Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 mei 2024 met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
Dank voor het prettige gesprek van vanmorgen en uw toelichting op de situatie. (…) Ik heb enige tijd nodig om dit te bestuderen. Om u zo goed mogelijk bij te kunnen staan ontvang ik graag nog een aantal aanvullende documenten (…). Na ontvangst van de stukken ontvangt u in een afzonderlijke e-mail van ons de link ter verificatie en de opdrachtbevestiging. Zoals besproken bedraagt mijn uurtarief op dit moment € 155,- exclusief btw. (…).” De verzochte aanvullende documenten heeft [gedaagde] diezelfde dag aan [eiseres] verzonden, zo blijkt uit productie 1 bij dagvaarding. In het licht van deze omstandigheden staat voor de kantonrechter vast dat [gedaagde] akkoord is gegaan met de voorwaarden waaronder [eiseres] voor haar juridische werkzaamheden zou verrichten en dat het de bedoeling was dat [eiseres] deze werkzaamheden daadwerkelijk zou gaan verrichten. Daarmee staat vast dat tussen partijen een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. Dat het toesturen van documenten geen toestemming is voor een opdracht, zoals [gedaagde] stelt, is in beginsel juist. Maar het toesturen van deze documenten is in dit geval een reactie geweest na het telefonisch contact met [eiseres] en op een verzoek van [eiseres] . Met inachtneming van het telefoongesprek en het diezelfde dag toesturen van documenten heeft [gedaagde] aldus de bedoeling gehad om akkoord te gaan met het door [eiseres] voor [gedaagde] verrichten van werkzaamheden en de voorwaarden waaronder dat zou plaatsvinden. Daarvoor is niet vereist dat [gedaagde] eerst een schriftelijke overeenkomst ondertekent.
Hiermee bevestig ik u de opdracht aan [eiseres] B.V. ( [eiseres] ), zoals u die mij op 5 februari 2024 hebt gegeven. Wij danken u hartelijk voor uw opdracht en het vertrouwen dat daaruit spreekt.”
De opdrachtbevestiging zal verstuurd worden door onze secretaresse.” Deze e-mailberichten zijn verzonden voordat [eiseres] is gestart met de beoordeling van de stukken. [gedaagde] heeft op dat moment niet aan [eiseres] bericht dat er nog geen opdrachtbevestiging kon worden verzonden, omdat pas na bestudering van de stukken een overeenkomst tot stand zou komen. In tegendeel; op 6 februari 2024 vindt er tussen [eiseres] en [gedaagde] een e-mailwisseling plaats over de inhoud van de opdracht van [gedaagde] aan [eiseres] en over de haalbaarheid van het starten van een gerechtelijke procedure.