Uitspraak
1.De beslissing in conventie en reconventie
2.De beoordeling
.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 16 september 2024 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een mondelinge uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen [eiseres] en [gedaagde]. De zaak betreft de toewijzing van het huurrecht van een woning aan [eiseres] na het verbreken van de relatie met [gedaagde]. Beide partijen hebben verzocht om het huurrecht aan hen toe te wijzen, maar de kantonrechter heeft de belangen van de vier kinderen van het paar zwaar laten wegen in zijn beslissing. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat zij in de woning blijven, vooral gezien de zorg die [eiseres] heeft voor hun autistische zoon. De kantonrechter heeft [gedaagde] een termijn van 14 dagen gegeven om zijn eigendommen uit de woning te halen en zijn sleutels aan [eiseres] te overhandigen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 200,00 per dag bij niet-naleving van deze verplichtingen, tot een maximum van € 4.000,00. De tegenvorderingen van [gedaagde] zijn afgewezen en hij is veroordeeld in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is vastgelegd in een proces-verbaal.