ECLI:NL:RBMNE:2024:5440
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet voor een kind met een taalontwikkelingsstoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een aanvraag voor dubbele kinderbijslag had ingediend, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank als verweerder. Eiseres had op 23 mei 2023 een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag voor haar dochter, die bekend is met een taalontwikkelingsstoornis en een disharmonisch intelligentieprofiel. De aanvraag werd afgewezen omdat volgens de Sociale Verzekeringsbank niet voldaan werd aan de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag, die vereisen dat er op drie zorgfuncties intensieve zorg nodig is. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in een besluit van 14 november 2023. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 25 juli 2024 is eiseres niet verschenen, maar haar gemachtigde was aanwezig. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak vastgesteld, waarbij eiseres aanvoerde dat haar dochter op meerdere zorgfuncties intensieve zorg nodig heeft. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de Sociale Verzekeringsbank zich terecht heeft gebaseerd op adviezen van het CIZ, die concludeerden dat er slechts op twee zorgfuncties intensieve zorg nodig is. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiseres verworpen en geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag op goede gronden is gedaan.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.