dadergroep werd aldus nauw en bewust samengewerkt en de taken werden verdeeld. Elk van de deelnemers vervulde binnen de geschetste werkwijze een onmisbare rol, die een wezenlijke en essentiële bijdrage vormde aan het uiteindelijke doel: zoveel mogelijk geld buitmaken. Het accent lag aldus op de samenwerking: het bellen naar de aangevers vormde daarin een noodzakelijke schakel. Daarmee acht de rechtbank ook het ten laste gelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1op 14 maart 2023 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 1] en [aangever 2] , rekeninghouders van de Triodos bank en ABN AMRO bank, heeft bewogen tot de afgifte van meerdere bankpassen en creditcards en een mobiele telefoon en tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder IBAN-nummers en/of gebruikersnamen en/of wachtwoorden) van hun bankaccounts en van de pincodes van hun bankpassen en van vergrendelcodes van zijn mobiele apparaat, althans een of meer andere gegevens, door:
- die [aangever 1] te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster en
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] te vertellen dat er vreemde transacties op de bankrekeningen van die [aangever 1] en [aangever 2] plaatsvonden en dat er getracht was geld over te maken naar het buitenland en dat er virussen in de bankrekeningen van die [aangever 1] en/of die [aangever 2] zaten en dat de bankpassen van die [aangever 1] en/of die [aangever 2] werden nagemaakt en dat er een virus in de mobiele telefoon van die [aangever 2] zat en
- die [aangever 1] te verzoeken om (zogenaamd anoniem) de pincode(s) in te spreken en
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen en de mobiele telefoon op te halen, en- mede te delen dat de bankpassen en/of de mobiele telefoon om 19:00 uur teruggebracht zouden worden en
- bij de woning van die [aangever 1] en die [aangever 2] langs te gaan en zich voor te doen als medewerker van de bank en daar om afgifte van de bankpassen en de creditcards en de mobiele telefoon van die [aangever 2] te vragen, waardoor die [aangever 1] en die [aangever 2] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
feit 2op meer tijdstippen op 14 maart 2023 te Breda, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
meerdere geldbedragen welke geheel toebehoorden aan [aangever 1] en/of [aangever 2] , rekeninghouders van de Triodos bank enABN AMRO bank, waarbij zij, verdachte, en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutels, door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen;
feit 3in de periode van 13 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en Rotterdam en Poortugaal en Heinkenszand en Eede en Ridderkerk en Hilversum en Amsterdam en Koog aan de Zaan en Joure, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank
,te weten:
1. [aangever 3] en
2. [aangever 4] en/of [aangever 5] en
3. [aangever 6] en/of [aangever 7] en
4. [aangever 8] en/of [aangever 9] en
5. [aangever 10] en
6. [aangever 11] en
7. [aangever 12] en
8. [aangever 13] en
9. [aangever 14] en
10. [aangever 15] en
11. [aangever 16]
hebben bewogen tot de afgifte van geld en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of mobiele telefoon(s) en/of tablet(s), en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecodes en/of pincodes) van zijn/haar/hun bankaccount(s), althans een of meer andere gegevens, door:
- voornoemde rekeninghouder(s) te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er (vanuit het buitenland) getracht was/werd geld af te schrijven van zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat er verdachte overboekingen van (grote) geldbedragen hebben plaatsgevonden vanaf zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat criminelen in zijn/haar/hun bankrekeningen zitten en/of dat er met zijn/haar/hun bankrekeningen werd geknoeid, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te verzoeken om (zogenaamd anoniem) zijn/haar/hun pincode(s) in te spreken, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of (vervolgens) tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen en/of de mobiele telefoons en/of tablets op te halen, en/of
- bij de woning van voornoemde rekeninghouder(s) langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpassen en/of de creditcards en/of de mobiele telefoons en/of de tablets te vragen, waardoor voornoemde rekeninghouder(s) en/of anderen werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
feit 4in de periode van 13 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en Rotterdam en Poortugaal en Heinkenszand en Eede en Ridderkerk en Hilversum en Amsterdam en Koog aan de Zaan en Joure, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, meerdere geldbedragen, welke geldbedragen, geheel of ten dele toebehoorden aan een of meerdere rekeninghouders, althans enig persoon handelend namens die rekeninghouders, van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank te weten:
1. [aangever 3] en
2. [aangever 4] en/of [aangever 5] en
3. [aangever 6] en/of [aangever 7] en
4. [aangever 8] en/of [aangever 9] en
5. [aangever 10] en
6. [aangever 11] en
7. [aangever 12] en
8. [aangever 13] en
9. [aangever 14] en
10. [aangever 15] en
11. [aangever 16]
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
feit 5op of omstreeks 16 maart 2023, te Almere , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerpen, te weten merkkleding, merkschoenen en merktassen, en/of (van) een geldbedrag, te weten een bedrag van in totaal ongeveer € 20.405,-,
- de herkomst, heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en dat bovenomschreven voorwerp(en) − onmiddellijk of middellijk − afkomstig was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf;
feit 6
op 16 maart 2023 te Almere , een voorwerp, te weten (een iPad Air (A2316) met daarop) leadslijsten bevattende bankgegevens en/of adresgegevens en/of bedrijfsgegevens van een groot aantal personen en/of huishoudens, voorhanden heeft gehad, waarvan zij, verdachte, wist dat die bestemd waren tot het plegen van een in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht en/of artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf, terwijl dit feit betrekking had op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
feit 7
op 21 april 2022 te Velp (gemeente Rheden), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 17] , rekeninghouder van de ABN AMRO bank en/of ASN bank en/of ING bank,
heeft bewogen tot de afgifte van een of meerdere bankpassen en bankscanners en identifiers althans een of meer andere goederen, en tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens van haar bankaccounts) en van de pincodes van haar bankpassen, althans een of meer andere gegevens, door:
- die [aangever 17] te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en
- die [aangever 17] te vertellen dat die [aangever 17] een bedrag van € 1.450,- naar ene ‘ [H] ’ heeft overgeboekt en aan te geven dat deze transactie niet veilig zou zijn en daarom is tegengehouden en aan te geven dat die [aangever 17] mogelijk gehackt is, en
- die [aangever 17] te bewegen tot het installeren van het programma TeamViewer (een remote desktop tool) en/of (vervolgens) tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer van die [aangever 17] binnengedrongen en overgenomen werd, en
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen op te halen, en
- bij de woning van die [aangever 17] langs te gaan en zich voor te doen als medewerker van de bank en daar om afgifte van de bankpassen en bankscanner en identifier van die [aangever 17] te vragen, waardoor die [aangever 17] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
feit 8
op 21 april 2022 te Velp (gemeente Rheden) en/of Duiven, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere goederen, te weten een iPad, in elk geval enig goed, en een of meerdere geldbedragen, te weten in totaal ongeveer € 160,-, in elk geval enig geldbedrag, die geheel of ten dele toebehoorden aan [aangever 17] , rekeninghouder van de ABN AMRO bank en/of ASN bank en/of ING bank, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij zij, verdachte en haar mededader(s) het weg te nemen goeden/of het geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en haar mededader(s) niet gerechtigd waren;
