ECLI:NL:RBMNE:2024:5437

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
10778877
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake gebrekkige keuken en gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is een tussenvonnis uitgesproken met betrekking tot een geschil over een gebrekkige keuken die door [handelsnaam] is geleverd aan [achternaam van eisers]. De eisende partijen, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], hebben de overeenkomst op 3 augustus 2021 buitengerechtelijk ontbonden, omdat de keuken niet voldeed aan hun verwachtingen door verschillende gebreken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat een deel van de keuken inderdaad gebrekkig is en dat de eisende partijen recht hebben op teruggave van een deel van het aankoopbedrag. Echter, de exacte bedragen die terugbetaald moeten worden zijn nog niet vastgesteld, omdat [achternaam van eisers] geen specificatie heeft over de kosten van de gebrekkige onderdelen van de keuken. De zaak is aangehouden om [achternaam van eisers] de gelegenheid te geven om een lijst aan te leveren met de bedragen die zij heeft betaald voor de gebrekkige onderdelen.

De procedure is complex door het overlijden van een van de vennoten van de voormalige vennootschap onder firma, wat heeft geleid tot rechtsopvolging onder algemene titel. De kantonrechter heeft ook overwogen of de eisende partijen in strijd hebben gehandeld met de waarheids- en volledigheidsplicht, maar heeft geconcludeerd dat dit niet het geval is. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden om partijen de kans te geven om tot een schikking te komen en heeft een vervolgdatum vastgesteld voor verdere behandeling van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10778877 \ AC EXPL 23-2502 JB/61315
Vonnis van 28 augustus 2024
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonend in [woonplaats 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
wonend in [woonplaats 1] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [achternaam van eisers] ,
gemachtigde: Kurz Legal Counseling B.V.,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

- als een van de rechtsopvolgers onder algemene titel van wijlen de heer [A] , een van de vennoten van de voormalige vennootschap onder firma [onderneming 1] , h.o.d.n. [handelsnaam] ,
- in de plaats van de voormalige vennootschap onder firma [onderneming 1] , h.o.d.n. [handelsnaam] ,
- als voormalige vennoot van voormelde vennootschap,
- als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarigen
- [B] , geboren op [geboortedatum 1] 2007,
- [C] , geboren op [geboortedatum 2] 2009,
wonend in [woonplaats 2] ,
2.
[gedaagde sub 2] ,geboren op [geboortedatum 3] 2005, als een van de rechtsopvolgers onder algemene titel van wijlen de heer [A] , een van de vennoten van de voormalige vennootschap onder firma [onderneming 1] , h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonend in [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [handelsnaam] ,
gemachtigde: mr. G. van Atten.

1.De procedure

De stukken in het dossier
1.1.
In het dossier zitten de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 14 december 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlaten juridische gevolgen overlijden dhr. [A] van 18 december 2023 van [handelsnaam] ;
- de aanvullende productie van [handelsnaam] van 4 maart 2024;
- de e-mail van de kantonrechter aan partijen van 13 maart 2024 met daarin het verzoek aan mr. Van Atten om de persoonsgegevens van de kinderen van mevrouw [gedaagde sub 1] aan de rechtbank te verstrekken;
- de e-mail van mr. Van Atten aan de rechtbank van 18 maart 2024, met daarin de gegevens van de kinderen van mevrouw [gedaagde sub 1] ;
- de e-mail van de kantonrechter van 29 maart 2024 aan partijen met het verzoek aan mr. Van Atten om aanvullende vragen over het verdere verloop van de procedure te beantwoorden;
- de e-mail van mr. Van Atten van 16 april 2024 met het verzoek aan de kantonrechter om een nadere toelichting te geven op de reden waarom de kinderen van mevrouw [gedaagde sub 1] betrokken moeten worden in de procedure;
- de reactie daarop van de kantonrechter van 3 mei 2024;
- de akte van mr. Van Atten van 17 mei 2024 met daarin zijn antwoorden op de vragen van de kantonrechter van 29 maart 2024;
- de brief van de rechtbank van 15 juli 2024 waarin staat dat [achternaam van eisers] geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de akte van mr. Van Atten en dat een vonnis zal worden uitgesproken.
De mondelinge behandeling
1.2.
De zaak is op 8 maart 2024 besproken tijdens de mondelinge behandeling. Daarvan heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Aan de kant van de eisende partij waren [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] met hun gemachtigde mr. S.D. Kurz aanwezig. Namens de gedaagde partij waren [gedaagde sub 1] en haar gemachtigde mr. G. van Atten aanwezig.
