4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
Verdachte heeft feit 1 bekend en heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 september 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 29 juli 2024, genummerd PL0900-2022020660-13, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, inhoudende het aantreffen van de hennepkwekerij.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte dit feit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd. Daarom wordt hij van het ten laste gelegde medeplegen vrijgesproken.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
Liander N.V.heeft in haar
aangifteonder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
De fraudespecialist zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast op het adres [adres] in [woonplaats] vals waren. Na het verwijderen van het deksel van de aansluitkast zag hij dat aan de onderzijde van de zekeringhouders een illegale driefasenaansluiting was gemaakt. Hij zag dat deze illegale aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep. Door de manipulatie werd de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Aan de hand van indicatoren is vastgesteld dat er sprake is geweest van meerdere teelten. Uit het door Liander ingestelde onderzoek is gebleken dat er een hennepplantage was ingericht in ieder geval in de periode van 30 maart 2021 tot 22 juni 2022.
Verdachteheeft tijdens de
zittingop 5 september 2024 onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat er voor de hennepkwekerij een aftakking was gemaakt in de meterkast. Daarvoor is iemand langsgekomen.
In een
proces-verbaal van bevindingenover het waterverbruik van 28 juli 2022 staat onder meer, zakelijk weergegeven:
Het waterverbruik van de woning aan de [adres] in [woonplaats] is voor een eenpersoonshuishouden vanaf 2021 erg hoog. Uitgangspunt is een verbruik per plant per cyclus van 16,35 liter. In totaal stonden er 528 planten. 528 x 16,35 = 8.632,8 liter = 8,6328 m³ per oogst. Er wordt uitgegaan van 7 gerealiseerde oogsten. 8,6328 x 7 = 60,4296 m³. Deze 60,4296 m³ bovenop het verbruik van een eenpersoonshuishouden van 52 m³ = 112,4296 m³ per jaar. Dit komt dus overeen met het waterverbruik over 2021 / 2022 van 119 m³.
In het
Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex art 36e 2e lid Sr, staat onder meer, zakelijk weergegeven:
Ontnemingsperiode: van 31 maart tot 22 juni 2022. Deze periode beslaat 64 weken.
Bij het verplaatsen van de bevestiging van het filterdoek bleek dat op de plaats waar deze was aangebracht, het filterdoek een aanzienlijk lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de kweekruimten is opgetreden nadat de koolstoffilters in de kweekruimten waren bevestigd. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op.
In beide kweekruimten werd een zeer sterk vervuild knipschaartjes aangetroffen. Op dit knipschaartje bevond zich een op hennep gelijkende plakkerige substantie.
Er lag stof op:
- de kappen van de armaturen van de assimilatielampen
- de aanwezige elektra
- het rotorblad van de ventilator
Vervuiling met stof in een hennepkwekerij treedt pas na langere tijd op.
De dompelpomp uit het watervat was zeer sterk vervuild wat duidt op een lange kweekperiode.
De sponningen van de toegangsdeur tot de kweekruimte bleken vervuild, veroorzaakt door de aanzetting van vuildeeltjes. Vuildeeltjes die, door drukverschillen die bij de hennepkwekerij ontstaan en door de lucht worden getransporteerd. Vorenstaande duidde op een langere kweekperiode.
Op de pvc-pijp ten bate voor de bevloeiing van de hennepplanten werd een productiedatum aangetroffen van 02/10/20.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2
Wanneer de aftakking voor de elektriciteit precies is gemaakt is niet vast te stellen. Het ligt voor de hand dat de aftakking voor de elektriciteit in elk geval is gemaakt vóórdat de hennepkwekerij door verdachte in gebruik werd genomen. Een dergelijke aftakking wordt immers gemaakt om de energiekosten te drukken en om ontdekking van de hennepkwekerij te voorkomen. Het feit dat een buurman in augustus 2021 een henneplucht heeft geroken rond de woning is weliswaar een aanwijzing dat de kwekerij op dat moment al in gebruik was, maar zegt verder weinig over het aanvangsmoment daarvan. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de diefstal van elektriciteit in ieder geval heeft plaatsgevonden in de periode vanaf 30 maart 2021.
In het ontnemingsrapport wordt 31 maart 2021 aangehouden als startdatum van de teelt, onder meer op basis van de mate van vervuiling in de hennepkwekerij. Het waterverbruik van de woning past daarbij. Anders dan verdachte heeft aangevoerd kan de mate van vervuiling van de kwekerij naar het oordeel van de rechtbank niet worden verklaard doordat hij gebruik heeft gemaakt van tweedehands producten.