ECLI:NL:RBMNE:2024:5730

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
16-267705-24
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksuele intimidatie door beledigende opmerkingen en gebaren in het openbaar

Op 7 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksuele intimidatie. De zaak kwam voort uit een incident op 21 augustus 2024, waarbij de verdachte, in het openbaar, beledigende en seksuele opmerkingen maakte naar een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en daarbij seksuele gebaren vertoonde. De kantonrechter, mr. A.M. Loots, heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na het onderzoek ter terechtzitting. De officier van justitie, mr. R. den Uijl - de Wildt, vorderde een veroordeling van de verdachte op basis van artikel 429ter van het Wetboek van Strafrecht, dat seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar stelt.

De kantonrechter oordeelde dat de verdachte op klaarlichte dag het slachtoffer indringend seksueel had benaderd door middel van kwetsende opmerkingen en seksuele gebaren, die als vreesaanjagend en vernederend werden ervaren. De verdachte werd veroordeeld tot een hechtenis van twee dagen, omdat hij niet in staat was een geldboete te betalen. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van €150,00 aan het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van de immateriële schade die het slachtoffer had geleden door de beledigende gedragingen van de verdachte.

De uitspraak benadrukt de ernst van seksuele intimidatie en de noodzaak om dergelijke gedragingen in het openbaar aan te pakken, vooral gezien de rol van het slachtoffer als handhaver van de openbare orde. De kantonrechter hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die dakloos was en onder bewind stond, maar vond het gedrag onacceptabel en een schending van de rechten van het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-267705-24
Vonnis van de kantonrechter
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1974] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 oktober 2024.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R. den Uijl - de Wildt en van hetgeen verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De verdachte wordt beschuldigd van seksuele intimidatie op straat. De volledige tenlastelegging is dat verdachte:
op of omstreeks 21 augustus 2024 te Utrecht in het openbaar een ander, te weten [slachtoffer]
indringend seksueel heeft benaderd, door middel van een of meer opmerkingen, gebaren, geluiden en/of aanrakingen op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend en/of onterend was te achten, te weten
- door zijn, verdachtes, geslachtsdeel vast te pakken en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik neuk je kankerbitch”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- door zijn, verdachtes, geslachtsdeel vast te houden met zijn hand en/of een beweging omhoog te maken met zijn geslachtsdeel en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “donder op, fuck you kankerhoer”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of - door zijn, verdachtes, rechtermiddelvinger omhoog te steken en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “fuck you”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- door met zijn, verdachtes, rechterarm een beweging omhoog te maken en met zijn, verdachtes, linkervuist op zijn rechterelleboog te slaan en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “kankerwijf ik neuk je”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of - tegen die [slachtoffer] te zeggen: “kankerhoer”, “bitch” en/of “kech”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig.
De kantonrechter is bevoegd tot kennisneming van het feit.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het oordeel van de kantonrechter
Bewijsmiddelen
1. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 augustus 2023, in de wettelijke vorm opgemaakt, opgesteld door [slachtoffer] , ambtenaar in dienst van de gemeente Utrecht, medewerker van Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar, tevens slachtoffer:
Op woensdag 21 augustus 2024 omstreeks 09:04 uur bevond ik mij in uniform gekleed en met toezicht en handhaving belast op de openbare weg, op de Lauwersteeg gemeente Utrecht.
Ik zag een man in het Lauwersteeg op de grond zitten. Deze man gaf later op te zijn genaamd: [verdachte] Geboren op [1974] te [geboorteplaats] (Marokko).
Ik zag dat [verdachte] een basepijp in zijn linkerhand vasthield ter hoogte van zijn mond. Ik zag dat [verdachte] in zijn rechterhand een aansteker vasthield. Ik zag dat hij de aansteker waar een vuurvlam van afkwam boven de basepijp hield. Ik zag dat [verdachte] de basepijp vervolgens in zijn mond deed. Ik heb [verdachte] vervolgens als verdachte staande gehouden voor het gebruiken van harddrugs.
Ik hoorde [verdachte] zeggen: 'Laat mij met rust' of woorden in gelijke strekking. Vervolgens zei ik: 'Ik roep de politie erbij en hun kunnen dan kijken wie je bent.'
