8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd
De rechtbank stelt voorop dat [slachtoffer] onder zeer tragische omstandigheden om het leven is gekomen. Zij was ernstig ziek en heeft niet de hulp gekregen die zij nodig had, doordat verdachte – haar echtgenoot – de ernst van haar situatie onderschatte, teveel op het internet zat en geen medische hulp inschakelde toen dat evident nodig was. Gedurende een periode van ongeveer vier weken is zij heel ziek geweest en werd haar situatie steeds ernstiger. Zij kon zichzelf op den duur niet meer verplaatsen, heeft een week lang op de grond gelegen terwijl zij incontinent was en pijn had, waarvoor zij geen toereikende medicatie heeft gekregen. Hoewel verdachte op zijn manier heeft geprobeerd haar te verzorgen door haar zo goed en zo kwaad als dat ging schoon te houden en eten en drinken te geven, heeft zij daarmee niet gekregen wat zij op dat moment nodig had, namelijk medische hulp. Dit nalaten van verdachte heeft haar tragische dood tot gevolg gehad en de rechtbank tilt daar zwaar aan.
Persoon van de verdachte
Uit het dossier en ook ter terechtzitting is de rechtbank gebleken dat (ook) verdachte een kwetsbaar persoon is. In het rapport van de reclassering van 4 september 2024 staat vermeld dat hij al vele jaren kampt met een middelenverslaving en lijdt aan een bipolaire stoornis. In de periode dat [slachtoffer] ziek was, zat verdachte in een manische periode, waarin hij monomaan op het internet zat. Ter zitting heeft hij toegelicht dat hij kort daarvoor een droom had gehad die hij ervoer als een ‘openbaring’, over onder meer het ontstaan van het universum. Hij verloor zich vervolgens in het surfen op natuurkundige internetfora waar hij zijn inzichten wilde delen en contact had met andere natuurkundigen. Hij werd daardoor zo in beslag genomen dat hij niet in staat was de situatie van zijn vrouw goed in te schatten. De reclassering stelt vast dat bij verdachte sprake is van beperkt probleeminzicht, een zeer zorgmijdende houding, sociaal isolement, beperkte copingvaardigheden en een gebrek aan zinvolle dagbesteding. Al geruime tijd is verdachte bekend bij Jellinek Verslavingszorg. Van hen krijgt hij methadon voorgeschreven. Van een inhoudelijk behandeltraject is echter geen sprake omdat verdachte al jarenlang niet gemotiveerd is voor behandeling of begeleiding. Uit het rapport, en wat verdachte zelf verklaart op zitting, leidt de rechtbank af dat verdachte alleen te motiveren is middels een gedwongen kader.
De reclassering acht, gelet op de risicofactoren, de problemen op diverse leefgebieden en het gebrek aan een behandeltraject, een verplicht kader geïndiceerd waarbij een voorwaardelijk strafdeel dient als ‘stok achter de deur’. Geadviseerd wordt om een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling als bijzondere voorwaarden op te nemen. Het risico op recidive schat de reclassering in als gemiddeld.
Strafblad
Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van verdachte van 30 juli 2024, waarop geen delicten voorkomen die voor de onderhavige zaak strafverzwarend zijn.
Conclusie
Verdachte heeft bij de reclassering maar ook ter zitting verklaard dat het verliezen van zijn vrouw, van wie hij veel hield, zijn ergste straf is. De rechtbank is ervan overtuigd dat verdachte nooit gewild heeft dat zijn vrouw zou overlijden en dat hij achteraf veel spijt heeft van wat er is gebeurd. Ook ziet de rechtbank in dat het nalaten van verdachte om hulp in te schakelen, ten minste ten dele, het gevolg is van zijn psychische problematiek. Verdachte heeft openheid van zaken gegeven over wat er is gebeurd en hij heeft erkend dat hij zijn zieke vrouw onvoldoende aandacht heeft gegeven.
Uit de reclasseringsrapportage en het verhandelde ter terechtzitting concludeert de rechtbank dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, zoals ook door de raadsvrouw van verdachte is bepleit. Haar voorwaardelijke verzoek tot het uitvoeren van een psychologisch onderzoek behoeft dus geen beoordeling.
Gelet op dit alles acht de rechtbank het niet opportuun om verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en zal daarom volstaan met het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf. Ook acht de rechtbank het van groot belang, mede ter voorkoming van recidive, dat verdachte behandeld wordt voor zijn psychische- en verslavingsproblematiek. Verdachte is in het verleden stelselmatig niet bereid gebleken om behandeling te ondergaan. Ter zitting is de rechtbank gebleken dat verdachte nog altijd onvoldoende probleeminzicht heeft, bijvoorbeeld waar het zijn middelengebruik en de verwaarlozing van het huishouden betreft, en hij zijn leven niet zelf op orde krijgt. De rechtbank ziet aanleiding om aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 6 maanden en daaraan de bijzondere voorwaarden te koppelen zoals door de reclassering geadviseerd, bestaande uit een meldplicht en een ambulante behandeling. Ook is de rechtbank van oordeel dat – gelet op de ernstige en reeds langdurende problematiek van verdachte, alsmede de ernst van het gepleegde feit – aanleiding bestaat om daaraan een (verlengde) proeftijd te koppelen van vijf jaren.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten het in hulpeloze toestand laten van zijn echtgenote.
Gelet op het reclasseringsadvies is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zullen worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.