ECLI:NL:RBMNE:2024:5670
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening woningsluiting op grond van artikel 174a Gemeentewet in verband met dreiging uit crimineel milieu
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen het besluit van de burgemeester van Utrecht om hun woning voor 30 dagen te sluiten op grond van artikel 174a van de Gemeentewet. Dit besluit volgde op een eerdere mondelinge maatregel en is genomen in het kader van een dreiging die voortvloeit uit een conflict in het zware criminele circuit. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en de voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 september 2024 behandeld.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, na een beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit en de belangen van beide partijen. Verzoekers stelden dat de burgemeester niet bevoegd was om de woning te sluiten, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester voldoende informatie had om de maatregel te rechtvaardigen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de dreiging die uit het criminele milieu voortkwam, ernstig genoeg was om de sluiting van de woning te rechtvaardigen, en dat de burgemeester de maatregel had kunnen opleggen.
De voorzieningenrechter weegt de belangen van verzoekers tegen de noodzaak van handhaving van de openbare orde. Hoewel de belangen van verzoekers ernstig zijn geraakt door de maatregel, oordeelt de voorzieningenrechter dat de burgemeester het belang van de openbare orde zwaarder mocht laten wegen. De voorzieningenrechter concludeert dat het bezwaar van verzoekers geen redelijke kans van slagen heeft en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 27 september 2024.