feit 9in of omstreeks periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 te Almere , althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten server(s) van de (beveiligde) internetbankieren omgeving en/of van de Rabobank en/of ABN Amro bank en/of de computer/laptop/tablet/mobiele telefoon van een of meerdere klant(en) van voornoemde bank(en), te weten (onder meer):
1. [aangever 18] ;
2. [aangever 19] ;
3. [aangever 20] en/of [aangever 21] ;
4. [aangever 22] ;
5. [aangever 23] ;
is/zijn binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het (telkens) inloggen met onrechtmatig verkregen (inlog)gegevens van een of meerdere rekeninghouder(s) en/of door het bellen van voornoemde rekeninghouder(s) en zich voor te doen als bankmedewerker en vervolgens deze rekeninghouder(s) te bewegen tot het installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding met behulp waarvan verdachte en/of diens mededader(s) de computer/laptop/tablet/mobiele telefoon van die slachtoffers (deels) heeft overgenomen en zich zodoende de toegang tot die computer/laptop/tablet/mobiele telefoon heeft verschaft en daarin is binnengedrongen en zich zodoende de inlog- en bankgegevens en aldus de toegang heeft verschaft tot voornoemde server(s) waar de beveiligde internetbankierenomgeving op draai(d)(en);
feit 10
in de periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 te Almere , althans in Nederland met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere rekeninghouder(s) te weten
- [aangever 18]
- [aangever 19]
- [aangever 24]
- [aangever 25]
- [aangever 20] en/of [aangever 21]
- [aangever 22]
- [aangever 23]
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecode(s) en/of pincode(s)) van zijn/haar bankaccount(s), althans gegevens, door:
- voornoemde rekeninghouder(s) een SMS-bericht en/of WhatsApp-bericht uit naam van diens zoon en/of dochter te sturen met het bericht dat deze zijn telefoon was verloren en (vervolgens) de vraag om een rekening te betalen en/of geld over te maken en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) een pop-up en/of waarschuwing te laten zien tijdens het internetbankieren en/of (vervolgens)
- telefonisch contact op te nemen met voornoemde rekeninghouder(s) en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er verdachte transacties waren gezien op de bankrekening en/of dat er een virus of malware was gevonden in de bankrekening of bankpas en/of dat er hackers bezig waren op de bankrekening en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat om te voorkomen dat er geld van de rekening zou worden afgeschreven, de bankrekening beschermd moest worden, en/of een antivirus tool van de bank geïnstalleerd moest worden, (wat in feite Anydesk (een remote desktop tool) was) en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s) te instrueren tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden en/of betaaltransacties klaar te zetten en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s) (aldus) te bewegen tot het uitvoeren en/of autoriseren van de banktransactie, waarna voornoemde rekeninghouder(s), werden bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en/of het ter beschikking stellen van voornoemde (inlog)gegevens;
feit 11
in of omstreeks periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 te Almere , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meer geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s), te weten
- [aangever 19]
- [aangever 24]
- [aangever 25]
- [aangever 20] en/of [aangever 21] (8300 euro);
- [aangever 22]
- [aangever 23]
in elk geval aan een ander dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s) heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij zij, verdachte en/of haar mededader(s) het/de weg te nemen geldbedrag(en) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door met oplichting verkregen, althans onder valse voorwendselen verkregen (en/of door de rekeninghouder(s) onder valse voorwendselen ingevoerde) gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren en/of het autoriseren van een betaling en/of autoriseren van een overboeking, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren en/of het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of (vervolgens) de rekeninghouder(s) te overtuigen om ter voorkoming van illegale afschrijvingen van hun rekening in te loggen op diens/dier bankrekening en/of een externe (remote) verbinding te accepteren en/of (vervolgens) te instrueren (een) transactie(s) goed te keuren;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 tot en met 11 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op, waarvan bij zowel 1 en 2 als 3 en 4 als 10 en 11 sprake is van een voortgezette handeling:
Feit 1 en 7:
medeplegen oplichting
Feit 2, 4, 8 en 11:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels meermalen gepleegd
Feit 3:
medeplegen oplichting meermalen gepleegd
Feit 5:
medeplegen witwassen
Feit 6:
valsheid in geschrifte
Feit 9:
medeplegen computervredebreuk meermalen gepleegd
Feit 10:
oplichting meermalen gepleegd

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
-
240 dagen jeugddetentie, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 235 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden:
  • contactverbod met de medeverdachte;
  • meewerken aan de schematherapie vanuit de Waag;
  • meewerken aan een dagbesteding;
  • de wekelijkse meetings voor verslaving blijft bezoeken zolang dit nodig wordt
geacht;
 meewerken aan behandeling bij Tactus of een soortgelijke instelling als dit door
de jeugdreclasseerder noodzakelijk wordt geacht;
- een
taakstraf, in de vorm van een werkstraf, van
200 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 100 dagen jeugddetentie.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt bij de strafoplegging rekening te houden met de positieve ontwikkeling die [verdachte] heeft doorgemaakt en nog steeds maakt. Daarnaast heeft zij een blanco strafblad. De schorsingsperiode duurt inmiddels al 18 maanden en drukt zwaar op haar schouders, de redelijke termijn voor berechting is met enkele maanden overschreden en de deskundigen hebben geadviseerd het ten laste gelegde in verminderde mate aan [verdachte] toe te rekenen. Het is voor [verdachte] nu van groot belang dat de hulpverlening wordt voortgezet mede om op stressvolle momenten te voorkomen dat [verdachte] een terugval krijgt. Het is voor [verdachte] belangrijk dat zij intensief aangestuurd, begeleid en behandeld blijft worden om haar ontwikkeling te stimuleren, om zo recidive te voorkomen. De verdediging verzoekt daarom hoogstens een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen, eventueel te begeleiden door een (grotendeels) voorwaardelijke jeugddetentie.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
[verdachte] heeft zich samen met anderen meermalen schuldig gemaakt aan bankhelpdeskfraude. Door middel van het handelen van [verdachte] en de medeverdachten zijn op slinkse wijze de bankpas(sen) en/of creditcard(s), pincode(s), telefoons en tablets van de slachtoffers bemachtigd om daarmee geld van de bankrekeningen op te nemen. Op georganiseerde en geraffineerde wijze is zo een aanzienlijk geldbedrag van de slachtoffers gestolen. Door op deze wijze te handelen hebben [verdachte] en de medeverdachten niet alleen het vertrouwen van de betrokken slachtoffers geschaad, maar ook die van de maatschappij, in het digitale betalingsverkeer en het bankwezen. Feiten als deze leiden, ook daarom, tot maatschappelijke onrust. Het is extra kwalijk dat juist oudere mensen tot slachtoffer zijn gemaakt, vanwege hun grotere kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Het zijn juist deze oudere mensen die in toenemende mate afhankelijk zijn van hulp van anderen, van de medemens. Dit vertrouwen hebben [verdachte] en de medeverdachten in ernstige mate geschaad.
