ECLI:NL:RBMNE:2024:5659

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
30 september 2024
Zaaknummer
UTR 24/5941
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening om tijdelijke schoollokalen te verwijderen in afwachting van bezwaarprocedure

In deze zaak hebben verzoekers, bewoners uit de directe omgeving van twee tijdelijke schoollokalen, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening. Zij willen dat de schoollokalen worden verwijderd in afwachting van de bezwaarprocedure die zij hebben aangespannen tegen de verleende omgevingsvergunning. De verzoekers ervaren parkeer- en verkeersoverlast door de nabijgelegen basisscholen en kinderopvang, en vrezen dat de situatie door de bouw van de schoollokalen alleen maar zal verergeren. De voorzieningenrechter heeft op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan en geconcludeerd dat er geen sprake is van een spoedeisend belang voor de verzoekers. De rechter weegt het belang van de verzoekers om de overlast te stoppen minder zwaar dan het belang van de vergunninghouder om de schoollokalen te kunnen gebruiken. De voorzieningenrechter heeft de omgevingsvergunning bekeken en geen evidente fouten gevonden in het besluit. De argumenten van de verzoekers over parkeer- en verkeersproblematiek, wateroverlast, welstand, participatie met de buurt, en het gelijkheids- en vertrouwensbeginsel kunnen in de bezwaarprocedure aan de orde komen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook ongegrond verklaard, zonder dat een zitting nodig was. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/5941

uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 oktober 2024 in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] ,

[verzoeker 3] en [verzoeker 4] ,
[verzoeker 5] en [verzoeker 6] ,
[verzoeker 7] ,
[verzoeker 8] ,
[verzoeker 9] en [verzoeker 10] ,
[verzoeker 11] en [verzoeker 12] ,
[verzoeker 13] ,
[verzoeker 14] ,
[verzoeker 15] ,
[verzoeker 16] , [verzoeker 17] , [verzoeker 18] , [verzoeker 19] en [verzoeker 20] en
[verzoeker 21], allen uit [woonplaats] , verzoekers
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats] , verweerder.

Verder is partij bij de zaak:
[vergunninghouder], gevestigd in [vestigingsplaats] , vergunninghouder.

Inleiding

Met het besluit van 14 augustus 2024 heeft het college aan de vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van twee tijdelijke schoollokalen aan de [adres] in [plaats] , waarbij is bepaald dat de vergunning twee jaar geldig is. De vergunninghouder heeft de tijdelijke schoollokalen geplaatst en de bouwwerkzaamheden zijn afgerond.
Verzoekers wonen in de directe omgeving. Zij hebben bezwaar gemaakt bij het college en zij hebben daarnaast de voorzieningenrechter gevraagd om de werking van de omgevingsvergunning op te schorten totdat het college op hun bezwaar heeft beslist.
3. Verzoekers willen dat de tijdelijke schoollokalen weer worden weggehaald in afwachting van de bezwaarprocedure bij het college. Zij ervaren nu al parkeer- en verkeersoverlast van de twee basisscholen, de kinderopvang, de buitenschoolse opvang en de peuterspeelzaal die op deze locatie gevestigd zijn. Door de bouw van de twee schoollokalen wordt deze problematiek alleen maar erger. Omdat er te weinig parkeerplekken zijn, wordt elke dag op de weg en op het fietspad gestopt om kinderen te brengen en te halen. Alle verkeersafwikkeling vindt plaats in de straten van verzoekers, het verkeer komt daar iedere dag vast te staan en de bereikbaarheid voor hulpdiensten komt in gevaar. Verzoekers hebben hierdoor ook geluidsoverlast. Deze onacceptabele situatie moet direct stoppen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. De voorzieningenrechter vindt dat er geen sprake is van een zodanig spoedeisende situatie waarbij verzoekers er belang bij hebben dat de al gebouwde schoollokalen direct moeten worden weggehaald. De voorzieningenrechter weegt het belang dat verzoekers hebben bij het voorkomen van de door hen aangekaarte parkeer- en verkeersproblematiek minder zwaar dan het belang dat de vergunninghouder heeft bij het kunnen gebruiken van de schoollokalen. Daarbij weegt de voorzieningenrechter mee dat de problemen die verzoekers aankaarten grotendeels al bestonden in de oude situatie. Een eventuele toename van die problemen door twee extra schoollokalen vindt de voorzieningenrechter op dit moment niet zó spoedeisend, dat de bezwaarprocedure niet verder kan worden afgewacht.
5. De voorzieningenrechter heeft de omgevingsvergunning bekeken en ziet op voorhand geen evidente fouten in het besluit. De argumenten over de parkeer- en verkeersproblematiek, over wateroverlast, over welstand, over de participatie met de buurt en over het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel kunnen in de bezwaarprocedure aan de orde komen.

Conclusie en gevolgen

6. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet als ongegrond worden afgewezen. Dit is zo duidelijk, dat daarvoor geen zitting bij de voorzieningenrechter nodig is. Het college hoeft geen proceskosten of griffierecht te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. C.H. Verweij, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.