Schorsing en hervatting van het geding
1.3.
[achternaam van eisers] heeft de vennootschap onder firma (vof) en de twee vennoten, [A] en [gedaagde sub 1] , gedagvaard. Op [overlijdensdatum] 2022 is [A] overleden. Op verzoek van [handelsnaam] is de procedure op 14 december 2022 geschorst, zodat [handelsnaam] zich kon beraden over de juridische posities die zij verder zullen innemen in de procedure. [handelsnaam] heeft zich op 18 december 2023 bij akte uitgelaten over de juridische gevolgen van het overlijden van [A] .
1.4.
In de wet staat dat het overlijden van een vennoot leidt tot ontbinding van de vof, tenzij andere afspraken zijn gemaakt. In de vof-overeenkomst van [handelsnaam] staat dat [A] en [gedaagde sub 1] de twee vennoten van de vof waren. Als de vennootschap eindigt door het overlijden van een van de vennoten, heeft de andere vennoot volgens de vof-overeenkomst het recht de voormalige vennootschap voort te zetten. Na het overlijden van [A] heeft [gedaagde sub 1] de vennootschap voortgezet als eenmanszaak.
1.5.
Door het overlijden van [A] is sprake van rechtsopvolging onder algemene titel. Daardoor wordt [A] in deze procedure automatisch vervangen door zijn erfgenamen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [A] vier erfgenamen heeft, namelijk zijn echtgenote ( [gedaagde sub 1] ) en hun drie kinderen [B (voornaam)] , [C (voornaam)] en [gedaagde sub 2 (voornaam)] . [B (voornaam)] en [C (voornaam)] zijn nog minderjarig en zijn daarom niet procesbekwaam. Zij procederen door tussenkomst van hun wettelijk vertegenwoordiger, namelijk hun moeder, [gedaagde sub 1] .
1.6.
Het geding is op wettelijk voorgeschreven manier hervat, waarbij [A] is vervangen door de hiervoor genoemde vier rechtsopvolgers.

2.De kern van de zaak

2.1.
[handelsnaam] heeft op 5 december 2019 een keuken in de woning van [achternaam van eisers] geplaatst voor in totaal € 47.750,00. [achternaam van eisers] heeft daarna aan [handelsnaam] laten weten dat de keuken vanwege verschillende gebreken niet voldoet aan haar verwachtingen. Nadat [achternaam van eisers] op 23 februari 2021 een ingebrekestelling heeft gestuurd, heeft zij de overeenkomst op 3 augustus 2021 buitengerechtelijk ontbonden. In deze zaak vordert [achternaam van eisers] een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden en teruggave van een deel van het aankoopbedrag, namelijk € 25.000,00. De kantonrechter komt tot het oordeel dat een deel van de keuken gebrekkig is en dat [achternaam van eisers] daarom het gedeelte van de overeenkomst dat hier op ziet buitengerechtelijk heeft mogen ontbinden. [handelsnaam] moet daarom de kosten voor dit deel van de keuken terugbetalen. Omdat niet duidelijk is hoeveel [achternaam van eisers] voor dit gedeelte van de keuken heeft betaald, wordt de zaak aangehouden. [achternaam van eisers] krijgt de gelegenheid om een lijst aan te leveren met daarin de bedragen die zij heeft betaald voor de onderdelen van de keuken die gebrekkig zijn.

3.De beoordeling

[achternaam van eisers] heeft niet gehandeld in strijd met de waarheids- en volledigheidsplicht
3.1.
Volgens [handelsnaam] moeten de vorderingen van [achternaam van eisers] om meerdere redenen worden afgewezen. De eerste reden is dat [achternaam van eisers] in strijd met artikel 21 van het Wetboek van Rechtsvordering (Rv) twee stukken niet in het geding heeft gebracht. Het eerste stuk dat [achternaam van eisers] niet heeft overgelegd, is een brief van [D] , de rayonleider van [handelsnaam] . In deze brief heeft [D] zijn bevindingen over de keuken bevestigd. Ook heeft [achternaam van eisers] de brief van [handelsnaam] van 2 maart 2021 niet overgelegd, waarin [handelsnaam] heeft gereageerd op de ingebrekestelling die [achternaam van eisers] op 23 februari 2021 heeft gestuurd. Tot slot heeft [achternaam van eisers] volgens [handelsnaam] in strijd met de waarheid verklaard door te stellen dat [handelsnaam] de gebreken aan de keuken niet heeft willen herstellen. [handelsnaam] heeft juist in haar hiervoor genoemde brief van 2 maart 2021 aangegeven dat zij een deel van de keuken wil herstellen, namelijk het deel dat volgens het uitgevoerde expertiseonderzoek gebrekkig is.
