ECLI:NL:RBMNE:2024:5667
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening woningsluiting op grond van Gemeentewet wegens dreiging vanuit criminele groepering
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen het besluit van de burgemeester van Utrecht om de woning van verzoekers voor 30 dagen te sluiten. Dit besluit is genomen op basis van artikel 174a van de Gemeentewet, naar aanleiding van een dreiging vanuit een zware criminele groepering. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 september 2024 behandeld. Tijdens de zitting waren verzoekers, hun gemachtigde en de gemachtigde van de burgemeester aanwezig. De voorzieningenrechter heeft de rechtmatigheid van het besluit van de burgemeester beoordeeld en de belangen van beide partijen afgewogen. Verzoekers stelden dat de burgemeester niet bevoegd was om de woning te sluiten, maar de voorzieningenrechter kwam tot de conclusie dat de burgemeester wel degelijk bevoegd was, gezien de inhoud van de bestuurlijke rapportage die een ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde onderbouwde.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de maatregel van woningsluiting noodzakelijk en evenwichtig was, ondanks de impact op de verzoekers. De burgemeester had de bevoegdheid om de maatregel te nemen, en de voorzieningenrechter zag geen reden om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek werd afgewezen, en de voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van de openbare orde zwaarder wogen dan die van verzoekers. De uitspraak werd gedaan op 27 september 2024, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.