RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
zaaknummer: UTR 23/5247
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen
(gemachtigde: M. de Graaff en E. Lun, gemachtigden verweerder).
1. Deze zaak gaat over het verkeersbesluit van het college van 30 december 2022 tot het aanwijzen van diverse parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen in de gemeente De Ronde Venen.
2. Eiser woont aan de [adres 1] in [woonplaats] . In de directe omgeving van zijn woning zijn twee parkeerplaatsen aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit verkeersbesluit.
3. Met het bestreden besluit van 15 september 2023 is het college bij dat besluit gebleven.
4. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
5. Eiser heeft op 12 augustus 2024 een nadere reactie ingediend op het verweerschrift.
6. De rechtbank heeft het beroep op 21 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigden van het college.
Totstandkoming van het besluit
7. Eiser woont aan de [adres 1] in [woonplaats] .
8. Het college heeft in de gemeente De Ronde Venen 125 locaties aangewezen voor openbare laadpalen. Daartoe heeft het college eerst een laadkaart opgesteld. De gemeente heeft de beleidsvrijheid om de laadkaart naar eigen inzicht in te vullen. Op deze kaart zijn op gemeenteniveau meerdere oplaadlocaties aangegeven die de gemeente in de toekomst beoogt te gebruiken. Dit om het aantal oplaadlocaties uit te kunnen breiden, zoals omschreven in artikel 1, lid k, van de "Beleidsregels laadpalen elektrische voertuigen gemeente De Ronde Venen 2023". Met een huis-aan-huisbrief van 27 oktober 2022, via een persbericht en via de website van de gemeente De Ronde Venen heeft het college inwoners de mogelijkheid gegeven om hun opmerkingen op de voorgenomen laadlocaties anoniem door te geven tot en met 27 november 2022. Dit heeft geleid tot een digitale laadkaart opgesteld door Metropoolregio Amsterdam (MRA-E), Stedin, Total Energies en de gemeente. Het is een kaart van de hele gemeente waarop te zien is waar in de toekomst laadpalen kunnen komen. Als een eigenaar van een elektrische auto een aanvraag doet, wordt met deze laadkaart de locatie voor het plaatsen van een laadpaal bepaald. De laadpaal wordt pas geplaatst als blijkt dat de overige laadpalen in de directe omgeving niet meer afdoende zijn. De laadkaart is een hulpmiddel dat het college heeft gebruikt bij het opstellen van het verkeersbesluit.
9. Op 30 december 2022 heeft het college een verkeersbesluit genomen tot het aanwijzen van diverse parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen in de gemeente De Ronde Venen. Op 19 april 2023 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden door de commissie bezwaarschriften, welke commissie op 7 juli 2023 advies heeft uitgebracht aan het college. Vervolgens heeft het college op 15 september 2023 het bestreden besluit genomen.
Beoordeling door de rechtbank
10. De rechtbank beoordeelt in deze uitspraak of het college het verkeersbesluit van 30 december 2022 mocht handhaven in bezwaar. De rechtbank beoordeelt in deze zaak uitsluitend of het college twee parkeerplaatsen in [woonplaats] ter hoogte van [adres 1] in [woonplaats] heeft mogen aanwijzen als parkeerplaatsen voor het opladen voor elektrische voertuigen. De overige locaties in het verkeersbesluit worden niet bestreden. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
11. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
12. Het bestreden besluit is een verkeersbesluit. Uit vaste jurisprudentie volgt dat een bestuursorgaan bij het nemen van een verkeersbesluit beoordelingsruimte toekomt bij de uitleg van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw) genoemde begrippen. De rechter toetst of het bestuursorgaan geen onredelijk gebruik heeft gemaakt van die beoordelingsruimte. Nadat het bestuursorgaan heeft vastgesteld welke verkeersbelangen in welke mate naar zijn oordeel bij het besluit dienen te worden betrokken, dient het die belangen tegen elkaar af te wegen. Daarbij komt het bestuursorgaan beleidsruimte toe. De bestuursrechter toetst of de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van het verkeersbesluit niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen
.
