ECLI:NL:RBMNE:2024:5717
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding en loonsancties
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 juli 2024 uitspraak gedaan over het verzoek van [verzoekster] B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 14 mei 2024 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van [verweerster]. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 juni 2024, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsverhouding tussen partijen ernstig verstoord was, voornamelijk door een conflict over het thuiswerken van [verweerster]. Ondanks pogingen tot mediation is er geen oplossing gevonden, en de kantonrechter oordeelde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was op basis van artikel 7:671b lid 1 onder a en artikel 7:669 lid 3 sub g van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft de ontbinding per 1 september 2024 vastgesteld en [verzoekster] veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 5.311,89 en achterstallig loon van € 5.453 voor de maanden mei en juni 2024. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de loonsancties die door [verzoekster] zijn opgelegd, deels onterecht waren, maar dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.