Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna: de GI,
1.De procedure
- het verzoekschrift van de Raad (met bijlagen), binnengekomen op 1 maart 2024;
- de brief van [minderjarige 1] aan de Raad, binnengekomen op 25 april 2024;
- het verweerschrift van de vader van 24 juni 2024 (met bijlagen);
- de brief van oma moederszijde van 26 juni 2024 met daarin een verzoek.
- de moeder (via Teams) en haar advocaat;
- de vader en zijn advocaat;
- oma moederszijde, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [A] namens de Raad;
- mevrouw [B] en mevrouw [C] namens de GI.
2.Waar de procedure over gaat
3.De beoordeling
[minderjarige 1]is gediagnostiseerd met PTSS (posttraumatische stressstoornis) en ASS (autisme spectrum stoornis). [minderjarige 1] lijkt met momenten overspoeld te worden door gevoelens van verdriet en gemis, wat zich uit in ‘boze buien’. Hij geeft aan dat hij zich in de steek gelaten voelt door zijn ouders. Sinds kort probeert [minderjarige 1] weer hele dagen naar school te gaan, dat lukte eerst niet. [minderjarige 1] kreeg EMDR-therapie bij [instelling] , maar daar is hij sinds kort mee gestopt omdat zijn hoofd hierdoor te vol zat.
[minderjarige 2]is ook gediagnostiseerd met PTSS en tijdens het NIKA-traject in 2019 werden bij haar signalen gezien van een angstig-ambivalente gehechtheidsstijl. [minderjarige 2] had veel last van nachtmerries, maar dat gaat nu beter. Bij
[minderjarige 3]zijn signalen gezien van een onveilige vermijdende gehechtheidsstijl. [minderjarige 3] vindt zijn leven niet zo leuk. Dit is erg zorgelijk voor een zevenjarige jongen, die onbezorgd hoort te zijn. [minderjarige 3] vertelt dat hij wordt gepest op school. Daarnaast raakt hij snel overprikkeld en kan hij verdrietig zijn.
De moederwoont sinds 2018 in [land] en heeft daar een nieuw leven opgebouwd. De moeder is niet van plan om nog terug te verhuizen naar Nederland. Dat betekent dat de kinderen niet meer bij haar kunnen wonen. Zij heeft door haar verblijf in [land] , op grote afstand van de kinderen, onvoldoende zicht op wat de kinderen nodig hebben. De moeder sluit wel digitaal aan bij evaluaties en ze werkt belangrijke beslissingen niet tegen, maar ze lijkt zich hier niet actief in te mengen. Daar komt bij dat beslissingen soms vertraging oplopen vanwege de grote afstand. De moeder geeft zelf ook aan dat zij op dit moment geen uitvoering geeft aan haar gezag.
De vaderkan ook niet meer voor de kinderen zorgen. Er is hulpverlening ingezet om het contact tussen de vader en de kinderen te verbeteren, maar in de afgelopen jaren is de situatie alleen maar verslechterd. Er bestaat bij de kinderen een grote angst voor de vader en het is nog niet gelukt om deze angst weg te nemen. Er is nu geen enkel contact tussen de vader en de kinderen en de verwachting is niet dat dit op korte termijn zal veranderen. Omdat er geen contact is tussen de vader en de kinderen, heeft ook hij onvoldoende zicht op wat de kinderen nodig hebben. Daar komt bij dat het voor de kinderen nu belastend is dat de vader gezag heeft en beslissingen over hen mag nemen. De rechtbank hoopt dat een gezagsbeëindiging voor rust gaat zorgen bij de kinderen.