ECLI:NL:RBMNE:2024:5512
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor de bouw van een bijbehorend bouwwerk in strijd met de beheersverordening
In deze zaak gaat het om een omgevingsvergunning voor de bouw van een bijgebouw met een hoogte van 5,17 meter, dat in strijd is met de beheersverordening. Eiser, die bezwaar had gemaakt tegen de vergunning, vond dat het bijgebouw te groot was en dat het uitzicht vanuit het raam op zijn perceel zou leiden tot overlast. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht had de vergunning verleend, maar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 1 mei 2024 behandeld, waarbij het college werd gevraagd om de motivering van de vergunning nader toe te lichten. Na aanvullende motivering van het college op 15 mei 2024, heeft de rechtbank op 19 september 2024 geoordeeld dat het motiveringsgebrek was hersteld, maar dat het bestreden besluit vernietigd moest worden vanwege een gebrek in de motivering. De rechtbank heeft echter besloten de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten, waardoor de omgevingsvergunning geldig blijft. De rechtbank oordeelde dat de bouw van het bijgebouw geen onevenredige nadelige gevolgen voor eiser met zich meebracht, en dat er geen evidente privaatrechtelijke belemmeringen waren om de vergunning te weigeren. De rechtbank heeft het college opgedragen het griffierecht aan eiser te vergoeden.