Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
[eiser],
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 1] c.s.,
1.De procedure
2.De beoordeling
€ 39.322,14 (vermeerderd met rente) aan [gedaagde sub 1] c.s. te betalen. Daaraan voldeed [eiser] na vele sommaties niet. [gedaagde sub 1] c.s. hebben daarom aangedrongen op executoriale verkoop van de woning van [eiser] . De woning is op 6 februari 2024 door middel van een openbare veiling aan een derde partij verkocht. Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde sub 1] c.s. misbruik hebben gemaakt van hun bevoegdheid om tot executie over te gaan en daarom onrechtmatig hebben gehandeld. De rechtbank oordeelt dat daar geen sprake van is.
€ 320,00, salaris advocaat van € 1.228,00 (2 punten x tarief II) en de nakosten van € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing).