In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft eiseres [eiseres] een geschil met gedaagde [gedaagde] over de verbouwing van haar woning die in 2018 door gedaagde is uitgevoerd. Eiseres stelt dat de verbouwing niet naar behoren is uitgevoerd, wat heeft geleid tot verschillende geschillen. In 2019 heeft gedaagde het werk gestaakt, terwijl de verbouwing nog niet was afgerond. Eiseres vorderde in conventie terugbetaling van een te veel betaalde aanneemsom, een geldlening en herstelkosten voor gebreken. Gedaagde vorderde in reconventie betaling voor het uitgevoerde werk en schadevergoeding.
De rechtbank heeft in een eerder deelvonnis van 13 december 2023 geoordeeld dat gedaagde in conventie € 27.520,62 aan eiseres moet betalen. De zaak betreft nu de gebreken die eiseres stelt te hebben ondervonden, met name aan het dak en de cv-installatie. Een deskundige heeft de gebreken onderzocht en vastgesteld dat het dak niet voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk, met herstelkosten begroot op € 14.906,-. De rechtbank heeft de deskundige gevolgd in zijn conclusies en de herstelkosten toegewezen.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat gedaagde aansprakelijk is voor de herstelkosten van de gebrekkige cv-installatie, die € 998,25 bedragen, en voor gevolgschade van € 817,50. De totale schadevergoeding die gedaagde aan eiseres moet betalen, bedraagt € 16.721,75, inclusief wettelijke rente. Gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 13.046,04. Het vonnis is uitgesproken op 25 september 2024.