Ik hoorde [verdachte] zeggen: 'Hou je mond kankerhoer.'
Ik hoorde [verdachte] achter elkaar zeggen: 'Kankerhoer' 'bitch' 'kech' ofwoorden in gelijke strekking. Ik zei: 'Je moet nu ophouden met beledigen.' Ik zag dat [verdachte] zijn rechtermiddelvinger omhoog deed en hoorde [verdachte] zeggen: 'Fuck you.' Vervolgens zag ik dat [verdachte] met zijn rechterarm een beweging omhoog maakte en met zijn linker vuist op zijn rechterelleboog sloeg, wat vergelijkbaar is met 'Fuck you.' Ik hoorde [verdachte] zeggen: 'Kankerwijf ik neuk je' ofwoorden in gelijke strekking. Vervolgens zei ik: 'Hou je mond je gaat nu normaal doen.' Ik zag [verdachte] weer dezelfde 'Fuck you' beweging maken. Ik hoorde [verdachte] zeggen: 'Donder op hoer ik luister niet naar jou.' Ik zag dat [verdachte] met zijn rechterhand zijn geslachtsdeel vastpakte. Ik hoorde [verdachte] vervolgens zeggen: 'Ik neuk je kankerbitch' of woorden in gelijke strekking. Vervolgens zei ik: 'Als je mij nog een keer beledigd dan hou ik je aan.' Ik zag dat [verdachte] weer zijn geslachtsdeel vasthield met zijn rechterhand en een beweging omhoog maakte met zijn geslachtsdeel. Ik hoorde [verdachte] zeggen: Donder op, fuck you kankerhoer' of woorden in gelijke strekking. Ik hoorde [verdachte] weer zeggen: 'Kankerwijf 'kankerhoer.' Of woorden in gelijke strekking. Ik heb [verdachte] vervolgens aangehouden voor artikel 267 van het Wetboek van Strafrecht (belediging) juncto artikel 429 ter van het Wetboek van Strafrecht (Seksuele Straatintimidatie). Ik voelde mij door de beledigende, vernederende en kwetsende opmerkingen van de verdachte, in mijn eer en goede naam aangetast. Tijdens alle beledigingen die [verdachte] tegen mij geuit heeft was dit ten overstaan van publiek. Hierbij verzoek ik de Officier van Justitie om [verdachte] te vervolgen ter zake belediging en seksuele straatintimidatie.
2) Een schriftelijk bescheiden, genaamd Ambtelijk verslag, d.d. 21 augustus 2024 opgesteld door [A] , Senior Toezichthouder Gemeente Utrecht
Ik was samen met mijn collega [slachtoffer] werkzaam als buitengewoon opsporingsambtenaar. Ik hoorde dat de verdachte mijn collega [slachtoffer] meerdere malen uitmaakte voor verschillende beledigde woorden zoals "kanker hoer", "Kanker bitch" "Hoer", "Kachba", dit merkte ik door dat de verdachte mijn collega [slachtoffer] aankeek. Toen ik dit hoorde stond ik op een meter afstand. Ik zag dat de verdachte ook zijn middelvinger naar mijn collega [slachtoffer] opstak. Ik hoorde daarna dat mijn collega [slachtoffer] de verdachte had aangehouden voor belediging. Ik zag dat de politie ter plaatse kwam. Ik hoorde dat mijn collega [slachtoffer] had aangegeven aan de politie dat de verdachte was aangehouden voor belediging. Ik zag dat de politie de verdachte had meegenomen naar bureau Paardenveld te Utrecht.
Bewijsoverwegingen
De bewezenverklaring steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen.
Toetsingskader
Op 1 juli 2024 is de nieuwe Wet seksuele misdrijven in werking getreden. In deze wet is -onder meer - seksuele intimidatie in het openbaar als overtreding strafbaar gesteld. Volgens de wetgever is de kern van het strafrechtelijk verwijt dat: ‘iemand een ander in het openbaar op intimiderende wijze als seksueel object benadert met het gevolg dat mensen zich onveilig voelen of worden gehinderd om zichzelf te zijn als zij zich in het openbaar begeven.’
In artikel 429ter van het Wetboek van Strafrecht is het verwijt dat de verdachte wordt gemaakt strafbaar gesteld. De delictsomschrijving - dat is de manier waarop het strafbare feit in de wet is opgeschreven - bevat de bestanddelen die voor strafbaarheid van belang zijn:
  • een ander indringend
  • seksueel benaderen door middel van opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen
  • op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is te achten
  • in het openbaar.
Verdachte heeft op klaarlichte dag op straat het slachtoffer seksueel benaderd door middel van opmerkingen en gebaren.
Verdachte heeft het slachtoffer ook geprobeerd te slaan en haar pols pijnlijk vastgepakt. Die aanrakingen hebben naar het oordeel van de kantonrechter geen seksueel karakter, maar passen meer bij de neiging van verdachte om telkens weg te lopen/fietsen bij de BOA’s die hem hadden aangehouden terwijl hij was gesommeerd te wachten op de politie. Deze aanrakingen staan ook niet op de tenlastelegging.
De opmerkingen en gebaren die verdachte heeft gemaakt en die in de bewijsmiddelen staan beschreven, zijn wel onmiskenbaar van indringende seksuele aard, vanwege de heftige bewoordingen (waaronder fuck you, kankerbitch ik neuk je”), ook nog eens in combinatie met seksueel agressieve gebaren (vinger opsteken, vuist op ellenboog slaan, geslachtdeel vastpakken). Deze gebaren waren kennelijk ook intimiderend bedoeld, verdachte wilde immers dat het slachtoffer en haar collega weg zouden gaan. Los daarvan kan ook naar algemene maatstaven worden gesteld dat dergelijke woorden en gebaren als vreesaanjagend, vernederend, kwetsend en onterend aan te merken zijn.

