Op 20 september 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een omgevingsvergunning voor het oprichten van een appartementencomplex en het maken van een uitweg in De Bilt. De rechtbank heeft eerder, op 21 juni 2024, een tussenuitspraak gedaan waarin een gebrek in het bestreden besluit werd geconstateerd. Het college van burgemeester en wethouders kreeg de gelegenheid om dit gebrek te herstellen. Op 10 juli 2024 heeft het college een herstelbesluit genomen, waarbij het eerdere besluit werd ingetrokken en aanvullende voorschriften aan de omgevingsvergunning werden verbonden om de verkeersveiligheid te waarborgen.
Eiser, die bezwaar had gemaakt tegen de omgevingsvergunning, heeft zijn zienswijze gegeven op het herstelbesluit, maar de rechtbank oordeelde dat hij geen procesbelang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep tegen het eerste besluit. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk, maar oordeelde wel dat het beroep tegen het herstelbesluit ongegrond was. De rechtbank bevestigde dat de aanvullende voorschriften die aan de omgevingsvergunning zijn verbonden, bijdragen aan de verkeersveiligheid en dat de vergunninghouder zich aan deze voorschriften moet houden.
De rechtbank heeft het college veroordeeld in de proceskosten van eiser en heeft bepaald dat het college het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.