Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van de moeder (met bijlagen), binnengekomen op 13 mei 2024;
- het bericht van de moeder van 31 mei 2024 met bijlagen.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 augustus 2024 een beschikking gegeven in een familierechtelijke procedure betreffende het gezag over een minderjarige. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. F.J. Sol, heeft verzocht om alleen met het gezag over haar zoon, geboren in 2022, te worden belast. De vader, die op een onbekend adres verblijft en geen bijdrage levert aan de opvoeding, is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader wel correct is opgeroepen en op de hoogte was van de zitting.
De rechtbank heeft in haar beoordeling het spoedeisend belang van de zaak onderkend, aangezien de ondertoezichtstelling van de minderjarige binnen vijf dagen zou aflopen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de moeder feitelijk al alleen het gezag over de minderjarige uitoefent, omdat de vader al geruime tijd niet betrokken is bij het leven van het kind. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder toegewezen en haar met het eenhoofdige gezag over de minderjarige belast. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als de vader in hoger beroep gaat.
De rechtbank heeft benadrukt dat de beëindiging van het gezag van de vader niet betekent dat er in de toekomst geen omgang kan zijn tussen de vader en de minderjarige, mits de vader zijn problemen oplost en weer in beeld komt. De moeder heeft aangegeven bereid te zijn om in de toekomst afspraken te maken over contact tussen de vader en de minderjarige, indien de omstandigheden dit toelaten.