13. Het college heeft invulling gegeven aan de beleidsruimte door het maken van beleidsregels
.Op het moment dat het verkeersbesluit werd genomen gold de ‘Beleidsregel voor laadpalen 2015’. Deze beleidsregel gold tot en met 8 februari 2023. Ten tijde van de beslissing op bezwaar golden de ‘Beleidsregels laadpalen elektrische voertuigen gemeente De Ronde Venen 2023’. De rechtbank heeft het hierna over beleidsregels 2015 en beleidsregels 2023. De relevante regelgeving is als bijlage opgenomen bij deze uitspraak.
14. Het college geeft met dit verzamelverkeersbesluit voor het aanwijzen van parkeerplaatsen voor elektrische auto's invulling aan het Klimaatakkoord. In 2019 sloten overheden en verschillende marktpartijen dit akkoord. Hierin staat dat zij zorgen voor voldoende laadpunten voor het groeiend aantal elektrische voertuigen. In het Klimaatakkoord staat ook dat in 2030 alle nieuw verkochte auto's uitstootvrij moeten zijn. Het is een taak voor de gemeente De Ronde Venen om samen met de regio te zorgen voor voldoende voorzieningen voor elektrisch opladen in de openbare ruimte.
15. Eiser voert aan dat hij niet begrijpt waarom het college tot de keuze is gekomen om ter hoogte van de locatie [adres 1] twee parkeerplaatsen aan te wijzen voor elektrische voertuigen. Zo wijst eiser op twee locaties binnen 250 meter van zijn woning waar ook oplaadpunten zijn. Het college heeft niet onderzocht en kenbaar afgewogen dat de bestaande laadpalen met twee parkeerplekken en een nieuwe laadpaal met één aansluiting in plaats van twee aansluitingen kan voorzien in de behoefte van de aanvragers. Volgens eiser is er geen noodzaak voor het aanwijzen van twee parkeerplaatsen op één locatie.
16. De rechtbank kan de uitleg van het college zoals neergelegd in het besluit en het verweerschrift volgen hoe de behoefte aan laadpalen is betrokken bij de besluitvorming. De behoefte aan laadpaallocaties is een gegeven. Het verkeersbesluit ziet erop toe dat de locaties waar de laadpalen komen reeds duidelijk zijn en de doorlooptijd in de besluitvorming wordt versneld. Als het verkeersbesluit onherroepelijk is betekent dit niet dat laadpalen direct worden geplaatst en de parkeerplaatsen worden gereserveerd. Er moet eerst een aanvraag worden gedaan. Dan wordt getoetst aan de voorwaarden in bijlage 1 van de beleidsregels 2023. Er wordt beoordeeld of er behoefte is aan laadgelegenheid op het moment dat een inwoner een verzoek indient om het laadnetwerk uit te breiden. Het bestreden besluit geeft alleen aan waar deze laadplekken dan komen. De aangewezen plekken in het bestreden besluit worden alleen gerealiseerd als er een goedgekeurde aanvraag aan ten grondslag ligt
.In de beleidsregels zijn uitgangspunten neergelegd op grond waarvan tot bepaalde keuzes wordt gekomen voor aanwijzing van parkeerplaatsen. Eiser heeft uitgelegd dat hij niet kan zien welke informatie andere partijen daarover hebben verstrekt aan het college. Het college heeft toegelicht dat de overleggen met de MRA-E, Stedin en Total Energies om tot een laadkaart te komen mondeling zijn gevoerd. De rechtbank ziet hierin geen reden om de handelwijze van het college onzorgvuldig te achten. Immers, in de beleidsregels staan de uitgangspunten die grondslag liggen aan de gemaakte keuzes en die zijn kenbaar voor een ieder, dus ook voor eiser. De beroepsgrond slaagt niet.
17. Eiser voert aan dat volgens de vaste rechtspraak het college oplaadlocaties
evenwichtig moet spreiden binnen de gemeente, zodat een goed en functioneel verzorgingsgebied kan worden gerealiseerd.
18. De rechtbank overweegt dat het college bij het bepalen van het beleid en het nemen van het verkeersbesluit beoordelingsruimte toekomt. Het college heeft zich op het standpunt mogen stellen dat de laadkaart en het bestreden verkeersbesluit volgens het beleid van de gemeente tot stand zijn gekomen, en toezien op een goede verspreiding van laadpalen. Om doorlooptijden te versnellen en de kwaliteit van de laadlocaties te verhogen, heeft het college bij deze oplaadlocatie rekening gehouden met verschillende eisen en criteria, zoals omschreven in bijlage 2 van de beleidsregels 2023. Alle locaties moeten aan deze eisen voldoen. De criteria zijn sturend. Met inachtneming van deze eisen is een laadkaart vastgesteld met beoogde locaties voor laadpalen. Daarnaast is er gekeken naar de prognoses aan laadbehoefte in een buurt, de aanwezigheid van bestaande laadpalen, en een evenwichtige spreiding over de gemeente. De aangewezen parkeerplaatsen voor het laden van elektrische voertuigen laadlocatie voldoen aan de eisen geformuleerd in het beleid. De beroepsgrond slaagt niet.
19. Over de parkeerdruk voert eiser aan dat het college niet heeft gemotiveerd en onderbouwd dat het aantal elektrische auto’s in de wijk toeneemt, dat elektrische auto’s in de wijk ter vervanging zijn geweest van een fossiele auto en dat een elektrische auto erbij betekent dat een fossiele auto eraf gaat. Eiser betoogt dat de argumentatie niet sluitend is waarom er geen parkeerplaats kan worden gecompenseerd bij de plaatsing van laadpalen.
20. De rechtbank stelt vast het college op 7 december 2022 heeft verkeersonderzoek heeft verricht en dat hier uit een lage parkeerdruk naar voren kwam op de [straat 1] . Ook heeft het college naar het oordeel van de rechtbank voldoende toegelicht in het verkeersbesluit waarom zij ervoor kiest om parkeerplaatsen voor elektrische auto’s aan te wijzen. Het college heeft beoordelingsruimte, los van parkeerdruk, om locaties aan te wijzen. Daarnaast heeft het college toegelicht dat met een verzoek tot uitbreiding van het laadnetwerk voldoende wordt aangetoond dat het aantal elektrische voertuigen in de wijk toeneemt, aangezien bewoners bij de aanvraag een kentekenbewijs moeten verstrekken. Daarnaast wordt gekeken naar het verbruik van nabijgelegen laadpalen. Het college kiest ervoor om geen parkeergelegenheid te compenseren bij laadinfrastructuur vanwege de beperkte ruimte, stijgende kosten en het feit dat parkeerplaatsen vaak ten koste gaan van groenvoorzieningen. Het college wil vertraging in het proces voorkomen, omdat het creëren van extra
parkeergelegenheid gepaard gaat met overleg met belanghebbenden en participatie. Het staat het college vrij dit te doen. De beroepsgrond slaagt niet.
Zichtbaarheid en uitbreiding
21. Eiser voert aan dat dat de gekozen locatie aan de [adres 1] (althans aan de [straat 2] ter hoogte van [adres 1] ) is niet strategisch, niet zichtbaar en niet vindbaar is. De twee te reserveren parkeerplekken voor het opladen van elektrische voertuigen zijn niet geschikt, omdat de parkeerplekken en de laadpaal niet op de kop van een straat, maar midden in een zijstraat (de [straat 2] ter hoogte van [adres 1] ) gerealiseerd worden. Vanaf de hoofdontsluitingsweg (de [straat 1] ) zijn ze niet zichtbaar. Ook mag een oplaadobject niet in de directe nabijheid van andere objecten, zoals struiken en bomen, worden geplaatst. Daarnaast is het oplaadobject voor eiser hinderlijk zichtbaar, omdat het naast zijn zijgevel in het directe zicht van een raam wordt geplaatst. Er is geen sprake van een blinde gevel. Eiser zal tevens hinder ondervinden van het ledlampje van de laadpaal. Daarnaast is er op deze locatie geen mogelijkheid tot uitbreiding naar een laadplein.
22. De rechtbank vindt dat de locatie van de aangewezen parkeerplaatsen, gelet op de beoordelingsruimte die het college heeft, voldoet aan het beleid. Zo zijn de parkeerplaatsen aan het begin van de [straat 2] aangewezen en zijn deze zichtbaar vanaf de hoofdontsluitingsweg [straat 1] . De voorgenomen locatie is daarnaast vrij van andere objecten. Om al dan niet een laadplein te realiseren is aan verweerder en is, zoals uit de beleidsregels 2023 blijkt, een criterium, en geen vereiste. Daarnaast is de gekozen locatie al een bestaande parkeerplaats. Er bestaat geen recht op vrij uitzicht. Dat ter zitting is vastgesteld dat op de begane grond óók een raam in de woning van eiser zit, laat onverlet dat er geen onacceptabele hinder te verwachten valt voor eiser. Op het moment dat er een laadpaal geplaatst wordt, dan is dat er één met lampjes aan de zijkant, dus niet gericht op de zijkant van het raam van eiser. De beroepsgrond slaagt niet.
23. Eiser voert aan dat het college geen alternatieve maatregelen heeft onderzocht voor [adres 1] , althans niet kenbaar heeft afgewogen. Het college had ook andere relevante aspecten moeten betrekken die betrekking hebben op het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast hinder of schade alsmede gevolgen voor het milieu op grond van artikel 2, eerste lid, onder a, van de Wvw. De nadelige gevolgen van het opladen van elektrische voertuigen dan wel het plaatsen van een oplaadobject zijn niet afgewogen ten opzichte van het woongenot van eiser. De nadelige gevolgen zijn zo zwaarwegend dat het verkeersbesluit niet genomen had mogen worden, aldus eiser. Eiser komt in beroep met twee alternatieven, te weten de [straat 3] en parkeerplekken 1 en 2 naast [adres 1] in plaats van 3 en 4.
24. De rechtbank stelt vast dat het college bij het verkeersbesluit alle betrokken belangen heeft afgewogen en voldoende gemotiveerd waarom twee parkeerplaatsen nabij [adres 1] geschikte locaties is voor het aanwijzen van twee parkeerplekken met laadpalen. Het college heeft hierover in het verweerschrift toegelicht dat tot het beroepschrift geen alternatieven zijn aangedragen door eiser. De voorgestelde locatie op de [straat 3] is minder wenselijk, omdat het zou leiden tot een verhoogde aantasting van het groen. Bovendien zou er geen evenredige verdeling zijn in de wijk, aangezien er al een laadpunt gepland is op [adres 2] . Over de bewuste keuze van het college voor plek 3 en 4 nabij de [straat 1] , omdat hier op de begane grond sprake is van een blinde gevel, overweegt de rechtbank dat ter zitting is komen vast te staan dat zowel op de eerste etage als op de begane grond sprake is van een raam in de woning van eiser. De rechtbank ziet niet, ook nu vaststaat dat er een zijraam zit op de begane grond in de gevel van de woning van eiser en dat geen sprake is van een blinde muur, dat deze locaties tot onevenredige hinder zullen leden. Hierbij acht de rechtbank van belang dat sprake is van een reeds bestaande parkeerplaats, zoals hiervoor is overwogen in rechtsoverweging 22.
25. Voor zover eiser een beroep wenst te doen op evenredigheid heeft eiser onvoldoende onderbouwd waarom in dit geval sprake is van een onevenredig nadeel van dit besluit voor eiser.
26. De rechtbank concludeert dat het college voldoende duidelijk heeft gemotiveerd welke belangen in welke mate bij het verkeersbesluit zijn betrokken en hoe het die belangen heeft afgewogen. Verweerder heeft dan ook in redelijkheid tot het verkeersbesluit kunnen komen.
27. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het verkeersbesluit in stand blijft. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es-de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk-Salomons, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 september 2024.
De rechter is verhinderd deze uitspraak te tekenen.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Beleidsregels laadpalen elektrische voertuigen gemeente De Ronde Venen 2023
Eisen en criteria locatiebepaling laadpalen 2021
Eisen en criteria van MRA-Elektrisch en gemeenten bij het aanwijzen van een locatie voor een publieke laadpaal of het opstellen van een laadkaart.
Nadat de gemeente een verzoek van een (aanstaande) e-rijder of een datagestuurd verzoek ontvangt en deze goedkeurt, is het belangrijk een geschikte locatie te kiezen voor het realiseren van een laadpaal.
