In deze zaak heeft eiser op 19 maart 2024 beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek om het openbaar maken van ingediende zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan ‘Tweede herziening Landelijk gebied’, op grond van de Wet open overheid (Woo). Eiser had zijn verzoek ingediend op 16 november 2023, waar verweerder binnen vier weken op had moeten beslissen, maar dit is niet gebeurd. Eiser heeft verweerder op 24 februari 2024 in gebreke gesteld, waarna hij beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder nog geen nieuw besluit heeft genomen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen twee weken na deze uitspraak een besluit moet nemen. Verweerder had verzocht om een langere beslistermijn tot 24 september 2024, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van verweerder geen bijzonder geval vormen dat een langere termijn rechtvaardigt. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen de gestelde termijn alsnog een besluit bekend te maken. Tevens moet verweerder het griffierecht van € 187,- aan eiser vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, en is openbaar uitgesproken op 27 augustus 2024.