[verdachte] heeft met haar handelen kennelijk alleen gedacht aan haar eigen financiële gewin en heeft zich totaal niet bekommerd om de slachtoffers. Dit blijkt ook uit de grote hoeveelheid aangetroffen luxegoederen. Enkel door het ingrijpen van politie en justitie is een eind gekomen aan deze onderhavige fraude.
De rechtbank merkt tot slot op dat deze vorm van fraude zich kenmerkt door bij de slachtoffers aan de deur te gaan en (soms) ook in huis te komen. Hierbij onderscheidt zich deze vorm van fraude ten opzichte van andere soorten fraude, die vaker op afstand plaatsvinden. De woning is bij uitstek de plek waar mensen zich veilig behoren te voelen. Met hun handelen hebben [verdachte] en de medeverdachten die veiligheid aangetast.
De rechtbank rekent dit alles [verdachte] zwaar aan.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 19 augustus 2024, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld;
- een advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 19 september 2024, uitgebracht door [raadsonderzoeker] , raadsonderzoeker;
- een Pro Justitiarapportage van 5 oktober 2023, uitgebracht door L.M.Th. Blok MSc, GZ-psycholoog in opleiding tot rapporteur, onder supervisie van drs. M.H. Keppel, GZ- en kinder- en jeugdpsycholoog.
Het rapport van de psycholoog
Volgens de psycholoog is er bij [verdachte] sprake van een psychische stoornis in de zin van een normoverschrijdende gedragsstoornis en een posttraumatische-stressstoornis. Tevens is er sprake van een stoornis in cannabisgebruik en een stoornis in het gebruik van een ander of ongespecificeerd stimulantium. Tot slot is er sprake van ouder-kindrelatieproblemen en leer- en onderwijsproblemen. Er is sprake van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling waarbij reeds borderline trekken zichtbaar zijn.
De psycholoog meent dat de door hen vastgestelde stoornissen [verdachte] ten tijde van de feiten hebben beïnvloed. [verdachte] is vanwege haar problematiek minder in staat geweest om haar impulsen te controleren, andere gedragskeuzes te maken en conform te handelen. De psycholoog adviseert dan ook het ten laste gelegde, indien bewezen, in een verminderde mate toe te rekenen.
De psycholoog schat de kans op herhaling zonder juridisch kader en zonder professionele behandeling en begeleiding in als matig. [verdachte] verbleef ten tijde van het opmaken van het advies in Zero & Sano en kreeg ambulante nazorg vanuit de Yes We Can Clinics, waar zij eerder verbleef. Deze behandelmodaliteiten sloten goed aan bij de problematiek van [verdachte] . De psycholoog adviseert deze behandeling voor langere periode voort te zetten om stabiliteit in de vorm van een dagbesteding woonvoorziening, begeleiding en behandeling te bewerkstelligen. Ondersteuning en begeleiding op het gebied van gedragskeuzes, financiële keuzes, verslavingsproblematiek en het aangaan van relaties is noodzakelijk. Ook dient er aandacht uit te gaan naar terugvalmanagement. Het is van belang de posttraumatische stressstoornis evenals het zelfbeeld van [verdachte] te bewerken om een terugval in gebruik te voorkomen en haar te behoeden voor destructieve relaties in de toekomst.
Geadviseerd wordt om ambulante behandeling bij een forensische polikliniek o.a. gericht op het delictscenario, het afwenden van de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling, het middelengebruik, systeemgesprekken, versterken zelfbeeld en ondersteuning voor de opbouw van een pro-sociaal netwerk te continueren. Gezien de aard en lengte van de te verwachten behandeling lijkt een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden als juridisch kader voldoende om behandelmotivatie te garanderen, aldus de psycholoog.
Advies van de Raad voor de Kinderbescherming
Uit het advies van de Raad voor de Kinderbescherming volgt dat [verdachte] verantwoordelijkheid neemt voor de foute dingen waar ze zich mee heeft bezig gehouden. Ook is zij zich er van bewust dat het middelengebruik een rol heeft gespeeld in de periode van de delicten. Na de inverzekeringstelling heeft [verdachte] goed meegewerkt aan de geboden hulpverlening en heeft zij positieve stappen gezet. [verdachte] is gestart met een opleiding, heeft geen contact met verkeerde jongeren en is gestopt met het gebruiken van verdovende middelen. Wel is het noodzakelijk dit goed in de gaten te houden, omdat een terugval tijdens stressmomenten op de loer kan liggen.
Ten aanzien van het strafadvies is de Raad voor de Kinderbescherming van mening dat het voortzetten van de jeugdreclasseringsmaatregel wenselijk is om de hulpverlening bij de Waag onder andere te monitoren en daar waar nodig verdere hulpverlening in te zetten. Ondanks dat [verdachte] al enige tijd geen verdovende middelen gebruikt, is het nodig om alert te zijn om een terugval te voorkomen. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de rechtbank om [verdachte] een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, onder de bijzondere voorwaarden dat [verdachte] :
• meewerkt aan de schematherapie vanuit de Waag;
• meewerkt aan een dagbesteding;
• de wekelijkse meetings voor verslaving blijft bezoeken zolang dit nodig wordt geacht;
• meewerkt aan behandeling bij Tactus of een soortgelijke instelling als dit door de jeugdreclasseerder noodzakelijk wordt geacht. Waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten Samen Veilig Flevoland opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden. Daarnaast adviseert de Raad voor de Kinderbescherming om [verdachte] een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen.
De rechtbank neemt de adviezen van de deskundigen met betrekking tot de verminderde toerekeningsvatbaarheid van [verdachte] over.
Motivering van de straf
Gelet op de aard, de hoeveelheid en de ernst van de bewezenverklaarde feiten is de rechtbank van oordeel dat een aanzienlijke straf op zijn plaats is. De rechtbank slaat bij de bepaling van de modaliteit en de duur van de straf acht op de straffen die doorgaans in soortgelijke zaken worden opgelegd. Uitgangspunt in zaken als deze is (deels) onvoorwaardelijke jeugddetentie.
