ECLI:NL:RBMNE:2024:5284

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 september 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
11265255
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over medewerking huurder aan inspectie woning en tijdelijke ontruiming wegens stankoverlast

In deze zaak heeft de stichting De Alliantie, als eisende partij, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde huurder vanwege stankoverlast in de huurwoning. De gedaagde, die in een appartementencomplex woont, heeft geweigerd medewerking te verlenen aan inspecties en werkzaamheden die nodig zijn om de stankoverlast, die door andere huurders als zeer hinderlijk wordt ervaren, te verhelpen. De Alliantie heeft herhaaldelijk geprobeerd contact op te nemen met de gedaagde om de woning te inspecteren, maar de gedaagde heeft dit contact afgehouden en geweigerd toegang te verlenen.

De kantonrechter heeft op 6 september 2024 geoordeeld dat er een spoedeisend belang is bij de vorderingen van de Alliantie. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde verplicht is om medewerking te verlenen aan de inspectie van de woning en aan de noodzakelijke werkzaamheden om de stankoverlast op te lossen. De kantonrechter heeft de gedaagde bevolen om op 26 september 2024 de medewerkers van de Alliantie in haar woning toe te laten voor inspectie en werkzaamheden. Indien de gedaagde niet meewerkt, kan zij tijdelijk en gedeeltelijk worden ontruimd.

Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de Alliantie, die zijn begroot op € 944,72. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de Alliantie het vonnis direct kan uitvoeren als de gedaagde niet aan de verplichtingen voldoet. De rechter heeft benadrukt dat het belang van de Alliantie om de stankoverlast op te lossen zwaarder weegt dan het belang van de gedaagde om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 11265255 \ AV EXPL 24-29
Vonnis in kort geding van 6 september 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING DE ALLIANTIE,
statutair gevestigd te Hilversum,
eisende partij,
hierna te noemen: de Alliantie,
gemachtigde: mr. K. Sluijs,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J.A. Spigt.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 augustus 2024
- de mondelinge behandeling van 29 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Op 29 augustus 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens de Alliantie zijn verschenen mr. Sluijs, bedrijfsjurist, en mevrouw [A] , medewerker zorg en overlast. [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door mr. Spigt, haar gemachtigde. Aan het einde van de zitting heeft de kantonrechter bepaald dat binnen twee weken een vonnis wordt gegeven.

2.Waar de zaak over gaat

2.1.
[gedaagde] huurt van de Alliantie een woning, aan de [adres]
[adres] in [plaats] (hierna genoemd: de woning). De afspraken over de huur zijn vastgelegd in een schriftelijke huurovereenkomst en de algemene voorwaarden van de Alliantie. De woning bevindt zich in een appartementencomplex. [gedaagde] deelt met andere huurders van het complex de gang.
2.2.
De Alliantie heeft van enkele huurders die dichtbij [gedaagde] wonen, klachten gekregen over een sterke stank die uit de woning van [gedaagde] komt. Volgens deze huurders stinkt het erg naar kattenurine en kan je de stank ook beschrijven als een sterke ammoniak-lucht.
2.3.
De Alliantie heeft daarom herhaaldelijk geprobeerd met [gedaagde] in contact te komen, om de woning te kunnen inspecteren en te bepalen wat nodig is om de stank weg te nemen. [gedaagde] heeft dit contact afgehouden en heeft geweigerd de medewerker van de Alliantie in haar woning toe te laten. Volgens [gedaagde] komt de stank bij haar overbuurman vandaan.