3.2.
De kantonrechter overweegt als volgt. In artikel 21 Rv staat dat partijen verplicht zijn om de feiten die belangrijk zijn voor de beslissing volledig en naar waarheid aan te voeren. De gedachte achter deze bepaling is dat de rechter en de wederpartij niet op het verkeerde been mogen worden gezet door het aanvoeren van onjuiste of onvolledige feiten. Als een partij zich niet aan dit artikel houdt, mag de kantonrechter daaraan de consequenties verbinden die zij nodig vindt, bijvoorbeeld het afwijzen van de vordering. Maar dat een partij bepaalde gegevens niet of niet juist vermeldt, kan ook komen doordat zij niet bekend was met die feiten of doordat voor haar niet duidelijk was dat die feiten belangrijk waren. Dit heeft dan geen consequenties.
3.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [achternaam van eisers] artikel 21 Rv niet heeft geschonden. [achternaam van eisers] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij de brief van [handelsnaam] van 2 maart 2021 niet heeft ontvangen. De brief is namelijk gestuurd naar de vorige gemachtigde van [achternaam van eisers] , mr. [E] . Volgens [achternaam van eisers] heeft mr. [E] de brief niet aan haar doorgestuurd. Dat is door [handelsnaam] niet betwist. De kantonrechter kan daardoor niet vaststellen dat [achternaam van eisers] bekend was met de brief en dat zij de brief opzettelijk niet heeft overgelegd. Doordat [achternaam van eisers] stelt dat zij niet op de hoogte was van de brief, kan de kantonrechter ook niet vaststellen dat [achternaam van eisers] opzettelijk in strijd met de waarheid heeft verklaard dat [handelsnaam] geen aanbod tot herstel van de gebreken heeft gedaan.
3.4.
Voor de brief van [D] geldt het volgende. Vaststaat dat [achternaam van eisers] de brief van [D] wel heeft ontvangen. In de adresregel van de e-mail staat namelijk dat de brief naar [achternaam van eisers] is gestuurd. De kantonrechter is echter van oordeel dat [achternaam van eisers] niet in strijd heeft gehandeld met de gedachte achter artikel 21 Rv. [achternaam van eisers] heeft namelijk wel het rapport van het expertiseonderzoek overgelegd. In dit rapport staat dat de deugdelijkheid van de keuken is onderzocht aan de hand van de punten uit de brief van [D] . Daaruit leidt de kantonrechter af dat [achternaam van eisers] de brief van [D] niet geheim heeft willen houden en dat zij de rechter en de wederpartij daarmee niet op het verkeerde been heeft willen zetten. Daarbij komt dat [handelsnaam] de brief daarna zelf heeft overgelegd, waardoor zij niet in haar verdediging is geschaad.
Beoordeeld moet worden of [handelsnaam] is tekortgeschoten in de aannemingsovereenkomst
3.5.
De volgende vraag die moet worden beantwoord, is of [handelsnaam] de keuken gebrekkig heeft opgeleverd en daarmee tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Daarvoor moet eerst worden vastgesteld welk toetsingskader daarbij moet worden gebruikt. Meer specifiek moet de vraag worden beantwoord of op deze zaak niet alleen de regels van aanneming van werk, maar ook die van consumentenkoop van toepassing zijn. In sommige gevallen kan een aannemingsovereenkomst namelijk ook worden aangemerkt als een consumentenkoop. Dit staat uitgewerkt in artikel 7:5 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In dit artikel staat dat een aannemingsovereenkomst ook als een consumentenkoop wordt gezien als de roerende zaak die volgens de overeenkomst wordt geleverd (de keuken), nog tot stand moet worden gebracht. Of sprake is van zo’n gemengde overeenkomst hangt af van de concrete omstandigheden. Het feit dat [achternaam van eisers] consument is, is dus niet genoeg.
3.6.
Uit de stukken blijkt dat [achternaam van eisers] materialen voor de bouw van een maatwerk keuken heeft gekocht, namelijk onderdelen voor 1) keukenmeubelen, 2) apparatuur en diversen, en 3) werkbladen. Daarvoor heeft zij een bedrag van € 47.750,00 betaald. [handelsnaam] heeft de keuken vervolgens geplaatst door een keukeneiland en een apparatuurwand te bouwen. Voor het hangen, stellen en monteren van de onderdelen heeft [achternaam van eisers] € 1.000,00 betaald.
3.7.
Het enkele feit dat bij de uitvoering van het werk (op maat gemaakte) materialen worden toegepast, is echter onvoldoende om de overeenkomst ook aan te merken als consumentenkoop. In de bepaling van artikel 7:5 lid 4 BW gaat het er namelijk om dat het goed voor de consument individueel en op maat wordt gemaakt. Daarbij kan worden gedacht aan een maatpak of een kunstgebit. Het werk dat [handelsnaam] voor [achternaam van eisers] heeft uitgevoerd, valt niet onder deze strekking. Als elke overeenkomst van aanneming van werk waarbij (op maat gemaakte) goederen worden geleverd onder artikel 7:5 lid 4 BW valt, zou dat betekenen dat bijna elke overeenkomst van aanneming van werk zou vallen onder artikel 7:5 lid 4 BW. Daarbij komt dat het in de aannemingsovereenkomst tussen [achternaam van eisers] en [handelsnaam] vooral gaat om zaken die zijn bestemd om onderdeel te gaan uitmaken van een onroerende zaak, namelijk de woning van [achternaam van eisers] . Het zijn daarom geen roerende zaken. [1] Ook om deze reden valt de overeenkomst niet binnen het bereik van artikel 7:5 lid 4 BW en is dus geen sprake van consumentenkoop.
3.8.
Dit betekent dat de vraag of [handelsnaam] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst moet worden beoordeeld aan de hand van de regels over aanneming van werk.
De gebrekenlijst en het deskundigenonderzoek
[handelsnaam] heeft niet toegezegd alle posten op de gebrekenlijst van [achternaam van eisers] te herstellen
3.9.
Partijen hebben in februari 2020 afgesproken dat [achternaam van eisers] een uitputtende gebrekenlijst van de keuken zou opstellen. [achternaam van eisers] heeft vervolgens een lijst van twee A4’tjes met gebreken opgesteld. Beide partijen hebben de lijst op 2 april 2020 voor akkoord getekend. Volgens [achternaam van eisers] is daarom overeenstemming bereikt dat [handelsnaam] alle punten op de lijst zou herstellen. De kantonrechter is echter van oordeel dat deze overeenstemming niet meer geldt, omdat partijen daarna andere afspraken hebben gemaakt. Dat blijkt ten eerste uit de brief van [D] van 13 mei 2020 aan [achternaam van eisers] . In zijn brief schrijft hij dat partijen samen hebben besproken dat zij niet samen alle punten zullen oplossen en dat een expert zal worden ingeschakeld om een rapport op te stellen. Het rapport zal worden gebruikt voor het inzetten van actiepunten. Vervolgens heeft mr. [E] op 3 september 2020 een e-mail gestuurd aan de deskundige, [onderneming 2] . Daarin schrijft hij dat hij de belangen van [achternaam van eisers] behartigt en dat [achternaam van eisers] samen met [handelsnaam] heeft afgesproken dat een deskundige wordt ingeschakeld om vast te stellen welke gebreken de keuken vertoont. Als het de bedoeling van partijen zou zijn geweest dat alle posten op de gebrekenlijst moesten worden hersteld, valt niet in te zien waarom partijen daarna hebben afgesproken de gebreken te laten vaststellen door een deskundige.
Het standpunt van [achternaam van eisers] dat het deskundigenonderzoek niet bruikbaar is, slaagt niet
3.10.
Het deskundigenonderzoek is uitgevoerd op 20 januari 2021. Volgens [achternaam van eisers] is het rapport niet bruikbaar en kan de deskundige niet serieus worden genomen, omdat de deskundige niet de juiste datum van de levering en montage van de keuken in het rapport heeft opgenomen. De kantonrechter gaat hieraan voorbij. Het enkele feit dat een verkeerde datum in het rapport staat, maakt niet dat de inhoudelijke bevindingen van de deskundige over de keuken niet bruikbaar zijn.
3.11.
[achternaam van eisers] heeft ook aangevoerd dat de deskundige geen onafhankelijke en deskundige indruk maakte. [handelsnaam] heeft namelijk op 17 februari 2021 aangegeven het expertiserapport nog niet naar [achternaam van eisers] te kunnen verzenden, omdat er onduidelijkheden in het rapport zouden zitten. Daardoor kreeg [achternaam van eisers] het gevoel dat het oorspronkelijke concept niet volledig naar de zin was van [handelsnaam] en dat [handelsnaam] de deskundige heeft opgedragen een aantal aanpassingen door te voeren. Ook dit standpunt volgt de kantonrechter niet. Weliswaar roept de e-mail van [handelsnaam] vragen op onder de handelswijze ten aanzien van de totstandkoming van een onafhankelijke rapportage, maar de kantonrechter kan uit het rapport niet afleiden dat de deskundige zijn oren heeft laten hangen naar de wensen van [handelsnaam] . Daarvoor vindt de kantonrechter doorslaggevend dat niet alle voor [handelsnaam] wenselijke conclusies in het rapport terugkomen. Zoals hierna in dit vonnis verder zal worden uitgewerkt, heeft de deskundige over verschillende posten aangegeven dat deze wel kunnen worden aangemerkt als een gebrek.