De rechtbank houdt in strafverzwarende zin rekening met de gewiekste wijze waarop [verdachte] en de medeverdachten te werk zijn gegaan; professioneel en stelselmatig. Zij hebben bij de doorgaans oudere en kwetsbare slachtoffers eerst een gevoel van onveiligheid gecreëerd en hun vertrouwen gewekt, om daar vervolgens zonder ook maar enige twijfel of schuldgevoel misbruik van te maken. Zij hebben hun slachtoffers, met geen ander doel dan eigen gewin, enorme bedragen afhandig gemaakt. Daar komt nog eens bij dat de daders daarbij niet schroomden om de woningen van de slachtoffers te betreden. Deze invasieve aanpak moet veel impact hebben gehad op het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens en grote gevoelens van angst en achterdocht hebben veroorzaakt.
[verdachte] heeft verklaard dat zij openheid van zaken heeft willen geven over haar rol ter zake de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft echter de indruk dat hetgeen [verdachte] heeft verklaard vooral instrumenteel is geweest. Net daar waar het bewijs minder overtuigend lijkt te zijn, ontkent [verdachte] een aandeel te hebben gehad. Ook legt zij de schuld geregeld bij de medeverdachte waarmee zij het nemen van verantwoordelijkheid lijkt te willen ontlopen.
Hulp en begeleiding
Wel ziet de rechtbank dat [verdachte] hard aan zichzelf heeft gewerkt. Zij heeft er voor gekozen haar verleden achter zich te laten. Het is bewonderingswaardig dat zij zelf hulp en begeleiding heeft gezocht en op vrijwillige basis heeft voortgezet in het safe-house toen haar opname bij de Yes We Can Clinic ten einde kwam. Dit getuigt van wilskracht en doorzettingsvermogen.
Dat [verdachte] in een opwaartse spiraal zit, blijkt mede uit het toelichting die de ouders van [verdachte] ter zitting hebben gegeven. In de jaren voor haar aanhouding waren zij hun dochter langzaam kwijt geraakt. De hulp die haar toen werd aangeboden, werd door [verdachte] niet aangenomen en leidde tot niets. Na de interventie van justitie is het de goede kant op gegaan. [verdachte] staat nu open voor hulp en begeleiding en houdt zich aan de afspraken. Daardoor en door het volgen van het ouderprogramma is de ouder/kind relatie herstellende.
Ook de heer [I] , medewerker bij SAVE, heeft ter zitting verklaard dat [verdachte] goed heeft meegewerkt aan de schorsingsvoorwaarden. Zij heeft het volledige behandelprogramma bij de Yes We Can Clinic met succes afgerond. Tijdens de behandelingen werd [verdachte] geconfronteerd met zichzelf en haar trauma’s. Ondanks die weerstand heeft zij doorgezet en groeit zij met de dag. [verdachte] volgt een opleiding en heeft daarnaast betaald werk. Echter is er ook twijfel ten aanzien van haar oude netwerk. Het is de vraag of dat netwerk haar met rust zal laten. Om die reden is begeleiding en hulpverlening nog steeds geboden.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] allereerst de consequenties zal moeten ondervinden van de ernst en impact van de door haar begane strafbare feiten. Alles afwegende zal de rechtbank haar een forse taakstraf opleggen, omdat de rechtbank gezien de positieve wending die [verdachte] in haar leven heeft gemaakt en daar zelf een grote rol in heeft gespeeld, niet nodig vindt haar terug te sturen naar een jeugdgevangenis. Wel zal de rechtbank een voorwaardelijke jeugddetentie opleggen met bijzondere voorwaarden. Die voorwaarden dienen om [verdachte] de hulp en begeleiding te blijven bieden die zij nodig heeft om verder te groeien in een zo veilig mogelijke setting. Indien zij zich daar niet aan houdt, dreigt detentie. Hopelijk is deze stok achter de deur voldoende om [verdachte] op de goede weg te houden.
De rechtbank is van oordeel dat voor de bewezenverklaarde strafbare feiten, rekening houdend met de aard en ernst daarvan als hiervoor omschreven, oplegging van jeugddetentie van 240 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 235 dagen voorwaardelijk, met hierna te noemen bijzondere voorwaarden en met een proeftijd van twee jaren, in combinatie met een taakstraf, in de vorm van een werkstraf van 200 uren, passend en geboden is.

9.BESLAG

Standpunten ten aanzien van het beslag
De officier van justitie heeft gevorderd alle goederen op de beslaglijst verbeurd te verklaren, omdat met deze goederen de strafbare feiten zijn gepleegd. Ten aanzien van de in beslag genomen munitie en verdovende middelen vordert de officier van justitie onttrekking aan het verkeer. De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het beslag.
Verbeurdverklaring
Inzake 16/075395-23
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- parfum, goednummer 3134445
- parfum, goednummer 3134448
- parfum, goednummer 3134454
- make-up, goednummer 3134462
verbeurd verklaren, aangezien deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van
of uit baten van het strafbare feit zijn verkregen.
Onttrekking aan het verkeer
Inzake 16/075395-23
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten
- munitie, goednummer 3134436
- 4 stuks verdovende middelen, goednummer 3134419
onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit aangetroffen.

10.BENADEELDE PARTIJ

Inzake 16/075395-23
Er hebben zich onder dit parketnummer in totaal acht benadeelde partijen gevoegd.
Met betrekking tot feit 1 en 2: [aangever 2] (hierna: [aangever 2] )
[aangever 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 5.376,50,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 1 en 2: [aangever 1] (hierna: [aangever 1] )
[aangever 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.529,-. Dit bedrag bestaat uit € 2.029,00 materiële schade en € 500,- immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feite.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [aangever 10] (hierna: [aangever 10] )
[aangever 10] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 1.000,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [aangever 6] (hierna: [aangever 6] )
[aangever 6] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.993,29,-. Dit bedrag bestaat uit € 2.493,29 materiële schade en € 500,- immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 3 en 4 ten laste gelegde feite.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [aangever 15] ( [aangever 15] )
[aangever 15] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 548,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [aangever 13] (hierna: [aangever 13] )
[aangever 13] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 1.007,50 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 4 en 5: [aangever 16] (hierna: [aangever 16] )
[aangever 16] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 644,85 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 1, 2, 4 en 5: Triodos Bank N.V. (hierna: Triodos Bank)
Triodos Bank heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 19.350,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
Inzake 16/335923-23
Coöperatieve Rabobank U.A. (hierna: Rabobank) heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 160.828,41. Dit bedrag bestaat uit materiële schade ten gevolge van de aan verdachte onder dit parketnummer ten laste gelegde feiten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de benadeelde partij Rabobank acht de officier van justitie de vordering gedeeltelijk toewijsbaar en wel tot een bedrag van € 11.612,98. Dit bedrag bestaat uit € 11.124,41 aan uitgekeerde bedragen aan de benadeelde partijen en € 488,57 aan onderzoekskosten. Het meer gevorderde ziet op benadeelde partijen die niet in de tenlastelegging zijn opgenomen en kan om die reden niet worden toegewezen.
