ECLI:NL:RBMNE:2024:5430

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 juli 2024
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
UTR 23/6103
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en gebrek aan beroepsgronden

In deze zaak heeft eiseres op 7 december 2023 beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen om een beroep in behandeling te kunnen nemen. De griffier heeft eiseres op 19 januari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 23 januari 2024 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank.

Daarnaast heeft eiseres geen kopie van het besluit ingediend en geen beroepsgronden aangegeven. De rechtbank heeft eiseres op 23 februari 2024 een brief gestuurd waarin zij de gelegenheid kreeg om de gebreken te herstellen, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet inhoudelijk is behandeld.

De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren en is op 29 juli 2024 openbaar uitgesproken. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/6103

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

Onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld op 7 december 2023.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of zijn betaald op de griffie van de rechtbank.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 19 januari 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Deze brief is volgens de track and trace bezorgd op het door eiseres opgegeven adres op 23 januari 2024.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen reden voor gegeven.
6. De rechtbank stelt verder vast dat eiseres geen kopie van het besluit heeft ingediend en dat eiseres ook niet heeft aangegeven waarom zij het niet eens is met het besluit (de beroepsgronden). De rechtbank heeft eiseres op 23 februari 2024 een brief gestuurd, waarin staat dat zij de gebreken uiterlijk 22 maart 2024 kan herstellen. Deze brief is verstuurd via het digitale systeem van de rechtbank. Eiseres heeft hiervan een melding ontvangen. Omdat eiseres digitaal deelneemt aan het systeem, geldt de brief van 23 februari 2024 als een aangetekende brief. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brief.
8. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
9. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
C.A.A.W. van der Heijden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.