5.BEWEZENVERKLARING

De kantonrechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 21 augustus 2024 te Utrecht in het openbaar een ander, te weten [slachtoffer]
indringend seksueel heeft benaderd, door middel van opmerkingen en gebaren, op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend en onterend was te achten, te weten
- door zijn, verdachtes, geslachtsdeel vast te pakken en daarbij tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik neuk je kankerbitch”, en
- door zijn, verdachtes, geslachtsdeel vast te houden met zijn hand en/of een beweging omhoog te maken met zijn geslachtsdeel en daarbij tegen die [slachtoffer] te zeggen: “donder op, fuck you kankerhoer”, en
- door zijn, verdachtes, rechtermiddelvinger omhoog te steken en daarbij tegen die [slachtoffer] te zeggen: “fuck you”,
- door met zijn, verdachtes, rechterarm een beweging omhoog te maken en met zijn, verdachtes, linkervuist op zijn rechterelleboog te slaan en daarbij tegen die [slachtoffer] te zeggen: “kankerwijf ik neuk je”, en
- tegen die [slachtoffer] te zeggen: “kankerhoer”, “bitch” en “kech”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
in het openbaar een ander indringend benaderen door middel van opmerkingen en gebaren op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend en onterend is te achten.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot:
- een geldboete van € 280,- bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis, waarvan een gedeelte van €180,- voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van 2 jaren.
8.2
Het oordeel van de kantonrechter
Bij het bepalen van de straf heeft de kantonrechter rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte is een van de eerste mensen die door de politie voor seksuele intimidatie op grond van het nieuwe wetsartikel 429 ter van het Wetboek van Strafrecht is aangehouden.
Zijn gedrag jegens het slachtoffer is mogelijk ook strafbaar als belediging en daarmee een misdrijf, maar de officier van justitie heeft er voor gekozen verdachte te dagvaarden voor dit nieuwe wetsartikel.
Het slachtoffer doet belangrijk werk in het kader van de openbare orde en probeert als professional de samenleving leefbaar te houden. Zij moet haar werk kunnen doen zonder op deze grove manier benaderd te worden. De wetgever heeft dit gedrag dan ook strafbaar gesteld in de hoop en verwachting dat het een ieder duidelijk wordt dat dergelijk gedrag totaal onacceptabel is.
Verdachte heeft een strafblad en is
veroordeeld voor meerdere misdrijven en overtredingen, voor het laatst op 13 maart 2024.
De kantonrechter is van oordeel dat de gevorderde geldboete niet aansluit bij de persoonlijke omstandigheden en proceshouding van de verdachte. Verdachte heeft aangegeven niet bereid te zijn een eventuele geldboete te betalen en dat ook niet te kunnen. Verdachte is dakloos, staat onder bewind en heeft aangegeven niet te kunnen werken. Het voorgaande maakt dat de kantonrechter geen andere mogelijkheid ziet dan een hechtenis op te leggen voor de duur van twee dagen.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 231,00 aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de officier is dat dit schadebedrag toegewezen kan worden.
Verdachte verzet zich tegen toewijzing van de vordering.
Naar het oordeel van de rechtbank is het slachtoffer door de bewezenverklaarde gedragingen in haar eer en goede naam aangetast. Op grond van artikel 6:106 sub b van het Burgerlijk Wetboek heeft het slachtoffer recht op een immateriële schadevergoeding. Gelet op de aard en ernst van de gedragingen, het gaat om een overtreding, en de omstandigheden waaronder een en ander heeft plaatsgevonden acht de kantonrechter een bedrag van € 150,00 toewijsbaar, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2024 tot de dag van volledige betaling.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag € 150,00 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 21 augustus 2024 tot de dag van volledige betaling. Als verdachte niet betaalt, zal deze verplichting worden aangevuld met 3 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f en 429ter van het Wetboek van Strafrecht.

11.BESLISSING

De kantonrechter:
Verklaart het tenlastegelegde feit bewezen zoals onder rubriek 5 vermeld.
Verklaart het bewezenverklaarde feit strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 vermeld.
Verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een hechtenis voor de duur van 2 dagen.
Benadeelde partij
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 150,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2024 tot de dag van volledige betaling;
wijst de vordering van [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde af;
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 150,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Loots, kantonrechter, in tegenwoordigheid van
B. Schelling, griffier en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 oktober 2024.