De door de deskundige onderzochte lijst met gebreken is niet uitputtend en het onderzoek is niet bindend
3.12.
Daarnaast verschillen partijen van mening over de hoeveelheid gebreken waar het in deze zaak nog om gaat. Volgens [handelsnaam] hebben partijen namelijk van tevoren afgestemd welke punten zij voor het expertiseonderzoek bij de deskundige zouden aanleveren. [handelsnaam] stelt dat dit betekent dat de punten die wel op de gebrekenlijst van [achternaam van eisers] staan, maar niet zijn vermeld in het expertiserapport, geen onderdeel meer uitmaken van het geschil. De kantonrechter gaat voorbij aan dit standpunt. De deskundige schrijft in het rapport dat het verslag van [D] leidend is geweest bij het onderzoek, maar dat eventuele extra punten ook kenbaar mochten worden gemaakt, zodat ook deze bij het onderzoek konden worden betrokken. Op de dag van het onderzoek heeft [achternaam van eisers] haar gebrekenlijst overhandigd met het verzoek om alle punten op de lijst te onderzoeken. De deskundige heeft vervolgens aangegeven dat niet is afgesproken dat hij zelf de A4’tjes doorneemt en dat [achternaam van eisers] daarom zelf punten moest aandragen. [achternaam van eisers] heeft toen een lijst van acht losse klachten bij de deskundige aangeleverd. Niet gebleken is dat de afspraak is gemaakt dat dit een uitputtende lijst was. Daarom maken de punten die wel op de gebrekenlijst van [achternaam van eisers] staan, maar niet zijn vermeld in het expertiserapport, wel deel uit van deze zaak.
De uitkomst van het expertiseonderzoek is niet bindend
3.13.
Tot slot heeft [handelsnaam] aangevoerd dat [achternaam van eisers] de uitkomst van het expertiseonderzoek stilzwijgend heeft geaccepteerd. De kantonrechter volgt dit niet. De uitkomst van het expertiseonderzoek is namelijk niet bindend. Dat is tussen partijen ook niet in geschil.
De beoordeling van de gestelde gebreken
Er zijn drie categorieën van (gestelde) gebreken
3.14.
[achternaam van eisers] vordert (onder andere) een verklaring voor recht dat zij de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Om deze vordering te beoordelen, moet de vraag worden beantwoord of de keuken inderdaad gebrekkig is, zoals [achternaam van eisers] stelt.
3.15.
Zoals hiervoor al vermeld is een deel van de punten op de gebrekenlijst van [achternaam van eisers] onderzocht door de deskundige. Volgens de deskundige moeten een aantal van deze punten worden hersteld. [handelsnaam] heeft aangegeven dit te willen doen. De overige punten die de deskundige heeft onderzocht, kunnen volgens hem niet worden gezien als gebrek. Deze punten wil [handelsnaam] niet herstellen. Daarnaast staan er posten op de gebrekenlijst van [achternaam van eisers] die niet zijn onderzocht door de deskundige.
3.16.
Dat betekent dat de door [achternaam van eisers] gestelde gebreken kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën:
de posten die door de deskundige zijn aangemerkt als gebrek en waarvan [handelsnaam] heeft aangeboden de gebreken te herstellen;
de posten die volgens de deskundige niet kunnen worden aangemerkt als gebrek en [handelsnaam] daarom niet wil herstellen;
de posten op de gebrekenlijst die niet zijn onderzocht door de deskundige.
3.17.
