ECLI:NL:RBMNE:2024:5464
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een veilig voorschot op de AOW aan een eiseres met een aanvraag na verblijf in Spanje
In deze zaak heeft eiseres op 19 juli 2023 een aanvraag ingediend voor een AOW-uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Eiseres heeft aangegeven dat zij van 1 januari 2005 tot en met 30 december 2011 als zelfstandige in Spanje heeft gewerkt en heeft daarbij documenten uit Spanje overgelegd. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft op 1 augustus 2023 een voorlopige AOW-uitkering van 86% van de gehuwdennorm toegekend, omdat zij nog wachtte op informatie uit Spanje. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waarna de Svb op 1 november 2023 het eerdere besluit heeft gehandhaafd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 3 september 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van de Svb aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de Svb terecht een 'veilig voorschot' heeft verleend, omdat er nog onduidelijkheid bestond over de verzekeringsstatus van eiseres in de betreffende periode. De Svb heeft informatie opgevraagd bij haar Spaanse zusterorgaan, maar deze was ten tijde van de uitspraak nog niet ontvangen. De rechtbank kan in deze procedure enkel beoordelen of de Svb bevoegd was om een voorschot te verlenen, en niet of eiseres daadwerkelijk recht heeft op AOW.
De rechtbank concludeert dat de Svb op basis van artikel 4:95 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd was om een voorschot te verlenen, en dat de hoogte van 86% van de gehuwdennorm gerechtvaardigd is. Eiseres heeft aangevoerd dat zij nooit in Spanje heeft gewoond of gewerkt, maar de rechtbank kan deze kwestie niet in deze procedure beoordelen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. Spelt en is openbaar uitgesproken op 18 september 2024.