8.3Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Verdachte heeft het geladen wapen gedurende een langere periode bij zich gedragen, totdat het wapen in de woning waar verdachte verbleef werd ontdekt door de politie. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie in zijn algemeenheid brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en versterkt in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid. Dat die risico’s zich realiseren blijkt uit de veelheid van geweldsincidenten waarbij vuurwapens zijn gebruikt en (dodelijke) slachtoffers moeten worden betreurd. Daarom is de rechtbank van oordeel dat tegen het ongecontroleerde bezit van vuurwapens streng moet worden opgetreden.
Het wapen dat verdachte voorhanden had, betrof een omgebouwde revolver met daarin twee scherpe patronen. Het wapen was gereed om die patronen af te vuren. Verdachte verklaart hierover dat hij het geladen wapen onder handbereik bij zich had, omdat hij zich onveilig voelt sinds hij en zijn moeder slachtoffers zijn geworden van een steekincident. Hierdoor nam verdachte het risico op een geweldsincident met het vuurwapen welbewust op de koop toe en heeft hij een ernstige inbreuk gemaakt op de veiligheid in de samenleving.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een Uittreksel Justitiële Documentatie van 10 april 2024 waaruit blijkt dat verdachte eerder voor wapenbezit is veroordeeld in België. Deze veroordeling heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden om opnieuw een wapen voorhanden te hebben.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van [B] , reclasseringswerker van [organisatie 1] van 5 april 2024. Daarin staat dat de reclassering tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte is gestart met praktische stabilisatie en dat er stappen zijn gemaakt op het gebied van huisvesting en schulden. Verdachte woont momenteel begeleid bij [organisatie 2] in [plaats 2] . Daarnaast is er forensisch ambulante begeleiding betrokken vanuit [organisatie 3] en is verdachte aangemeld voor verdiepingsdiagnostiek en behandeling bij [organisatie 4] . Het is uit de gesprekken met verdachte voor de reclassering niet duidelijk geworden of verdachte naïef is geweest ten tijde van het plegen van het strafbare feit of dat er sprake was van berekening. Ook is er onduidelijkheid over het psychosociaal functioneren van verdachte. De reclassering kan het risico op recidive daarom niet inschatten.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen. De reclassering verwacht dat er door verdiepingsdiagnostiek, behandeling bij [organisatie 4] en toezicht vanuit de reclassering meer zicht zal komen op het psychosociaal functioneren van verdachte en de eventuele aanwezigheid van een pro-criminele houding. Van belang is dat de praktische stabilisatie die de reclassering reeds heeft ingezet, wordt gecontinueerd.
De op te leggen straf
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van dit strafbare feit, mede gelet op de LOVS-oriëntatiepunten die de rechtbank hanteert, in beginsel oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. De rechtbank ziet echter in de persoonlijke omstandigheden van verdachte aanleiding om daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en daar bijzondere voorwaarden aan te verbinden. Verdachte had ten tijde van het bewezenverklaarde geen vaste woon- of verblijfplek, geen baan of een andere vorm van dagbesteding. Sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis woont verdachte begeleid bij [organisatie 2] . Hier krijgt hij onder andere hulp bij het aflossen van zijn schulden. Verdachte heeft aangegeven dat hij voor langere tijd bij [organisatie 2] in [plaats 2] kan verblijven en dat hij zich daar veiliger voelt dan in [plaats 1] . Ook heeft hij inmiddels een baan. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur dan de voorlopige hechtenis waardoor hij opnieuw vast komt kan de voorzichtig positieve ontwikkeling waarvan nu sprake is, doorkruisen. Verder heeft verdachte vanaf het begin openheid van zaken gegeven. Om voornoemde redenen zal de rechtbank verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen dan de periode die hij in voorarrest heeft gezeten.
De rechtbank acht een gevangenisstraf van 120 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 75 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. De rechtbank ziet geen aanleiding om een proeftijd van drie jaar aan verdachte op te leggen. De rechtbank verbindt aan het voorwaardelijke strafdeel de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd en door de officier van justitie zijn gevorderd. Dit betekent dat verdachte niet terug naar de gevangenis hoeft, mits hij zich aan de voorwaarden houdt.
Om de ernst van het feit te benadrukken, en gelet op het feit dat het wapen geladen was, hij gewend was dit bij zich te dragen en verdachte eerder voor een soortgelijk delict is veroordeeld, zal de rechtbank ook een taakstraf van 120 uur opleggen, te vervangen door 60 dagen hechtenis als verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht. Omdat de LOVS-oriëntatiepunten lager zijn dan de richtlijnen van het Openbaar Ministerie, komt de rechtbank tot een lagere straf dan door de officier van justitie is gevorderd.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten het voorhanden hebben van een vuurwapen met munitie.
Gelet op het feit dat verdachte eerder is veroordeeld voor wapenbezit en het voor de reclassering niet duidelijk is geworden of verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde naïef of berekenend is geweest, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Bovendien bevindt verdachte zich kennelijk in criminele kringen waar wapens worden overgedragen. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden die aan verdachte zullen worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank zal, gelet op de straf die zij aan verdachte zal opleggen, het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
8.3.1BESLAG
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer:
- 1 stuk revolver (PL0900-2023358178-G3255735);
- 1 stuk verdovende middelen (PL0900-2023358178-G3255758);
- 2 stuks verdovende middelen (PL0900-2023358178-G3255760);
- 1 stuk verdovende middelen (PL0900-2023358178-G3255762).
Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Met betrekking tot de revolver is het bewezenverklaarde feit begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- 1 stk telefoontoestel (PL0900-2023358178-G3255834);
- 1 stk telefoontoestel (PL0900-2023358178-G3255832).