Deze categorieën met bijbehorende (gestelde) gebreken kunnen als volgt worden weergegeven in een tabel:
Categorie 1: de posten die door de deskundige zijn onderzocht en volgens [handelsnaam] een gebrek opleveren
Categorie 2: de posten die door de deskundige zijn onderzocht en volgens [handelsnaam]geengebrek opleveren
Categorie 3: de posten op de gebrekenlijst die niet door de deskundige zijn onderzocht en zichtbaar zijn op de fotobijlage bij productie 23 van de dagvaarding
 twee zichtbare, symmetrisch geplaatste dopjes voor verkeerd geboorde gaatjes in de lade van de spoelkast;
 verkleuring zwarte hendel Quooker;
 grote kras aan de voorzijde van de middelste uittrekbare lade;
 twee houten plankjes zichtbaar voor het stellen van de oven aan de onderzijde;
 bestekbak manco (bestekindeling ontbreekt);
 antislipmatjes ontbreken in de lades onderin (bestekkast);
 er moeten twee extra legplanken incl. bevestiging voor de hoge kasten worden geleverd (monteur heeft zonder overleg de hoogte van de bovenplanken bepaald);
 de stol (voorstaand links) heeft aan de buitenzijde plakbandstroken die zichtbaar worden bij het nat afnemen van de stol;
 plint onder de kast van de achterwand (60 cm) zit los en is gerafeld gezaagd;
 lade onder spoelbak sluit niet meer vanzelf;
 front vaatwasser klemt;
 wijnkoeler gaat niet goed open (al verholpen);
 blad heeft een beschadiging/verkleuring aan de zijkant;
 beschadiging aan de binnenzijde van de stol (voorstaand links);
 het blad sluit niet goed aan op één kant van de stol (voorstaand rechts);
 onderplank koelkast is beschadigd, de corpuskast koelkast heeft 2 butsen, de stol 16mm (voorstaand links) is iets hol en wijkt iets bovenaan;
 wijnkast is niet goed geplaatst.
 zonder ondersteuning van balken in het midden van het keukenblad zou het blad doorhangen;
 het keukenblad heeft een krasje in het midden (bij het bekijken onder een bepaalde hoek)
 minimaal krasje op de kookplaat;
 kleine zichtbare witte (lijm?)puntjes op de fronten (meeste op de hoekjes);
 minimale verticaal zichtbare rafeltjes op de plint van het zagen;
 twee boorgaatjes onder de bestekbak dichtgekit;
 bestek wordt warm i.v.m. kookplaat en de lade die eronder zit;
 zaagsnederafels in achterwand stofzuigerkast;
 kier onderaan in de achterwandkast (kast naar de stofzuigerkast);
 Er zitten twee beluchtings-roosters onder op het front van de koelkastdeur ter beluchting, terwijl daar geen roosters zouden komen;
 krasjes in de wasbak;
 krasje zichtbaar onder een bepaalde hoek op de deur (van de hoge kast voorstaand rechts);
 kleine krasjes bij de boutjes links en rechts van de warmhoudlade;
 downdraft afzuiger loopt niet soepel;
 zwarte vegen in rubbers van koelkast en vriezer;
 krassen in wijnkoeler;
 afwijkende positie in hoogte van binnenlade.
 rondom eiland beschadigingen door montage
(gelet op de foto’s begrijpt de kantonrechter dat het gaat om het zijwandpaneel aan de binnenzijde van het eiland);
 lichte krasjes op afzuiging;
 lichte beschadiging front vaatwasser;
 geen afwerkstrip onder wasbak;
 oven-/magnetrondeur komt naar voren;
 twee kleine krasjes op RVS vacumeerlade;
 binnenkant wijnkoeler niet netjes afgewerkt, zaagrand zichtbaar
(gelet op de omschrijving en de foto’s begrijpt de kantonrechter dat het gaat om de houten panelen waarin de wijnkoeler is geplaatst);
 rondom wijnkoeler kleine krassen
(gelet op de foto’s begrijpt de kantonrechter dat het gaat om beschadigingen aan de zijwand links naar de koeler).
3.18.
Hierna zal per categorie worden besproken of [achternaam van eisers] de bevoegdheid had de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden.
Categorie 1: geen bevoegdheid tot ontbinding
3.19.
[handelsnaam] heeft erkend dat de onderdelen uit categorie 1 van de tabel als gebreken kunnen worden aangemerkt. Nadat [achternaam van eisers] [handelsnaam] op 23 februari 2021 in gebreke heeft gesteld, heeft [handelsnaam] op 2 maart 2021 een brief aan de toenmalige gemachtigde van [achternaam van eisers] , mr. [E] , gestuurd. Uit de brief blijkt dat [achternaam van eisers] de punten uit het expertiserapport honoreert en dat zij de gebreken uit categorie 1 van de tabel wil herstellen. Voor de gebreken aan de koelkast geldt dat [handelsnaam] in haar brief een aanbod tot herstel onder voorwaarden heeft gedaan. [handelsnaam] stelt namelijk dat het vanwege het gewicht van de koelkast nagenoeg onmogelijk is om de koelkast te verplaatsen zonder dat er krassen ontstaan. Als er schade ontstaat, zal [handelsnaam] de materialen niet vervangen.
