Uitspraak
1.De procedure
- de door [eisende partij] en [gedaagde partij] ingediende producties voorafgaand aan de zitting
- de pleitnota van [eisende partij]
- de pleitnota van [gedaagde partij] .
2.Wat is de kern?
3.De beoordeling
Naar het oordeel van de kantonrechter is dat het geval. [gedaagde partij] is een vanaf 1 februari 2019 bestaande radiozender waarop hoofdzakelijk alternatieve rock muziek wordt gedraaid. [gedaagde partij] heeft een FM dekking in de randstad en is landelijk te beluisteren via internet of DAB+. [radiozender] is een landelijke radiozender waar populaire muziek wordt gedraaid en ook nieuws wordt uitgezonden. De enkele omstandigheid dat [gedaagde partij] , zoals [eisende partij] heeft gesteld, een ander muziekgenre heeft gericht op een heel ander publiek/doelgroep, maakt evenwel niet dat [gedaagde partij] en [radiozender] geen concurrenten van elkaar zijn. [eisende partij] heeft ter zitting naar voren gebracht dat [radiozender] en [gedaagde partij] zich juist onderscheiden door de andere muzieknummers die worden gedraaid. [eisende partij] heeft verwezen naar een door hem in het geding gebracht overzicht van de top 100 meest gedraaide nummers op beide zenders waaruit volgens hem volgt dat sprake is van een zeer beperkte overlap. Van de door [radiozender] over 1 jaar tijd berekende 100 meest gedraaide platen, zijn er maar 16 ook gedraaid door [gedaagde partij] , aldus [eisende partij] . Echter, uit een door [gedaagde partij] als productie 9 in het geding gebracht overzicht van RadioMonitor, hetgeen online software is die alle radiozenders gebruiken om inzicht te krijgen in de muziek die op alle radiozenders wordt uitgezonden, volgt dat de overlap in de meetperiode juni-juli 2024 qua muzieknummers 27% is. Dit betekent dat vrijwel een derde van de muziek die [radiozender] draait ook te horen is op [gedaagde partij] . Nog daargelaten dat dit een substantieel deel is, veel relevanter vindt de kantonrechter de hoeveelheid luisteraars die naar de zenders luisteren. De hoeveelheid luisteraars (die wordt uitgedrukt in het marktaandeel) is van belang voor alle radiozenders (publieke en commerciële zenders), met name in verband met de advertentiemarkt en de inkomsten die daaruit volgen. Derhalve raakt dit direct het bedrijfsdebiet (de inkomenspositie en goodwill) van radiozenders, met name commerciële zenders zoals [gedaagde partij] omdat [gedaagde partij] vooral afhankelijk is van inkomen uit reclame en luisteraars. Daarom is van belang in hoeverre er overlap is van de luisteraars tussen [radiozender] en [gedaagde partij] . [gedaagde partij] heeft in dit verband als productie 10 een overzicht van RadioMonitor in het geding gebracht waaruit volgt dat 37,8 % van de [gedaagde partij] luisteraars in juni 2024 ook luisterde naar [radiozender] . In een tweede overzicht is de overlap met meerdere radiozenders vergeleken en daaruit komt ook naar voren dat er een overlap is tussen de luisteraars van [gedaagde partij] en [radiozender] en dat deze bijvoorbeeld groter is dan die van [gedaagde partij] met NPO 3 of Veronica. Verder heeft [gedaagde partij] nog een staafdiagram in het geding gebracht (productie 25) van een onderzoek dat [gedaagde partij] heeft laten uitvoeren in 2020. Daaruit volgt dat 43% van de luisteraars van [gedaagde partij] ook regelmatig luistert naar [radiozender] en dat slechts 19% van de [gedaagde partij] luisteraars exclusief naar [gedaagde partij] luistert en 81% ook afstemt op andere zenders. [eisende partij] heeft deze cijfers niet gemotiveerd betwist. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagde partij] hiermee voldoende onderbouwd dat er een significante overlap is tussen de luisteraars van [gedaagde partij] en [radiozender] en dat luisteraars van [gedaagde partij] ook eenvoudig overstappen naar andere radiozenders. Daar komt bij dat [radiozender] en [gedaagde partij] zich richten op dezelfde reclamedoelgroep, te weten luisteraars in de leeftijdsgroep van 20- 50 jaar, die voor de advertentiemarkt uitermate waardevol zijn omdat in die leeftijdscategorie het meest wordt aangeschaft. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen kunnen [gedaagde partij] en [radiozender] in zoverre dan ook als elkaars concurrent worden beschouwd.
‘grote en redelijke belangen van de werkgever zijn om het beding gehandhaafd te zien, maar de werknemer door handhaving van het concurrentiebeding ernstig nadeel ondervindt’.
“terug naar [gedaagde partij] links of rechtsom niet meer gaat gebeuren”. Gelet hierop is er geen aanleiding om aan [eisende partij] een vergoeding toe te kennen.