Ten aanzien van benadeelde partij [aangever 6] is de officier van justitie van justitie van mening dat de gevorderde materiële kosten kunnen worden toegewezen tot een bedrag van € 2.435,-.
De vorderingen van de overige benadeelde partijen verzoekt de officier van justitie volledig toe te wijzen, omdat deze goed zijn onderbouwd. Voor alle vorderingen geldt dat de officier van justitie verzoekt verdachte hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de schadevergoeding , te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van [aangever 10] en [aangever 6] verzoekt de verdediging de post die ziet op de geldopname met de Visa Card niet-ontvankelijk te verklaren, omdat niet buiten twijfel kan worden vastgesteld dat zij niet inmiddels al zijn gecompenseerd door Visa Card.
Verder verzoekt de verdediging ook [aangever 15] niet-ontvankelijk te verklaren bij gebrek aan onderbouwing van de schade. Evenals de officier van justitie verzoekt de verdediging de door Rabobank opgevoerde bedragen die zien op benadeelde partijen die niet in de tenlastelegging zijn opgenomen, af te wijzen. Ten aanzien van de vorderingen van de overige benadeelde partijen refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
Tot slot verzoekt de verdediging de toegewezen bedragen niet hoofdelijk aan verdachte op te leggen, maar naar ieders aandeel.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Inzake 16/075394-23
[aangever 2]
Het opgenomen bedrag van zijn zakelijke ABN AMRO rekening van € 4.300,- de opname van zijn credit card van € 1.000,- en de reiskosten van € 76,50 kunnen worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
[aangever 1]
Het opgenomen bedrag van € 2.950,- van haar Triodos bankrekening en creditcard en de kosten voor het opschonen van haar mobiele telefoon ten bedrage van € 29,- komen voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [aangever 1] schadeloos gesteld en haar een vergoeding betaald van € 950,-. Dat betekent dat haar materiële vordering nog € 2.029,- bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is de rechtbank allereerst van oordeel dat bij [aangever 1] sprake is van een persoonsaantasting op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 sub b BW. Dit gelet op de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan, zoals die in de vordering zijn toegelicht. Verdachte (en zijn medeverdachten) hebben [aangever 1] angst aangejaagd, langdurig aan stressvolle gesprekken onderworpen en zijn bij haar thuis en in haar woning geweest. Zij hebben haar persoonsgegevens buitgemaakt. Door hun optreden hebben zij haar zelfvertrouwen en haar vertrouwen in de medemens ernstig aangetast. Dat betekent dat [aangever 1] recht heeft op vergoeding van immateriële schade. De rechtbank acht het gevorderde bedrag zonder meer billijk, en zal de immateriële schade waarderen op een bedrag van € 500,-. Dit betekent dat in totaal een bedrag van € 2.529,- zal worden toegewezen.
[aangever 10]
Het door verdachte opgenomen bedrag van € 1.250,- van zijn Triodos bankrekening en de opname van zijn credit card ten bedrage van € 1000,- komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [aangever 10] schadeloos gesteld en hem een vergoeding betaald van € 1.250,-. Dat betekent dat zijn materiële vordering nog € 1.000,- bedraagt. Het vermoeden van de verdediging dat dit bedrag wellicht door ICS is vergoed en dus niet kan worden toegewezen, is door de verdediging onvoldoende onderbouwd. Mede gelet op het beleid van ICS dat in dit soort gevallen de schade niet wordt vergoedt in samenhang bezien met de aangifte en de hoogte van de ingediende vordering, is de rechtbank van oordeel dat deze vordering door [aangever 10] voldoende onderbouwd is en kan worden toegewezen.
[aangever 6]
Het opgenomen bedrag van € 2.500,- van zijn Triodos bankrekening, de opname van zijn credit card van € 2.439,44 en de kosten voor het opschonen van zijn laptop ten bedrage van € 53,85 komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [aangever 6] schadeloos gesteld en hem een vergoeding betaald van € 2.500,-. Dat betekent dat zijn materiële vordering nog € 2.493,29 bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is de rechtbank allereerst van oordeel dat bij [aangever 6] sprake is van een persoonsaantasting op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 sub b BW. Dit gelet op de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan, zoals die in de vordering zijn toegelicht. Verdachte (en zijn medeverdachten) hebben [aangever 6] angst aangejaagd, langdurig aan stressvolle gesprekken onderworpen en zijn bij hem thuis en in zijn woning geweest. Zij hebben zijn persoonsgegevens buitgemaakt en ingebroken in zijn computer door hem daarop het programma Anydesk te laten installeren. Door hun optreden hebben zij zijn zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de medemens ernstig aangetast. Dat betekent dat [aangever 6] recht heeft op vergoeding van immateriële schade. De rechtbank acht het gevorderde bedrag zonder meer billijk, en zal de immateriële schade waarderen op een bedrag van € 500,-. Dit betekent dat in totaal een bedrag van € 2.993,29 zal worden toegewezen.
[aangever 13]
Het opgenomen bedrag van zijn Triodos bankrekening van € 950,-, de opname van zijn credit card van € 1.000,- en de kosten voor een nieuwe Visa Card van € 7,50 komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [aangever 13] schadeloos gesteld en hem een vergoeding betaald van € 950,-. Dat betekent dat zijn materiële vordering nog € 1.007,50 bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen, nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
[aangever 15]
Vanwege het verlies van haar mobiele telefoon heeft [aangever 15] vergoeding van de kosten van een nieuwe telefoon ad € 548,- gevorderd. Deze kosten zijn een rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde feit onder 4. Deze vordering zal worden toegewezen nu deze kosten niet zijn betwist en voldoende zijn onderbouwd.
[aangever 16]
Het door verdachte opgenomen bedrag van € 1.250,- van zijn Triodos bankrekening, de kosten van de gestolen Samsung telefoon ten bedrage van € 376,90 en Samsung tablet van
€ 267,95 komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking. Triodos Bank heeft [aangever 16] schadeloos gesteld en hem een vergoeding betaald van € 1.250,-. Dat betekent dat zijn materiële vordering nog € 644,85 bedraagt. Deze vordering zal worden toegewezen.
Triodos Bank
Triodos Bank heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 19.350,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten. De vordering is naar het oordeel van de rechtbank voldoende gespecificeerd en onderbouwd om hierop te beslissen. De vordering is onder meer door overlegging van het overzicht van door de Triodos Bank uitgekeerde bedragen per klant in samenhang bezien met de schriftelijke aangifte met bijlagen, voldoende onderbouwd.
Inzake 16/335923-23
Coöperatieve Rabobank U.A. heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 160.828,41 aan materiële schade, ten gevolge van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De vordering is naar het oordeel van de rechtbank voldoende gespecificeerd en onderbouwd om hierop te beslissen. De vordering is onder meer door overlegging van het overzicht van door de Rabobank uitgekeerde bedragen per klant in samenhang bezien met de schriftelijke aangifte met bijlagen, voldoende onderbouwd.
