Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2024 in de zaak tussen
[eiser 1], en
[eiser 2],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen een boete die hen is opgelegd wegens het niet beschikbaar stellen van een energielabel bij de verkoop van een woning. De eisers, beiden uit [woonplaats], hebben een boete van € 225,- per persoon ontvangen van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, vertegenwoordigd door de Inspectie Leefomgeving en Transport. De boete werd opgelegd op 8 augustus 2023, en het bezwaar van eisers werd bij besluit van 2 april 2024 afgewezen.
De rechtbank behandelt de zaak op 26 augustus 2024, waarbij eiser 1 en de gemachtigde van de minister aanwezig zijn. De rechtbank stelt vast dat er geen geschil is over de overtreding van de labelplicht, die vereist dat bij de verkoop van een woning een energielabel beschikbaar moet zijn. Eisers betogen dat de labelplicht geen meerwaarde heeft, omdat de koper hun dochter is en zij al op de hoogte is van de staat van de woning. De rechtbank verwerpt deze argumenten en stelt dat de labelplicht rust op de verkoper, ongeacht de kennis van de koper.
De rechtbank concludeert dat de minister rechtmatig heeft gehandeld door de boete op te leggen. De beroepsgronden van eisers slagen niet, en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. A. de Snoo, in aanwezigheid van P. Molenaar, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 september 2024. De eisers krijgen het griffierecht niet terug.