Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
‘1. Heeft de inspecteur misbruik gemaakt van zijn functie om een afspraak te maken met mw. [C] , met als doel persoonlijke (lees: romantische) gevoelens voor haar kenbaar te maken? 2. Heeft de inspecteur feitelijk uiting gegeven aan gevoelens van persoonlijke aard, met als doel een romantische betrekking met mw. [C] aan te gaan? 3. Heeft de inspecteur misbruik gemaakt van zijn functie om mw. [C] onder druk te zetten om in te gaan op zijn avances?’
‘Als het evenwel klopt dat beklaagde zich eerder schuldig heeft gemaakt aan soortgelijke gedragingen, en hier reeds op indringende wijze (zelfs door een strafoplegging) op is aangesproken, dan adviseert de commissie om dit te betrekken in de besluitvorming over het vervolg. Naar het inzicht van de commissie lijkt beklaagde hier dan namelijk weinig van te hebben geleerd, gezien het ongewenste gedrag dat hij in het onderhavige geval heeft vertoond, en zijn reactie hierop achteraf. In dat geval zou het bevoegd gezag naar het inzicht van de commissie behalve een coaching of training, of in plaats hiervan, een zwaarder(-) middel (zoals een aanvullende disciplinaire sanctie) moeten overwegen, om zich extra ervan te verzekeren dat de bewustwording over de grensoverschrijdende aard van zijn gedragingen bij beklaagde daadwerkelijk optreedt, en dat hij zich hier in de toekomst van zal onthouden (-).’Aan het bevoegd gezag beval de klachtencommissie aan om een duidelijk en transparant protocol voor het indienen, onderzoeken en afhandelen van klachten over ongewenst gedrag op te stellen, zulks opdat voor de organisatie en de medewerkers duidelijk is hoe dit verloopt.