In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 16 augustus 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar verweerder had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 14 maart 2023 bezwaar gemaakt, maar pas op 26 juli 2024 diende verweerder een verweerschrift in. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres terecht beroep had ingesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen op het bezwaar van eiseres. Indien verweerder deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 51,- terugbetalen. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten op bezwaar vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.