Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en een gedaagde asielzoeker. De gedaagde, die Iraanse nationaliteit heeft en rechtmatig in Nederland verblijft, weigerde een aanbod voor tijdelijke huisvesting in de gemeente Stichtse Vecht. Het COA vorderde de ontruiming van de bij de gedaagde in gebruik zijnde ruimte in het asielzoekerscentrum (AZC) in [plaats 1]. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde zonder recht of titel in het AZC verbleef, omdat hij niet op de voorgeschreven datum in de nieuwe opvanglocatie was verschenen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de overvolle opvangcentra van het COA. De rechtbank wees de vordering van het COA toe en veroordeelde de gedaagde tot ontruiming van de AZC-ruimte binnen drie dagen na betekening van het vonnis, alsook tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van asielzoekers om mee te werken aan huisvesting en de gevolgen van weigering.