3.De vordering en de onderbouwing daarvan

3.1.
De Alliantie vordert, samengevat:
1. medewerking aan inspectie van de woning en de werkzaamheden om de stankoverlast te verhelpen;
2. als [gedaagde] na het vonnis niet meewerkt aan deze inspectie en werkzaamheden, de tijdelijke en gedeeltelijke ontruiming van de woning om de oorzaak van de stankoverlast weg te nemen;
3. betaling van de kosten van de procedure.
3.2.
De Alliantie stelt ter onderbouwing van haar vorderingen dat [gedaagde] de verhuurder gelegenheid moet geven om dringende werkzaamheden aan de woning te laten uitvoeren. Door geen medewerking te verlenen aan de werkzaamheden die niet uitgesteld kunnen worden, schiet [gedaagde] tekort in het nakomen van haar verplichtingen op grond van de huurovereenkomst en de wet. [gedaagde] handelt daarmee ook in strijd met de wettelijke verplichting om zich als goed huurder te gedragen. Omdat [gedaagde] niet meewerkt aan dringende werkzaamheden aan de woning, is de Alliantie gedwongen om [gedaagde] daartoe te verplichten door een vonnis van de kantonrechter.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] is bereid om de Alliantie toe te laten in haar woning voor een inspectie, maar zij heeft eerst tijd nodig om de woning op te ruimen en schoon te maken.

4.Wat vindt de kantonrechter?

