ECLI:NL:RBMNE:2024:5387

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
10911792
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten door Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V.

In deze zaak vorderde Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V. (hierna: Eneco) buitengerechtelijke incassokosten van gedaagde partijen, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] (hierna samen: [gedaagde sub 2] c.s.). De procedure begon met een dagvaarding op 10 januari 2024, gevolgd door een conclusie van antwoord op 7 februari 2024 en een mondelinge behandeling op 16 mei 2024. Eneco stelde dat er een aansluiting voor warmte/koude was op het adres van [gedaagde sub 2] c.s. zonder dat er een contract was afgesloten. Eneco beweerde dat zij meermaals had verzocht om een overeenkomst, maar dat [gedaagde sub 2] c.s. niet had meegewerkt aan de afsluiting van de aansluiting. Na de mondelinge behandeling heeft Eneco de aansluiting op 10 juli 2024 afgesloten en vorderde zij € 150,00 aan incassokosten en proceskosten.

[gedaagde sub 2] c.s. betwistte de vordering en stelde dat hij geen energie van Eneco had gebruikt en dat de aansluiting al eerder was afgesloten. De kantonrechter oordeelde dat de buitengerechtelijke incassokosten niet in redelijkheid door Eneco waren gemaakt, omdat [gedaagde sub 2] c.s. vrijwillig had meegewerkt aan de afsluiting. De kantonrechter wees de vordering van Eneco af en veroordeelde Eneco in de proceskosten van [gedaagde sub 2] c.s. tot een bedrag van € 50,00. Het vonnis werd uitgesproken op 11 september 2024 door mr. J.W. Wagenaar.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10911792 \ UC EXPL 24-785
Vonnis van 11 september 2024
in de zaak van
ENECO WARMTE & KOUDE LEVERINGSBEDRIJF B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Eneco,
gemachtigde: Flanderijn & Van Eck,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

en
2.
[gedaagde sub 2],
beiden wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde sub 2] c.s. (aangeduid in mannelijk enkelvoud),
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 10 januari 2024, met productie;
- de conclusie van antwoord van 7 februari 2024, met producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte van Eneco van 8 mei 2024, met producties;
- de mondelinge behandeling van 16 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de akte van Eneco van 17 juli 2024.
1.2.
[gedaagde sub 2] c.s. heeft, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd op de laatste akte van Eneco.
1.3.
Ten slotte is bepaald dat vandaag het vonnis wordt gewezen.

2.De beoordeling

Wat is er gebeurd?

2.1.
Volgens Eneco was er op het adres van [gedaagde sub 2] c.s. een aansluiting voor warmte/koude, zonder dat er een contract was afgesloten. Zij stelt dat aan [gedaagde sub 2] c.s. meermaals is gevraagd een overeenkomst aan te gaan met een energieleverancier, maar dat [gedaagde sub 2] c.s. geen overeenkomst heeft afgesloten en ook niet heeft meegewerkt aan afsluiting van de aansluiting.
2.2.
Na de mondelinge behandeling heeft Eneco laten weten dat zij de energieaansluiting op het adres van [gedaagde sub 2] c.s. op 10 juli 2024 heeft afgesloten. Van een eerdere afsluiting door Eneco was volgens haar geen sprake. Daarnaast heeft Eneco met [gedaagde sub 2] c.s. afgesproken dat hij geen afsluitkosten hoeft te betalen. Eneco vordert daarom alleen nog € 150,00 aan incassokosten en de proceskosten.
2.3.
[gedaagde sub 2] c.s. heeft daartegenover gesteld dat hij meermaals heeft gevraagd om uitleg en het wettelijk kader voor het afsluiten van een contract. Ook stelt hij dat hij meermaals aan Eneco heeft aangegeven dat zij haar eigendommen mocht komen ophalen. Eneco is niet één keer de deur geweigerd. [gedaagde sub 2] c.s. stelt verder dat hij geen energie van Eneco heeft gebruikt en dat de energieaansluiting al eerder door Eneco was afgesloten. [gedaagde sub 2] c.s. stelde zich daarom ook op het standpunt dat hij geen afsluitkosten zou hoeven betalen aan Eneco.
De incassokosten worden afgewezen
2.4.
Eneco heeft gesteld buitengerechtelijke kosten te hebben gemaakt en vordert vergoeding daarvan. Voldaan dient te worden aan het vereiste dat alleen redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt kunnen worden toegewezen.
2.5.
Eneco heeft het hiervoor weergegeven verweer van [gedaagde sub 2] c.s. op zichzelf niet weersproken. De kantonrechter gaat dan ook uit van de juistheid van de stellingen van [gedaagde sub 2] c.s. Desondanks heeft Eneco [gedaagde sub 2] c.s. in rechte betrokken en gevorderd:
(i) een verklaring voor recht dat zij gerechtigd is de aansluitingen in het verbruiksadres te onderbreken en [gedaagde sub 2] c.s. dat moest gedogen;
(ii) veroordeling van [gedaagde sub 2] c.s. om het verbruiksadres te ontruimen, en;
(iii) [gedaagde sub 2] c.s. te bevelen de meter af te geven.
2.6.
Omdat [gedaagde sub 2] c.s. ook vrijwillig bereid was om mee te werken, was het naar het oordeel van de kantonrechter niet nodig [gedaagde sub 2] c.s. hiervoor in rechte te betrekken. Om deze reden is de kantonrechter van oordeel dat de buitengerechtelijke incassokosten niet in redelijkheid door Eneco zijn gemaakt. Deze dienen dan ook voor rekening van Eneco te blijven. De vordering van Eneco zal daarom worden afgewezen.
Eneco wordt veroordeeld in de proceskosten
2.7.
Eneco moet als verliezende partij de proceskosten (inclusief nakosten) van [gedaagde sub 2] c.s. betalen. In zaken waarin een partij in persoon (zonder gemachtigde) procedeert is het uitgangspunt dat een bedrag aan verletkosten wordt toegewezen van € 50,00 per keer dat [gedaagde sub 2] c.s. naar een zitting is gekomen. [1] De kantonrechter zal Eneco veroordelen om € 50,00 aan proceskosten aan [gedaagde sub 2] c.s. te betalen.
3. De beslissing
De kantonrechter
3.1.
wijst de vorderingen van Eneco af;
3.2.
veroordeelt Eneco in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Eneco niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2024.

Voetnoten

1.Conform het besluit van het LOVCK van 6 februari 2023.