ECLI:NL:RBMNE:2024:5327
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken beroepsgronden
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 22 augustus 2024, wordt het beroep van eiser, ingesteld op 8 april 2024 tegen een besluit van 8 maart 2024, niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser het griffierecht van € 51,- niet heeft betaald, wat een vereiste is voor de behandeling van het beroep. De rechtbank heeft eiser op 19 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 22 mei 2024 voor ontvangst getekend, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank.
Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat eiser niet het volledige besluit heeft ingediend en geen beroepsgronden heeft aangegeven. Eiser heeft op 16 mei 2024 een aangetekende brief ontvangen waarin hij werd verzocht om deze gebreken voor 13 juni 2024 te herstellen, maar hij heeft hierop niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier heeft de beslissing vastgelegd. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.