Wel zal een deel van de vordering worden afgewezen nu, zoals ook door de verdediging en de officier van justitie opgemerkt, bedragen zijn gevorderd die ten behoeve van niet in de tenlastelegging genoemde slachtoffers zijn uitgekeerd. Alleen de uitbetaalde vergoedingen aan [aangever 19] (€ 10,-), [aangever 21] en [aangever 20] (€ 4.600,-), [aangever 22] (€ 2.330,40 + € 2.300,01) en [aangever 23] (€ 1.884,-) komen voor toewijzing in aanmerking.
Rabobank heeft ook onderzoekskosten ten bedrage van € 1.140,- gevorderd. Zij is tot dit bedrag gekomen door het aantal uren gemoeid met het onderzoek, zijnde 9,5 uren, te vermenigvuldigen met een uurtarief van € 120,-. Omdat Rabobank bij deze berekening ook is uitgegaan van niet in de tenlastelegging genoemde slachtoffers, zullen de onderzoekskosten worden toegewezen voor zover die zien op de vier slachtoffers die wel in deze zaak zijn betrokken. Dat betekent dat aan onderzoekskosten € 300,- zal worden toegewezen. In totaal zal van de vordering van Rabobank dus € 11.424,41 (hoofdsom € 11.124,41 + onderzoekskosten € 300,-) worden toegewezen. Het meer gevorderde zal worden afgewezen.
Wettelijke rente, hoofdelijkheid, de schadevergoedingsmaatregel en de proceskosten
De rechtbank zal over de toegewezen vorderingen van de benadeelde partijen ook de wettelijke rente toewijzen vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot de dag van volledig betaling op de wijze zoals hieronder bij het dictum is opgenomen.
Daarnaast worden de toegewezen bedragen hoofdelijk aan verdachte opgelegd. Er zijn immers nog een of meerdere medeverdachte(n). Aangezien het een dadergroep betreft, welke groep vermoedelijk uit meer daders bestaat dan [verdachte] en de medeverdachte, is oplegging van de vorderingen naar ieders aandeel niet mogelijk. Hoofdelijkheid is dan het uitgangspunt. Wie welk aandeel heeft gehad en hoe zich dat in de verdeling van aansprakelijkheid dient te vertalen is niet vast te stellen. Daarbij komt dat de slachtoffers een rechtmatig belang hebben bij een hoofdelijke veroordeling. Alleen in bijzondere omstandigheden kan daarom van dit uitgangspunt worden afgeweken. Van dergelijke omstandigheden is niet gebleken. Dit betekent dat verdachte weliswaar tegenover de benadeelde partijen voor dat hele bedrag aansprakelijk is, maar indien de mededader(s) een deel van het bedrag betaalt/betalen, is verdachte niet langer gehouden om dat deel te betalen (en vice versa).
Ten slotte zal de rechtbank als extra waarborg voor betaling ten behoeve van de benadeelde partijen - ten aanzien van de verschillende toegewezen materiële en immateriële schadeposten - aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, op de wijze zoals hieronder is opgenomen. Gijzeling zal in verband met de toepassing van het jeugdstrafrecht achterwege blijven. Ten aanzien van de vorderingen van de rechtspersonen, Triodos Bank en de Rabobank, zal de schadevergoedingsmaatregel niet worden opgelegd.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 47, 56, 77a, 77g, 77m, 77n, 138ab, 234, 311, 326, 420bis, van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 tot en met 11 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 tot en met 11 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 tot en met 11 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentie voor de duur van 240 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
235 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte] (geboren op [geboortedatum 2] 2003) zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* meewerkt aan de schematherapie vanuit De Waag;
* meewerkt aan het vinden en behouden van dagbesteding;
* zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk en/of een opleiding met een vaste structuur;
* de wekelijkse meetings voor verslaving blijft bezoeken zolang dit door Samen Veilig nodig wordt geacht;
* meewerkt aan behandeling bij Tactus of een soortgelijke instelling als dit door de jeugdreclasseerder noodzakelijk wordt geacht;
- waarbij de gecertificeerde instelling Samen Veilig Flevoland opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf in de vorm van een
werkstraf van 200 uur;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 100 dagen jeugddetentie;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • - parfum, goednummer 3134445
  • - parfum, goednummer 3134448
  • - parfum, goednummer 3134454
  • - make-up, goednummer 3134462
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • - munitie, goednummer 3134436
  • - 4 stuks verdovende middelen, goednummer 3134419
Benadeelde partij [aangever 2]
  • wijst de vordering van [aangever 2] toe tot een bedrag van € 5.376,50,- (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 2] aan de Staat € 5.376,50,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt er geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 1]
  • wijst de vordering van [aangever 1] toe tot een bedrag van € 2.529,- (bestaande uit € 2.029,- voor materiële schade en € 500,- voor immateriële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 1] aan de Staat € 2.529,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt er geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 10]
  • wijst de vordering van [aangever 10] toe tot een bedrag van € 1.000,- (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 10] aan de Staat € 1.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt er geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 6]
  • wijst de vordering van [aangever 6] toe tot een bedrag van € 2.993,29 (bestaande uit € 2.493,29 voor materiële schade en € 500,- voor immateriële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 6] aan de Staat € 2.993,29 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt er geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 15]
  • wijst de vordering van [aangever 15] toe tot een bedrag van € 548,- (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 15] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 15] aan de Staat € 548,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt er geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 13]
  • wijst de vordering van [aangever 13] toe tot een bedrag van € 1.007,50 (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 13] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 13] aan de Staat € 1.007,50 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt er geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 16]
  • wijst de vordering van [aangever 16] toe tot een bedrag van € € 644,85 (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 16] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 16] aan de Staat € 644,85 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt er geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij Triodos Bank N.V.
  • wijst de vordering van Triodos Bank N.V. toe tot een bedrag van € 19.350,- (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Triodos Bank N.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop Triodos Bank N.V. de gedupeerden schadeloos heeft gesteld tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • wijst de vordering van Triodos Bank N.V. voor wat betreft het meer gevorderde af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
Benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A.
  • wijst de vordering van Coöperatieve Rabobank U.A. toe tot een bedrag van € 11.424,41 (bestaande uit materiële schade);
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Coöperatieve Rabobank U.A. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop Coöperatieve Rabobank U.A. de gedupeerden schadeloos heeft gesteld tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • wijst de vordering van Coöperatieve Rabobank U.A. voor wat betreft het meer gevorderde af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. den Haan, voorzitter, mrs. S.C. Hagedoorn en mr. T. van Haaren-Paulus, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T. Lap, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 oktober 2024.
