ECLI:NL:RBMNE:2024:5541

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
23 september 2024
Zaaknummer
11116849 \ AC EXPL 24-1274
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgkostennota met afwijzing van buitengerechtelijke incassokosten wegens gebrek aan bewijs van ontvangst veertiendagenbrief

In deze zaak vordert de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. betaling van een zorgkostennota van € 216,48 en buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 van de gedaagde, die in 2023 een zorgverzekering bij Zilveren Kruis had. De gedaagde erkent het openstaande bedrag, maar betwist de incassokosten. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom toegewezen, maar de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. De reden hiervoor is dat Zilveren Kruis niet heeft aangetoond dat de gedaagde de veertiendagenbrief heeft ontvangen, wat noodzakelijk is om aanspraak te maken op de incassokosten. De kantonrechter oordeelt dat de enkele stelling van Zilveren Kruis dat de brief naar het juiste adres is gestuurd, onvoldoende is om te concluderen dat de gedaagde deze ook daadwerkelijk heeft ontvangen. Bovendien is er geen bewijs dat de gedaagde een aanmaning heeft ontvangen die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De gedaagde is wel veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de hoofdsom, omdat hij de zorgkostennota niet tijdig heeft betaald. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, omdat hij grotendeels in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing van de kantonrechter moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 11116849 \ AC EXPL 24-1274 ABK 62937
Vonnis van 25 september 2024
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd in Leiden,
eisende partij,
hierna te noemen: Zilveren Kruis ,
gemachtigde: Flanderijn & Van Eck,
tegen
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Daarna is bepaald dat in deze zaak een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De kern van de zaak

2.1.
[gedaagde] had in 2023 een zorgverzekering bij Zilveren Kruis. In deze procedure vordert Zilveren Kruis betaling van een zorgkostennota (€ 216,48) en buitengerechtelijke incassokosten (€ 48,40). Volgens [gedaagde] klopt het openstaande bedrag, maar hoeft hij geen incassokosten te betalen. De vordering tot betaling van de hoofdsom wordt toegewezen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.

3.De beoordeling

[gedaagde] moet de hoofdsom betalen
3.1.
De vordering tot betaling van de hoofdsom wordt toegewezen. Tussen partijen staat niet ter discussie dat [gedaagde] aan Zilveren Kruis een zorgkostennota van 28 juni 2023 nog gedeeltelijk, namelijk tot een bedrag van € 216,48, moet betalen.
[gedaagde] hoeft geen buitengerechtelijke incassokosten te betalen
3.2.
De gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen. Er is namelijk niet gebleken dat [gedaagde] een aanmaning heeft ontvangen die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW.
3.3.
Zilveren Kruis stelt dat zij op 29 februari 2024 een zogenoemde ‘veertiendagenbrief’ heeft gestuurd. [gedaagde] heeft de ontvangst van de veertiendagenbrief betwist.
3.4.
Omdat Zilveren Kruis een beroep doet op het rechtsgevolg van de veertiendagenbrief moet Zilveren Kruis stellen (en zo nodig bewijzen) dat de veertiendagenbrief door [gedaagde] is ontvangen. Dat heeft Zilveren Kruis onvoldoende gedaan. Dat de gemachtigde van Zilveren Kruis een veertiendagenbrief heeft verstuurd naar het juiste adres is namelijk onvoldoende om vast te stellen dat de brief daar daadwerkelijk door [gedaagde] is ontvangen. Uit het feit dat eerdere brieven van Zilveren Kruis zelf, van 23 oktober 2023 en 3 november 2023, wél zijn aangekomen op dat adres, volgt dat ook niet. Zilveren Kruis heeft er (overigens zonder enige onderbouwing) nog op gewezen dat in 2023 gemiddeld 89% van alle poststukken de geadresseerde heeft bereikt, maar dat onderstreept juist dat de mogelijkheid bestaat dat een poststuk zoek raakt.
[gedaagde] moet wettelijke rente betalen
3.5.
[gedaagde] heeft de zorgkostennota niet op tijd betaald en daarom moet hij daarover rente betalen.
3.6.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
- rente t/m datum dagvaarding

216,48
11,38
- buitengerechtelijke incassokosten
0,00
+
totaal
227,86
[gedaagde] moet proceskosten betalen
3.7.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Zilveren Kruis worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,39
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
80,00
(2 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
367,39
Uitvoerbaar bij voorraad
3.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zoals Zilveren Kruis heeft gevraagd. Dat betekent dat de beslissing van de kantonrechter moet worden gevolgd, ook als een van de partijen hoger beroep instelt. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen een bedrag van € 227,86, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom
van € 216,48 met ingang van 14 mei 2024 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 367,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J.A. Boots en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.