de zaak is spoedeisend
4.1.
De Alliantie heeft voldoende onderbouwd dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. De Alliantie wil het probleem van de stankoverlast oplossen voor haar andere huurders die last hebben van de stank en zij wil verdere beschadiging van de woning voorkomen. Ook maakt de Alliantie kosten voor luchtbehandelingsapparaten die zij op de gemeenschappelijke gang heeft geplaatst om de lucht verfrissen.
toetsingskader
4.2.
De kantonrechter kan in kort geding de vorderingen tot medewerking aan inspectie en werkzaamheden in de woning en tot ontruiming van de woning alleen toewijzen als voldoende aannemelijk is dat in een latere procedure de bodemrechter de vorderingen ook toewijst en als van de eisende partij niet kan worden verwacht dat zij eerst de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
er is een dringende reden om de woning te onderzoeken en werkzaamheden in de woning te verrichten
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] moet meewerken aan een inspectie van de woning en aan werkzaamheden in de woning om de oorzaak van de stankoverlast weg te nemen. De Alliantie heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat in het appartementencomplex rond de woning van [gedaagde] ernstige stankoverlast is, en dat het nodig is om de woning van [gedaagde] van binnen te bekijken om de mogelijke oorzaak van de stank te vinden. Dit zijn dringende werkzaamheden, waaraan [gedaagde] als goed huurder verplicht is om mee te werken. [gedaagde] heeft tijdens de zitting verklaard dat zij de Alliantie in haar woning zal toelaten voor een onderzoek en werkzaamheden om de oorzaak van de stankoverlast weg te nemen. De Alliantie en [gedaagde] hebben daarna afgesproken dat [gedaagde] de medewerkers van de Alliantie (mevrouw [A] en een technisch medewerker) op 26 september 2024 in haar woning zal toelaten. De medewerkers van de Alliantie zullen dan in de woning van [gedaagde] een onderzoek doen naar de oorzaak van de stankoverlast. Als de oorzaak van de stankoverlast in de woning wordt gevonden, zal de Alliantie werkzaamheden in de woning verrichten om de stankoverlast weg te nemen. Omdat nu nog niet duidelijk is wat moet gebeuren om de stank op te lossen, heeft de Alliantie waarschijnlijk meer tijd nodig om in de woning werkzaamheden te verrichten. De Alliantie heeft tijdens de zitting gezegd dat zij of het bedrijf dat zij daarvoor moet inschakelen, maximaal twee weken nodig heeft om de oorzaak van de stank in de woning te kunnen oplossen.
4.4.
Omdat er een dringende reden is de woning te onderzoeken en werkzaamheden in de woning te verrichten, zal de kantonrechter de vordering van de Alliantie dat [gedaagde] hieraan moet meewerken, toewijzen. Dat betekent dat [gedaagde] de Alliantie op 26 september 2024 moet toelaten in haar woning voor een inspectie en voor het verrichten van werkzaamheden om de stankoverlast op te lossen. Als de Alliantie de werkzaamheden op 26 september 2024 niet kan afronden en daarvoor meer tijd nodig heeft, moet [gedaagde] de Alliantie nog maximaal twee weken toelaten in de woning, tot uiterlijk 11 oktober 2024. Tijdens de zitting heeft de Alliantie toegezegd dat zij het tijdstip waarop de inspectie op 26 september 2024 plaatsvindt, zo snel mogelijk zal doorgeven aan [gedaagde] .
als [gedaagde] niet meewerkt aan de inspectie en werkzaamheden, moet zij de woning tijdelijk ontruimen en verlaten
4.5.
De Alliantie heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat als [gedaagde] niet meewerkt aan de inspectie en/of de werkzaamheden in de woning door de Alliantie, het nodig is dat [gedaagde] verplicht wordt de woning tijdelijk en gedeeltelijk te ontruimen en te verlaten, zodat de Alliantie de inspectie van de woning toch kan uitvoeren en de werkzaamheden kan (laten) verrichten, om de oorzaak van de stankoverlast op te lossen. Ook hiervoor geldt dat de ontruiming van de woning door [gedaagde] maximaal twee weken mag duren. Als de werkzaamheden eerder klaar zijn, mag [gedaagde] eerder terugkeren naar de woning. Omdat [gedaagde] bereid is de Alliantie toe te laten in haar woning voor een inspectie en voor werkzaamheden om de stankoverlast op te lossen, gaat de kantonrechter ervan uit dat het niet zover hoeft te komen dat [gedaagde] de woning gedwongen tijdelijk moet verlaten. De kantonrechter zal [gedaagde] hiertoe wel veroordelen, maar alleen voor het geval dat zij toch niet goed meewerkt aan de inspectie en werkzaamheden in de woning. Het is dus ook in het belang van [gedaagde] dat zij hieraan wel goed meewerkt.
proceskosten
4.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de Alliantie worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
136,72
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
944,72
uitvoerbaar bij voorraad
4.7.
De Alliantie heeft gevraagd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren en dit te motiveren. Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de Alliantie het vonnis direct kan (laten) uitvoeren als [gedaagde] niet (volledig) aan het vonnis voldoet. [gedaagde] kan dus niet wachten met voldoen aan het vonnis (het medewerking verlenen aan de inspectie en werkzaamheden in de woning) in de periode dat tegen het vonnis nog hoger beroep mogelijk is of als zij hoger beroep heeft ingesteld en nog niet op dat hoger beroep is beslist. Het uitgangspunt is dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als de belangen van [gedaagde] om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten zwaarder wegen dan de belangen van de Alliantie om direct het vonnis te kunnen laten uitvoeren. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval het belang van de Alliantie om de oorzaak van de stankoverlast te vinden en de stankoverlast op te lossen zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde] bij haar ongestoorde woongenot om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten. Daarom zal het vonnis volgens het uitgangspunt uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
beveelt [gedaagde]
vanaf donderdag 26 september 2024 gedurende maximaal veertien dagen, tot en met uiterlijk donderdag 10 oktober 2024, medewerking te verlenen aan het uitvoeren van dringende werkzaamheden (het uitvoeren van een inspectie van de woning) aan de [adres] te [plaats] en alle werkzaamheden die daarvoor nodig zijn, om de stankoverlast te verhelpen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] - indien zij niet binnen drie dagen na betekening van dit vonnis aan de hiervoor onder punt 5.1. vermelde verplichting heeft voldaan -, om de woning aan de [adres] te [plaats] tijdelijk en gedeeltelijk te ontruimen en te verlaten, met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en zaken en door overgave van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van de Alliantie te stellen, voor de duur van maximaal veertien dagen en voor zover als dat voor de Alliantie en de door haar ingeschakelde derden noodzakelijk is om de werkzaamheden te verrichten in of aan de woning, inhoudende het wegnemen van de bron van de stankoverlast en alle daarvoor benodigde werkzaamheden,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 944,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G. Nicholson en in het openbaar uitgesproken op
6 september 2024.
40160