Bij de keuze voor een locatie dient er met een aantal veiligheids- en technische aspecten rekening gehouden te worden. Goed geplaatste laadpalen lopen ook minder risico op aanrijdingen en kunnen met minder gedoe gerealiseerd worden.
Ook kan de locatie zodanig gekozen worden dat de gebruikersgroep die bediend wordt met de laadpaal zo groot mogelijk is. Het beoogt een betere acceptatie van laadpalen (er worden geen palen neergezet die nauwelijks gebruikt worden) en effectief gebruik van de openbare ruimte omdat met minder laadpalen meer mensen bediend kunnen worden. Daarnaast is deze benadering ook goed voor de exploitant, omdat zo een laadpaal een betere business case heeft.
Tezamen helpen de verschillende soorten eisen en criteria om de (maatschappelijke) kosten van de ontwikkeling van elektrisch vervoer te beheersen.
De laadpaal wordt geplaatst in het midden tussen twee parkeerplaatsen. Om doorlooptijden te versnellen en de kwaliteit van de laadlocaties te verhogen, dient bij het kiezen van een nieuwe oplaadlocatie rekening gehouden te worden met verschillende eisen en criteria. We maken een onderscheid tussen eisen en criteria voor de keuze van de locatie. Alle locaties moeten aan de eisen voldoen. De criteria sturen de afweging voor de juiste locatie. De eisen criteria zijn geordend volgens onderstaande thema’s. Daarnaast zijn achteraan dit document een aantal veel voorkomende opstellingsvoorbeelden ingevoegd.
Omdat niet in alle gevallen een laadoplossing de vorm van een laadpaal heeft (in de zin van een zuil of sokkel), verwijzen we in onderstaande lijst naar oplaadobjecten in plaats van laadpalen.
1.1Strategische locatie
Criteria
- Meerdere typen gebruikers mogelijk (woon + werk + bezoek);
- Zichtbaarheid/vindbaarheid;
o Einde van de straat is zichtbaarder dan midden in de straat;
o Aan doorgaande weg is zichtbaarder/meer gebruikers dan aan niet-doorgaande weg;
Invloed op parkeerdruk;
o Het belang van het efficiënt kunnen gebruiken van een openbaar oplaadnetwerk prevaleert boven een eventuele lokale parkeerdruk, waarbij;
- Een elektrisch voertuig veelal in de plaats komt van een regulier voertuig, zodat de parkeerdruk in verhouding nagenoeg gelijk blijft;
- Gezien de continue uitbreiding van het aantal laadvoorzieningen binnen de gemeente een verschuiving van parkeerdruk aannemelijk is in een ruimere omgeving (wijkniveau);
- Hoge bewonersdichtheid;
- Weinig woningen met eigen parkeervoorziening in de buurt;
- Mogelijkheid tot uitbreiding naar laadplein;
- De gemeente stelt zich zo goed mogelijk op de hoogte van eventueel geplande werkzaamheden in het gebied om te voorkomen dat laadpalen op korte termijn verwijderd en/of verplaatst dienen te worden;
- Type parkeerplek, aflopend naar voorkeur;
o
(i)Parkeerplein: Parkeervakken tegenover elkaar, vanaf 4 parkeervakken;
o
(ii)Haaksparkeren;
o
(iii)Langsparkeren;
o
(iv)Schikstroken.
