In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 27 augustus 2024, wordt het beroep van eiser behandeld dat is ingesteld op 2 juli 2024. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat op 14 april 2023 is genomen met betrekking tot de toekenning van een WIA-uitkering. Eiser heeft zijn bezwaar op 23 mei 2023 ingediend, maar verweerder heeft niet tijdig beslist. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser op 24 januari 2024 verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog binnen vier weken na de uitspraak een beslissing moet nemen op het bezwaar van eiser. Tevens wordt verweerder verplicht een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder.