Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 7 februari 2024, met producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V. (hierna: Eneco) buitengerechtelijke incassokosten van gedaagde partijen, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] (hierna samen: [gedaagde sub 2] c.s.). De procedure begon met een dagvaarding op 10 januari 2024, gevolgd door een conclusie van antwoord op 7 februari 2024 en een mondelinge behandeling op 16 mei 2024. Eneco stelde dat er een aansluiting voor warmte/koude was op het adres van [gedaagde sub 2] c.s. zonder dat er een contract was afgesloten. Eneco beweerde dat zij meermaals had verzocht om een overeenkomst, maar dat [gedaagde sub 2] c.s. niet had meegewerkt aan de afsluiting van de aansluiting. Na de mondelinge behandeling heeft Eneco de aansluiting op 10 juli 2024 afgesloten en vorderde zij € 150,00 aan incassokosten en proceskosten.
[gedaagde sub 2] c.s. betwistte de vordering en stelde dat hij geen energie van Eneco had gebruikt en dat de aansluiting al eerder was afgesloten. De kantonrechter oordeelde dat de buitengerechtelijke incassokosten niet in redelijkheid door Eneco waren gemaakt, omdat [gedaagde sub 2] c.s. vrijwillig had meegewerkt aan de afsluiting. De kantonrechter wees de vordering van Eneco af en veroordeelde Eneco in de proceskosten van [gedaagde sub 2] c.s. tot een bedrag van € 50,00. Het vonnis werd uitgesproken op 11 september 2024 door mr. J.W. Wagenaar.