1.2Installatie & onderhoud
Eisen
- Onderhoud en installatie moet veilig uitgevoerd kunnen worden (gelet op oriëntatie ten opzichte van verkeersstromen);
- Oplaadobject dient in het midden tussen twee vakken geplaatst te worden;
- Oplaadobject dient op gelijke hoogte (+/- hoogte trottoir) met de parkeervakken geplaatst te worden;
- Oplaadobject dient op gemeentegrond geplaatst te worden;
- Rondom de oplaadobject dient tenminste 50cm ruimte voor onderhoud beschikbaar te zijn;
- Het oplaadobject dient minimaal even ver van de boom te staan als de kruin van de boom breed is met een minimum van 1 meter;
- Openbreken van een betonnen- of asfalt weg is niet mogelijk. Boringen onder een betonnen- of asfaltweg zijn alleen mogelijk tot 6 meter;
- Indien wel in groenstrook gewenst dient de gemeente zorg te dragen voor;
o Het op eigen kosten aanbrengen van verharde ondergrond rondom het Oplaadobject (bijvoorbeeld rij stoeptegels). Werkzaamheden kunnen tegen meerwerkkosten worden uitgevoerd door exploitant;
o Het op eigen kosten vrijhouden van minimaal 50cm bosschages/groenwerk rondom het oplaadobject. Werkzaamheden kunnen initieel kosteloos door exploitant worden uitgevoerd;
Oplaadobject dient niet aanrijdgevoelig opgesteld te worden;
o Minimale afstand vanaf stoeprand: 1 stoeptegel + band (+/- 45 cm);
o Indien toch gekozen wordt voor locatie met aanrijdrisico, dan dient de exploitant zorg te dragen voor het aanbrengen van aanrijdbeveiliging; de volgende aanrijdbeveiliging is in de concessie inbegrepen;
o Indien de gemeente een ander soort aanrijdbeveiliging wenst kan de gemeente hier zelf zorg voor dragen of de exploitant kan een andere optie aanrijdbeveiliging tegen een meerprijs laten uitvoeren. Indien gemeente meerwerk door de exploitant wil laten verzorgen, moet dit in de precheck van het locatievoorstel worden aangegeven (zie MRA-E portaal).
Criteria
- Kortst mogelijke afstand tot aanwezige laagspanningskabel (LS-net) en bij voorkeur binnen 25 meter;
- Minimale hoeveelheid noodzakelijke weg/bosschage- opbrekingen;
o LS stroomkabel bij voorkeur aan dezelfde kant van de weg als het Oplaadobject;
- Het voorkomen van beschadiging van boomwortels en bomen, niet onder de kruin van een boom;
- Niet tussen het struikgewas of (boom)wortels;
- Werkzaamheden dienen op gemeentegrond uitgevoerd te kunnen worden;
- Laadpalen kunnen niet worden geplaatst op een schuin talud.
- Niet als dit ten koste gaat van waardevol groen.
1.3Gebruiksvriendelijkheid & veiligheid
Eisen
Minimale doorgang van het trottoir na plaatsing Oplaadobject: 150 cm (4 stoeptegels 30 x 30 cm);
o Bij uitzondering kan er een doorloopruimte van 90 cm (3 stoeptegels van 30x30cm) geaccepteerd worden. Het oplaadobject en het verkeersbord betreffen een puntversmalling van minder dan 50x50cm waardoor bij uitzondering ook een minimale effectieve breedte van 90 cm aangehouden kan worden.
o Ook een uitstapstrookje is een uitzondering, want hier hoeft geen kinderwagen of rollator langs;
Voorkomen van wegversperring voor aanrijdroutes van hulpdiensten.
Voorkomen struikelgevaar door kabels;
o Streven naar minimale afstand van parkeervakken tot oplaadobject;
- Haakse en parallel gelegen parkeervakken worden geprefereerd boven parkeervakken die schuin aan de weg zijn gepositioneerd;
- Het voorkomen van belemmering voor doorstroming van het overige wegverkeer, langzame verkeersstromen etc.;
- Het voorkomen van oplaadobjecten aan hoofdverkeerswegen;
- Het Oplaadobject wordt bij voorkeur niet geplaatst voor de deur of het raam van een woonhuis. We hanteren de volgende oriëntatie t.o.v. bebouwing, aflopend naar voorkeur;
o
(i)Blinde gevel;
o
(ii)Zijgevel;
o
(iii)Voorgevel;
- Oplaadobject niet in de directe nabijheid van andere objecten in de openbare ruimte zoals fietsenrekken, vuilcontainers, struiken, bomen en straatmeubilair;
- Houd rekening met de toegankelijkheid van het laadobject voor minder valide e-rijders;
o Bij voorkeur niet midden tussen andere parkeervakken (i.v.m. ruimte voor uitstappen);
o Bij voorkeur zo dicht mogelijk in de buurt van meest gebruikte bestemming.