ECLI:NL:RBMNE:2024:5441
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag eenmalige energietoeslag op basis van de Participatiewet met toepassing van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft eiseres op 16 juni 2022 een aanvraag ingediend voor een eenmalige energietoeslag op grond van de Participatiewet (Pw). De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere afgewezen op 12 augustus 2022. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, dat op 17 mei 2023 gegrond werd verklaard, waarbij de rechtbank het eerdere besluit vernietigde en verweerder opdroeg een nieuwe beslissing te nemen. Op 12 juni 2023 heeft verweerder opnieuw het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, wat leidde tot een nieuw beroep van eiseres.
De rechtbank heeft het beroep op 5 augustus 2024 behandeld. Eiseres stelde dat zij, ondanks dat haar inkomen boven het normbedrag lag, recht had op de energietoeslag omdat zij in 2022 een bedrag ten onrechte had ontvangen en moest terugbetalen. Daarnaast wees zij op haar situatie als alleenstaande ouder van twee kinderen, waarvan één autistisch, wat leidde tot hogere kosten.
De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, aangezien haar inkomen in 2022 structureel boven het normbedrag lag. De rechtbank zag geen dringende redenen om de hardheidsclausule toe te passen, omdat de situatie van eiseres niet voldeed aan de criteria die hiervoor zijn gesteld. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de afwijzing van de aanvraag om energietoeslag op goede gronden was gedaan. Eiseres kreeg het griffierecht niet terug.