ECLI:NL:RBMNE:2024:5544
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over schorsing van uitvoerbaar bij voorraadverklaring en dwangsommen in huurzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 23 september 2024, betreft het een executiegeschil tussen de eiser, H.O.D.N. [handelsnaam], en de gedaagde, [gedaagde] B.V. De eiser heeft een verzoek ingediend tot schorsing van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van een eerder vonnis van 14 augustus 2024, waarin de eiser werd veroordeeld om de exploitatie van een supermarkt te hervatten. De eiser stelt dat de termijn van twee dagen om de winkel te openen te kort is en dat de financiële middelen ontbreken om de winkel van voldoende assortiment te voorzien, wat zou leiden tot faillissement. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat de eiser niet aan de veroordeling voldoet en dat er een reële dreiging bestaat dat de eiser niet aan het vonnis blijft voldoen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van de gedaagde bij de uitvoerbaarheid van het vonnis zwaarder weegt dan het belang van de eiser bij schorsing. De vordering van de eiser tot schorsing van de tenuitvoerlegging is afgewezen, evenals de vordering van de gedaagde tot verhoging van de dwangsom. De proceskosten zijn toegewezen aan de gedaagde, terwijl de eiser in het ongelijk is gesteld.