3.20.
[achternaam van eisers] heeft niet op de brief van [handelsnaam] gereageerd. Voordat een bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst ontstaat, had [achternaam van eisers] [handelsnaam] volgens de wet (artikel 7:759 BW) wel de gelegenheid moeten geven om de gebreken te herstellen. [achternaam van eisers] heeft aangevoerd dat zij de brief niet heeft ontvangen en dat [handelsnaam] daarom niet adequaat heeft gereageerd op haar ingebrekestelling. De kantonrechter gaat daar niet in mee. De huidige gemachtigde van [achternaam van eisers] , mr. Kurz, heeft op 3 augustus 2021 voor het eerst een bericht gestuurd aan (de gemachtigde van) [handelsnaam] . Voor deze datum heeft [achternaam van eisers] niet aan [handelsnaam] laten weten dat mr. [E] niet meer haar gemachtigde was. [handelsnaam] mocht er daarom van uitgaan dat zij haar brief van 2 maart 2021 kon richten aan mr. [E] . Verder heeft [achternaam van eisers] tijdens de mondelinge behandeling niet aangegeven dat [E] de brief niet heeft ontvangen. Ook is niet gebleken dat [achternaam van eisers] voorafgaand aan de mondelinge behandeling navraag heeft gedaan bij mr. [E] over de ontvangst van de brief. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat de brief mr. [E] heeft bereikt en dat [handelsnaam] een geldig aanbod tot herstel heeft gedaan.
3.21.
Omdat [achternaam van eisers] [handelsnaam] geen gelegenheid heeft gegeven de gebreken te herstellen, verkeert [achternaam van eisers] in schuldeisersverzuim (art. 7:659 lid 1 en 6:58 BW). Dat betekent dat [handelsnaam] niet meer in verzuim kon raken met haar verplichting tot herstel van de gebreken onder categorie 1 (artikel 6:61 lid 2 BW). [achternaam van eisers] heeft ook niet aangegeven dat zij de voorwaarden waaronder [achternaam van eisers] de koelkast wil herstellen onredelijk vindt.
3.22.
Gelet op het voorgaande mocht [achternaam van eisers] de overeenkomst niet ontbinden. Dat betekent dat [handelsnaam] de bedragen die [achternaam van eisers] heeft betaald voor de onderdelen uit categorie 1 van de keuken niet terug hoeft te betalen aan [achternaam van eisers] .
Categorie 2: geen bevoegdheid tot ontbinding
3.23.
Volgens [achternaam van eisers] moeten de onderdelen uit categorie 2 van de bovenstaande tabel ook als gebrek worden aangemerkt en moet [handelsnaam] deze gebreken herstellen. Omdat [handelsnaam] dat niet heeft gedaan, heeft [achternaam van eisers] in haar brief van 3 augustus 2021 laten weten dat zij de overeenkomst heeft ontbonden. De kantonrechter is van oordeel dat [achternaam van eisers] geen bevoegdheid had de overeenkomst voor dit deel van de keuken te ontbinden. [handelsnaam] heeft namelijk betwist dat deze onderdelen van de keuken gebrekkig zijn en verwijst ter onderbouwing naar het deskundigenrapport, waarin staat dat deze punten niet als gebrek kunnen worden aangemerkt. [achternaam van eisers] heeft tijdens de mondelinge behandeling opnieuw gesteld dat deze onderdelen wel gebreken vertonen, maar zij heeft deze stelling niet onderbouwd. Vanwege de betwisting door [handelsnaam] had zij dat wel moeten doen. Omdat [achternaam van eisers] voor de posten van categorie 2 geen bevoegdheid tot ontbinding had, hoeft [handelsnaam] hoeft ook de bedragen die [achternaam van eisers] heeft betaald voor deze onderdelen van de keuken niet terug te betalen aan [achternaam van eisers] .
Categorie 3: bevoegdheid tot ontbinding
3.24.
