ECLI:NL:RBMNE:2024:5344
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht behandeld. Eiser heeft op 11 februari 2024 beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat op 20 december 2023 is genomen. De rechtbank stelt vast dat het beroep te laat is ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van beroep zes weken na bekendmaking van het besluit is. Het besluit werd bekendgemaakt op 24 december 2023, waardoor het beroepschrift uiterlijk op 4 februari 2024 ontvangen had moeten zijn. De rechtbank ontving het beroepschrift echter pas op 11 februari 2024, wat betekent dat het beroep niet tijdig is ingediend.
De rechtbank heeft eiser in de gelegenheid gesteld om te verklaren waarom het beroep na de termijn is ingediend, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Gezien het feit dat er geen geldige redenen zijn aangevoerd voor de te late indiening, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank besluit dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden, aangezien het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld. De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren en is openbaar uitgesproken op 26 augustus 2024.