Mrs. Hagedoorn en Van Haaren-Paulus zijn niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Inzake 16/075395-23
Feit 1
zij, op of omstreeks 14 maart 2023 te Breda, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[aangever 1] en/of [aangever 2] , rekeninghouder(s) van de Triodos bank en/of ABN AMRO bank, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of een mobiele telefoon, althans een of meer
andere goederen, en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder IBAN-nummers en/of gebruikersnamen en/of wachtwoorden) van zijn/haar/hun bankaccount(s) en/of van de pincode(s) van zijn/haar/hun bankpas(sen) en/of van vergrendelcode(s) van zijn/haar/hun mobiele appara(a)t(en), althans een of meer andere gegevens, door:
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en/of
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] te vertellen dat er vreemde transacties op de bankrekeningen van die [aangever 1] en/of [aangever 2] plaatsvonden en/of dat er getracht was geld over te maken naar het buitenland en/of dat er virussen in de
bankrekeningen van die [aangever 1] en/of die [aangever 2] zaten en/of dat de bankpassen van die [aangever 1] en/of die [aangever 2] werden nagemaakt en/of dat er een virus in de mobiele telefoon van die [aangever 2] zat, en/of
- die [aangever 1] te verzoeken om (zogenaamd anoniem) de pincode(s) in te spreken, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpas(sen) en/of de mobiele telefoon op te halen, en/of
- mede te delen dat de bankpas(sen) en/of de mobiele telefoon om 19:00 uur teruggebracht zouden worden, en/of
- bij de woning van die [aangever 1] en die [aangever 2] langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpas(sen) en/of de creditcard(s) en/of de mobiele telefoon van die [aangever 1] en/of die [aangever 2]
te vragen, waardoor die [aangever 1] en/of die [aangever 2] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
Feit 2
zij, op een of meer tijdstippen op of omstreeks 14 maart 2023 te Breda, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
een of meerdere geldbedragen, te weten in totaal ongeveer € 20.250,-, in elk geval enig geldbedrag, welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [aangever 1] en/of [aangever 2] , rekeninghouder(s) van de Triodos bank en/of ABN AMRO bank, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s), waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader(s) het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s),
- door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, en/of
- door zonder toestemming met de verkregen (inlog)gegevens geld over te boeken, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
Feit 3
zij, in of omstreeks de periode van 13 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en/of Rotterdam en/of Poortugaal en/of Heinkenszand en/of Eede en/of Ridderkerk en/of Hilversum en/of Amsterdam en/of Koog aan de Zaan en/of Joure, in elk geval in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank en/of ASN bank en/of Volksbank, te weten:
1. [aangever 3] ( € 1.250,-), en/of
2. [aangever 4] en/of [aangever 5] (€ 3.700,-), en/of
3. [aangever 6] en/of [aangever 7] (€ 4.935,-), en/of
4. [aangever 8] en/of [aangever 9] (€ 2.500,-), en/of
5. [aangever 10] (€ 2.250,-), en/of
6. [aangever 11] (€ 1.250,-), en/of
7. [aangever 12] (€ 4.750,-), en/of
8. [aangever 13] (€ 1.950,-), en/of
9. [aangever 14] (€ 1.000,-), en/of
10. [aangever 15] (€ 1.000,-), en/of
11. [aangever 16] (€ 1.250,-),
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of mobiele telefoon(s) en/of tablet(s) en/of identifier(s), althans een of meer andere goederen, en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens van zijn/haar/hun bankaccount(s) en/of van de pincode(s) van zijn/haar/hun bankpas(sen), althans een of meer andere gegevens, door:
- voornoemde rekeninghouder(s) te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er (vanuit het buitenland) getracht was/werd geld af te schrijven van zijn/haar/hun bankrekeningen en/of dat er verdachte overboekingen van (grote) geldbedragen hebben plaatsgevonden vanaf zijn/haar/hun bankrekeningen (naar bankrekeningen in het buitenland) en/of dat criminelen in zijn/haar/hun bankrekeningen zitten en/of dat er met zijn/haar/hun bankrekeningen werd geknoeid, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te verzoeken om (zogenaamd anoniem) zijn/haar/hun pincode(s) in te spreken, en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of (vervolgens) tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpas(sen) en/of de creditcard(s) en/of de mobiele telefoon(s) en/of tablet(s) en/of identifier(s) op te halen, en/of
- bij de woning van voornoemde rekeninghouder(s) langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpas(sen) en/of de creditcard(s) en/of de mobiele telefoon(s) en/of de tablet(s) te vragen, waardoor voornoemde rekeninghouder(s) en/of anderen werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
Feit 4
zij, in of omstreeks de periode van 13 februari 2023 tot en met 13 maart 2023 te Almere en/of Rotterdam en/of Poortugaal en/of Heinkenszand en/of Eede en/of Ridderkerk en/of Hilversum en/of Amsterdam en/of Koog aan de Zaan en/of Joure, in elk geval in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een of meerdere geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), van de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank en/of ICS en/of ING bank en/of ASN bank en/of Volksbank, te weten:
1. [aangever 3] ( € 1.250,-), en/of
2. [aangever 4] en/of [aangever 5] (€ 3.700,-), en/of
3. [aangever 6] en/of [aangever 7] (€ 4.935,-), en/of
4. [aangever 8] en/of [aangever 9] (€ 2.500,-), en/of
5. [aangever 10] (€ 2.250,-), en/of
6. [aangever 11] (€ 1.250,-), en/of
7. [aangever 12] (€ 4.750,-), en/of
8. [aangever 13] (€ 1.950,-), en/of
9. [aangever 14] (€ 1.000,-), en/of
10. [aangever 15] (€ 1.000,-), en/of
11. [aangever 16] (€ 1.250,-),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s), waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader(s) het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
Feit 5
zij, op of omstreeks 16 maart 2023, te Almere , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(van) een of meer voorwerpen, te weten merkkleding, merkschoenen, merktassen, merkaccessoires, cosmetica en mobiele devices, en/of (van) een geldbedrag, te weten een bedrag van in totaal ongeveer € 20.405,-,
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf;
Feit 6
zij, op of omstreeks 16 maart 2023 te Almere , in elk geval in Nederland,
een of meer stoffen, voorwerpen en/of gegevens, te weten (een iPad Air (A2316) met daarop) leadslijsten bevattende bankgegevens en/of adresgegevens en/of bedrijfsgegevens van een groot aantal personen en/of huishoudens,
heeft vervaardigd, heeft ontvangen, zich heeft verschaft, heeft verkocht, heeft overgedragen, heeft verworven, heeft vervoerd, heeft ingevoerd, heeft uitgevoerd, heeft verspreid, anderszins ter beschikking heeft gesteld en/of voorhanden heeft gehad,
waarvan zij, verdachte, wist dat die bestemd waren tot het plegen van een in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht en/of artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf, terwijl dit feit betrekking had op de verkrijging van een
niet-contant betaalinstrument;
Inzake 05/338366-22
Feit 1
