ECLI:NL:RBMNE:2024:5345
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht en ontbreken van ondertekening
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep dat door eiser was ingesteld op 17 november 2023. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet had betaald. Dit griffierecht is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft eiser op 3 januari 2024 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Deze brief is op 5 januari 2024 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser het beroepschrift niet persoonlijk heeft ondertekend en geen kopie van het besluit heeft overgelegd. Eiser is op 23 februari 2024 in de gelegenheid gesteld om deze gebreken te herstellen, met een deadline van 22 maart 2024. Deze brief is op 24 februari 2024 bezorgd, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Gezien het ontbreken van betaling van het griffierecht en de andere tekortkomingen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb.
De rechtbank heeft in haar beslissing geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.