ECLI:NL:RBMNE:2024:5687
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding na intrekking van de eis
In deze zaak heeft de eiseres, een besloten vennootschap, een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiseres heeft na de mondelinge behandeling op 16 mei 2024 verzocht om doorhaling van de zaak, omdat zij de verkeerde persoon had gedagvaard. De gedaagde stemde in met de doorhaling, maar vorderde wel een proceskostenvergoeding van € 500,00. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor dit bedrag. De kantonrechter overweegt dat in zaken waarin een partij in persoon procedeert, een standaardvergoeding van € 50,00 per zitting geldt, tenzij de gedaagde kan aantonen dat zijn kosten hoger zijn. Aangezien de gedaagde twee keer naar de zitting is gekomen, heeft de kantonrechter de proceskosten vastgesteld op € 100,00. De eiseres is veroordeeld tot betaling van dit bedrag binnen veertien dagen na aanschrijving. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.W. Wagenaar op 18 september 2024.