zij, op of omstreeks 21 april 2022 te Velp (gemeente Rheden), in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 17] , rekeninghouder van de ABN AMRO bank en/of ASN bank en/of ING bank, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meerdere bankpas(sen) en/of bankscanner(s) en/of identifier(s), althans een of meer andere goederen, en/of tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens van haar bankaccount(s) en/of van de pincode(s) van haar bankpassen, althans een of meer andere gegevens, door:
- die [aangever 17] te bellen en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerkster, en/of
- die [aangever 17] te vertellen dat die [aangever 17] een bedrag van € 1.450,- naar ene ‘ [H] ’ heeft overgeboekt en/of aan te geven dat deze transactie niet veilig zou zijn en daarom is tegengehouden en/of aan te geven dat die [aangever 17] mogelijk gehackt is, en/of
- die [aangever 17] te bewegen tot het installeren van het programma TeamViewer (een remote desktop tool) en/of (vervolgens) tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van die [aangever 17] binnengedrongen en/of
overgenomen werden, en/of
- aan te geven dat er een medewerker van de bank langs zou komen om de bankpassen op te halen, en/of
- bij de woning van die [aangever 17] langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de bank en/of daar om afgifte van de bankpassen en/of bankscanner(s) en/of identifier(s) van die [aangever 17] te vragen,
waardoor die [aangever 17] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
Feit 2
zij, op of omstreeks 21 april 2022 te Velp (gemeente Rheden) en/of Duiven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meerdere goederen, te weten een iPad, in elk geval enig goed, en/of een of meerdere geldbedragen, te weten in totaal ongeveer € 160,-, in elk geval enig geldbedrag, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [aangever 17] , rekeninghouder van de ABN AMRO bank en/of ASN bank en/of ING bank, in elk geval aan een ander dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij zij, verdachte en/of haar mededader(s) het/de weg te nemen goed(eren) en/of het/de geldbedrag(en) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door zonder toestemming gebruik te maken van de betreffende bankpas(sen) en/of de (bij de bankpas(sen) behorende) pincode(s) en/of daarmee geld te pinnen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
Inzake 16/335924-23
Feit 1
zij in of omstreeks periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 te Almere , althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten server(s) van de (beveiligde) internetbankieren omgeving en/of van de Rabobank en/of ABN Amro bank en/of de computer/laptop/tablet/mobiele
telefoon van een of meerdere klant(en) van voornoemde bank(en), te weten (onder meer):
1. [aangever 18] ;
2. [aangever 19] ;
3. [aangever 20] en/of [aangever 21] ;
4. [aangever 22] ;
5. [aangever 23] ;
is/zijn binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het (telkens) inloggen met onrechtmatig verkregen (inlog)gegevens van een of meerdere rekeninghouder(s) en/of door het bellen van voornoemde rekeninghouder(s) en zich voor te doen als bankmedewerker en vervolgens deze rekeninghouder(s) te bewegen tot het installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding met behulp waarvan verdachte en/of diens mededader(s) de computer/laptop/tablet/mobiele telefoon van die slachtoffer(s) (deels) heeft overgenomen en zich zodoende de toegang tot die computer/laptop/tablet/mobiele telefoon heeft verschaft en daarin is binnengedrongen en zich zodoende de inlog- en bankgegevens en aldus de toegang heeft verschaft tot voornoemde server(s) waar de beveiligde internetbankierenomgeving op draai(d)(en);
Feit 2
zij in of omstreeks periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 te Almere , althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meerdere rekeninghouder(s) van de Rabobank en/of de ABN AMRO bank, te weten
- [aangever 18] (0 euro);
- [aangever 19] (24.966,44 euro);
- [aangever 24] (1870 euro);
- [aangever 25] (1140 euro);
- [aangever 20] en/of [aangever 21] (8300 euro);
- [aangever 22] (4630,41 euro);
- [aangever 23] (8656 euro);
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder autorisatiecode(s) en/of pincode(s)) van zijn/haar bankaccount(s), althans gegevens, door:
- voornoemde rekeninghouder(s) een SMS-bericht en/of WhatsApp-bericht uit naam van diens zoon en/of dochter te sturen met het bericht dat deze zijn telefoon was verloren en (vervolgens) de vraag om een rekening te betalen en/of geld over te maken en/of
- voornoemde rekeninghouder(s) een pop-up en/of waarschuwing te laten zien tijdens het internetbankieren en/of (vervolgens)
- telefonisch contact op te nemen met voornoemde rekeninghouder(s) en zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er verdachte transacties waren gezien op de bankrekening en/of dat er een virus of malware was gevonden in de bankrekening of bankpas en/of dat er hackers bezig waren op de bankrekening en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat om te voorkomen dat er geld van de rekening zou worden afgeschreven, de bankrekening beschermd moest worden, en/of een antivirus tool van de bank geïnstalleerd moest worden, (wat in feite
Anydesk (een remote desktop tool) was) en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s) te instrueren tot het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden en/of betaaltransacties klaar te zetten en/of (vervolgens)
- voornoemde rekeninghouder(s) (aldus) te bewegen tot het uitvoeren en/of autoriseren van de banktransactie, waarna voornoemde rekeninghouder(s), werden bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en/of het ter
beschikking stellen van voornoemde (inlog)gegevens;
Feit 3
zij in of omstreeks periode van 13 juni 2022 tot en met 20 juli 2022 te Almere , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meer geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s) van de Rabobank en/of de ABN AMRO bank, te weten
- [aangever 19] (24.966,44 euro);
- [aangever 24] (1870 euro);
- [aangever 25] (1140 euro);
- [aangever 20] en/of [aangever 21] (8300 euro);
- [aangever 22] (4630,41 euro);
- [aangever 23] (8656 euro);
in elk geval aan een ander dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s) heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij zij, verdachte en/of haar mededader(s) het/de weg te nemen geldbedrag(en) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door met oplichting verkregen, althans onder valse voorwendselen verkregen (en/of door de rekeninghouder(s) onder valse voorwendselen ingevoerde) gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren en/of het autoriseren van een betaling en/of autoriseren van een overboeking, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren en/of het weg te nemen geld onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of (vervolgens) de rekeninghouder(s) te overtuigen om ter voorkoming van illegale
afschrijvingen van hun rekening in te loggen op diens/dier bankrekening en/of een externe (remote) verbinding te accepteren en/of (vervolgens) te instrueren (een) transactie(s) goed te keuren.

Voetnoten

1.Zie het een in de wettelijke vorm opgemaakt themaproces-verbaal ispoof, genummerd 220922.1000 opgemaakt door [J] en [K] , inspecteurs bij politie Midden-Nederland, pagina 13