Uitspraak
[handelsnaam],
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 januari 2024, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de oproeping voor de zitting, verzonden op 26 maart 2024,
- de brief waarin een rechterswissel is aangekondigd,
- de mondelinge behandeling van 7 juni 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
‘bij werkzaamheden die niet in de offerte vermeld staan wordt een meer prijs in rekening gebracht dit gebeurd na mondeling overleg.’Die extra werkzaamheden zijn volgens [gedaagde] bij de koffie besproken, waarbij hij ook een indicatie van de kosten heeft gegeven. [eiser] heeft daarna opdracht gegeven voor die werkzaamheden en [gedaagde] heeft de werkzaamheden uitgevoerd. Namens [eiser] is op de mondelinge behandeling gezegd dat er geen afspraken waren gemaakt over meerwerk en dat niet bekend is of het werk echt is uitgevoerd. Maar dat is in het licht van de uitvoerige toelichting van [gedaagde] onvoldoende. Zeker omdat [eiser] ook betaald heeft voor het meerwerk. Ze heeft € 2.000,00 contant voldaan en € 2.288,10 op basis van een gespecificeerde factuur (productie 3 bij conclusie van antwoord). De kantonrechter oordeelt daarom dat [gedaagde] het meerwerk terecht in rekening heeft gebracht en mocht verrekenen met het bedrag dat hij € 4.000,00 voor het niet uitgevoerde werk volgens de offerte nog moest terugbetalen aan [eiser] . [eiser] heeft dus geen vordering meer op [gedaagde] .
‘het leveren en verwerken van heidematten en deze bevestigen aan de bestaande schutting’. [gedaagde] heeft verteld dat hij die werkzaamheden heeft uitgevoerd. Hij heeft op de mondelinge behandeling onder andere toegelicht dat het ging om het plaatsen van heidematten aan de bestaande schutting, omdat [eiser] de matten die er hingen te dun vond. Dat heeft [eiser] niet betwist.