ECLI:NL:RBMNE:2024:5505
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens afwezigheid eiser tijdens zitting
Op 12 september 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de minister van Justitie en Veiligheid. Eiser had beroep ingesteld tegen het herstelbesluit van de minister van 28 september 2022, dat betrekking had op een verzoek om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Tijdens de zitting was eiser echter niet verschenen, ondanks dat hij daartoe verplicht was op basis van de oproeping. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen geldige reden voor zijn afwezigheid heeft opgegeven.
De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen om de behandeling aan te houden afgewezen, omdat er al een getuige was opgeroepen en de procedure al bijna vier jaar liep. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk was om het geschil nu eindelijk te beëindigen. Gezien het wegblijven van eiser, heeft de rechtbank geconcludeerd dat hij niet serieus bezig was met het oplossen van het geschil en dat hij zijn recht op een beoordeling door de rechtbank had verspeeld.
Op basis van artikel 8:31 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De minister heeft aangeboden om de documenten die alsnog zijn gevonden aan eiser ter beschikking te stellen, maar dit deed niets af aan de beslissing van de rechtbank. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.