De laatste categorie bestaat uit de onderdelen die volgens [achternaam van eisers] gebreken vertonen, maar die door de deskundige niet zijn onderzocht. [handelsnaam] heeft geen standpunt ingenomen over deze categorie. Daarom staat vast dat de posten uit categorie 3 kunnen worden aangemerkt als gebreken en dat [handelsnaam] dus is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Volgens artikel 6:265 BW mag [achternaam van eisers] de overeenkomst in dat geval ontbinden. [handelsnaam] moet dan wel in verzuim zijn. Zoals al eerder in dit vonnis vermeld, heeft [achternaam van eisers] [handelsnaam] op 23 februari 2021 in gebreke gesteld. [achternaam van eisers] heeft [handelsnaam] verzocht de gebreken binnen vijftien dagen te herstellen. [handelsnaam] heeft de gekregen uit categorie 3 niet hersteld en heeft daartoe ook geen aanbod gedaan. Dat betekent dat [handelsnaam] ten aanzien van deze punten in verzuim is en dat [achternaam van eisers] de overeenkomst voor deze categorie van gebreken heeft mogen ontbinden.
3.25.
Het gevolg van een ontbinding is dat partijen de al verrichte prestaties aan elkaar moeten teruggeven (artikel 6:271 BW). Dat betekent dat [handelsnaam] het geld moet teruggeven dat [achternaam van eisers] heeft betaald voor de onderdelen van de keuken die gebreken vertonen. [achternaam van eisers] heeft wel een offerte van de keuken overgelegd met daarin een totaalbedrag voor de keuken, maar daaruit blijkt niet wat zij heeft betaald voor de afzonderlijke onderdelen. Daarom kan de kantonrechter niet bepalen welk bedrag [handelsnaam] aan [achternaam van eisers] moet terugbetalen. Gelet daarop zal de kantonrechter de zaak verwijzen naar de rol. Aan dit vonnis is de offerte als bijlage gehecht. Voor de posten die zijn doorgestreept, bestaat geen terugbetalingsverplichting. De posten waarvoor wel een terugbetalingsverplichting bestaat, zijn van 1 tot en met 7 genummerd. [achternaam van eisers] zal in de gelegenheid worden gesteld een akte te nemen waarin zij per genummerd onderdeel in de bijlage bij dit vonnis aangeeft welke geldelijke prestatie daar tegenover staat. [handelsnaam] mag op deze akte reageren.
[achternaam van eisers] moet nog € 1.000,00 aan [handelsnaam] betalen
3.26.
[achternaam van eisers] en [handelsnaam] hebben bij het sluiten van de overeenkomst afgesproken dat [achternaam van eisers] € 1.000,00 extra zou betalen voor het hangen/stellen/aansluiten van de keuken. Dit bedrag moest door [achternaam van eisers] na montage aan de monteur worden voldaan. [handelsnaam] heeft in haar conclusie van antwoord van 4 mei 2022 aangegeven dat [achternaam van eisers] dit bedrag nog niet heeft betaald. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [achternaam van eisers] aangevoerd dat zij dit bedrag wel heeft betaald. Zij zou dit bedrag contant aan de monteur hebben gegeven en daarvan zou zij ook een WhatsApp-bericht hebben. Vanwege de betwisting hiervan door [handelsnaam] had [achternaam van eisers] haar standpunt moeten onderbouwen. Dat heeft zij echter niet gedaan. Zij heeft geen betaalbewijs laten zien en ook het WhatsApp-bericht niet overgelegd. Daarvoor heeft zij tussen het indienen van de conclusie van antwoord door [handelsnaam] en de mondelinge behandeling wel twee jaar de tijd gehad. Het voorgaande betekent dat de stelling van [achternaam van eisers] dat is betaald als onvoldoende onderbouwd wordt verworpen. Daarom is [achternaam van eisers] het bedrag van € 1.000,00 nog verschuldigd aan [handelsnaam] en moet dit bedrag in mindering worden gebracht op het bedrag dat [handelsnaam] aan [achternaam van eisers] moet terugbetalen.
Conclusie: de zaak wordt aangehouden
3.27.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. Gelet op de uitspraak zoals deze er nu ligt, wil de kantonrechter partijen uitnodigen nogmaals met elkaar in gesprek te gaan om te bezien of het mogelijk is een schikking te treffen. De kantonrechter verzoekt partijen binnen een redelijke termijn te laten weten of zij tot een oplossing zijn gekomen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 25 september 2024voor het nemen van een akte door [achternaam van eisers] over wat is vermeld onder 3.25, waarna het schriftelijk debat tussen partijen in beginsel is geëindigd;
4.2.
bepaalt dat [handelsnaam] de gelegenheid krijgt uiterlijk vier weken daarna op de akte van [achternaam van eisers] te reageren;
4.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ramsaroep en in het openbaar uitgesproken door mr. O.P. van Tricht op 28 augustus 2024.

Voetnoten

1.Artikel 3:3 lid 1 BW in samenhang met artikel 3:4 lid 2 BW.