Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met bijlagen;
2.Kern van de zaak
3.De beoordeling
“Evidente Blikschade”zaken niet wordt voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft ASR Schadeverzekering N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] B.V. met betrekking tot de betaling van buitengerechtelijke incassokosten in zeventien zaken. ASR stelde dat er geen reden was om deze kosten te vergoeden, omdat er geen discussie was over de aansprakelijkheid. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat ASR wel degelijk aansprakelijk is voor de buitengerechtelijke kosten, omdat [gedaagde] de benadeelde partijen bijstaat in het verhalen van hun schade. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de cliënten van [gedaagde] recht hebben op vergoeding van deze kosten, ongeacht of [gedaagde] deze kosten daadwerkelijk bij hen in rekening brengt.
De kantonrechter heeft de dubbele redelijkheidstoets toegepast en geconcludeerd dat de gemaakte kosten redelijk zijn, ondanks de stelling van ASR dat het om eenvoudige aanrijdingen ging zonder discussie over aansprakelijkheid. De kantonrechter heeft benadrukt dat het recht om juridische bijstand te vragen niet automatisch betekent dat de kosten niet vergoed hoeven te worden. ASR is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van [gedaagde] vergoeden, die zijn vastgesteld op € 510,00. Het vonnis is uitgesproken op 4 september 2024.