ECLI:NL:RBMNE:2024:5430
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en gebrek aan beroepsgronden
In deze zaak heeft eiseres op 7 december 2023 beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen om een beroep in behandeling te kunnen nemen. De griffier heeft eiseres op 19 januari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 23 januari 2024 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank.
Daarnaast heeft eiseres geen kopie van het besluit ingediend en geen beroepsgronden aangegeven. De rechtbank heeft eiseres op 23 februari 2024 een brief gestuurd waarin zij de gelegenheid kreeg om de gebreken te herstellen, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren en is op 29 juli 2024 openbaar uitgesproken. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.