4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt op grond van de hierna uitgewerkte bewijsmiddelen tot een bewezenverklaring van het feit en legt hierna uit waarom.
Een proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden met [slachtoffer] , genummerd PL0900-2021156806-2 van 27 mei 2021, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Gisteravond, 20 mei 2021 rond 23.00 uur werd er gebeld. Plotseling stond [verdachte] , haar (ex) zwager, bij haar in huis. Hij wilde seks met haar, hij ritste zijn broek open en penetreerde haar voor. Ze heeft gezegd dat het pijn deed en dat ze niet wilde. Hij heeft gezegd "laat me mijn ding doen dan ben ik weg”.Terwijl zij op de bank zat trok hij de legging en onderbroek naar beneden. Hij heeft haar op de bank geduwd, ze kon geen kant uit. Hij is groter/overweldigend.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , genummerd PL0900-2021156806-7 van 1 juni 2021, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
V: Waar heeft dit strafbare feit plaatsgevonden?
A: Bij mij thuis, in [woonplaats] .
Ik hoorde de deur opengaan en de enige die mijn sleutel heeft is [getuige]
(de rechtbank begrijpt [getuige] , de zus van [slachtoffer] en (ex-)echtgenoot van verdachte).Ineens stond hij voor mij. Hij deed de rits van zijn broek naar beneden.
Een paar dagen later, toen ik mijn lijf weer begon te voelen, bleek ik twee blauwe
plekken op mijn bovenarmen te hebben en zag ik dat mijn nagels waren afgebroken.
Hij zei: “sta op!” en hij trok mij van de bank. Hij trok me naar de vide. Toen ik dat doorkreeg heb ik mij heel erg verzet. Ik zei: “dat wil ik niet, dat wil ik niet!”Hij trok mij weer terug en gooide mij op de bank. En toen is hij in mij gegaan. Ik riep sowieso al de hele tijd au want het deed pijn. Toen hij anaal wilde zei ik: “nee, niet doen, auw!”. Hij is naar voren gegaan, ik bedoel weer naar vaginaal. Ik ben rond 05.00 uur
(de rechtbank begrijpt op 21 mei 2021)weer wakker geworden. Ik heb [getuige] toen geappt.(…)
Hij heeft mij ook onder mijn kleding op mijn borst betast.
V: Wat deed hij met zijn hand?
A: Vooral knijpen.
Als bijlage bij voornoemde aangifte een WhatsApp-gesprek met [getuige]
21 mei 2021 05:01Salam [getuige] . Hier een noodoproep,
ik moet je spreken, zo snel mgl.
Schrik niet. ik ben verkracht door die
kut [verdachte] . Ik wil hem niet jouw ex noemen,
want zelfs de term ex van jouw verdient hij niet.
Een proces-verbaal van het verhoor van getuige [getuige] bij de rechter-commissaris d.d. 8 mei 2024, opgemaakt door de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van deze getuige:
Waar bewaarde je de sleutel van het appartement van [slachtoffer] ?
In mijn schoudertas in het zijvakje.
Op 21 mei kreeg ik een appje over wat er gebeurd was. Toen ik thuis was, keek ik of de sleutel in mijn tas zat. Ik zag dat de sleutel er niet in zat.
Een proces-verbaal van forensisch onderzoek persoon [slachtoffer] , genummerd PL0900-2021156806-3, van 23 mei 2021, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Tijdens het onderzoek hebben wij de plaatsen waar mogelijk nog DNA van de dader achtergebleven zouden kunnen zijn met steriele wattenstaafjes uit de zedenset middels de double swap methode veiliggesteld.
De sporen op hals (spoornummer 1, nat en 2, droog), borst links (spoornummer 3, nat en 4, droog), borst rechts (spoornummer 5, nat en 6, droog), diep vaginaal (spoornummer 7) zijn veiliggesteld.
Biologisch spoor: PL0900/2021156806-166355
SIN: ZAAD2496NL
Spooromschrijving: Sperma
Wijze veiligstellen: Zedenkit.
Een geschrift, te weten een afschrift van een deskundigenrapportage, forensisch DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute van 14 oktober 2021, opgemaakt door R.G. Kwekkeboom, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Het DNA-profiel van verdachte [verdachte] , [1983] (RABQ4839NL, SKN 10403704), dient vergeleken te worden met de DNA-profielen verkregen van het sporenmateriaal.
Ontvangen sporenmateriaal: zedenkit Slachtoffer [slachtoffer] SIN ZAAD2496NL.De bemonsteringen nat en droog zijn samengevoegd ten behoeve van het DNA-onderzoek.
Interpretatie DNA-resultaten
bemonstering
DNA profiel
Mogelijk donor van celmateriaal
Hals
ZAAD2496NL#01
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van twee donoren, van wie zeker één man.
Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel van een persoon.
Slachtoffer [slachtoffer] en verdachte [verdachte] kunnen donor zijn van celmateriaal*.
Linkerborst
ZAAD2496NL#02
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van twee donoren, van wie zeker één man.
Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel van een persoon.
Slachtoffer [slachtoffer] en verdachte [verdachte]
kunnen donor zijn van
celmateriaal*.
Rechterborst
ZAAD2496NL#03
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van twee donoren, van wie zeker één man.
Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel van een persoon.
Slachtoffer [slachtoffer] en verdachte [verdachte]
kunnen donor zijn van
celmateriaal*
Diep vaginaal
spermafractie
ZAAD2496NL#04
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van twee
donoren, van wie zeker één man.
Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel van een persoon.
Slachtoffer [slachtoffer] en
verdachte [verdachte]
kunnen donor zijn van
celmateriaal.
Zie 5. Berekening van de
bewijskracht donorschap
*: een berekening van de bewijskracht van mogelijk donorschap is vooralsnog niet uitgevoerd. Zonder deze kan geen bewijswaarde verbonden worden aan het mogelijke donorschap. Mogelijk dat aanvullend onderzoek nodig is voor de berekening.
5. Berekening van de bewijskracht donorschapOm een uitspraak te doen over het mogelijke donorschap van celmateriaal van verdachte [verdachte] in de bemonstering diep vaginaal spermafractie ZAAD2496NL#04 is de likelihood -ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering bevat DNA van slachtoffer [slachtoffer] en verdachte [verdachte] .
Hypothese 2: de bemonstering bevat DNA van slachtoffer [slachtoffer] en een onbekende, niet verwante persoon.
De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is (likelihood ratio interval >1.000.000).
Bruikbaarheid aangifte
Het scenario van het Openbaar Ministerie is onder meer gebaseerd op de aangifte. De rechtbank acht deze verklaring betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
De rechtbank constateert dat de aangifte kan worden aangemerkt als een belastende verklaring en de verdediging door het overlijden van aangeefster niet in de gelegenheid is geweest om aangeefster te ondervragen. Er is daarmee echter geen sprake van schending van het recht op een eerlijk proces, aangezien er een goede reden was om getuige niet te horen (zij was immers overleden) en de bewezenverklaring niet uitsluitend of in beslissende mate op de verklaring van aangeefster berust.
De rechtbank is van oordeel dat de aangifte steun vindt in andere bewijsmiddelen. Zo volgt uit het DNA-onderzoek dat bij aangeefster diep vaginaal het DNA van verdachte is aangetroffen. Daarnaast heeft aangeefster in de nacht van 20 op 21 mei 2021 een WhatsApp-bericht aan haar zus gestuurd waarin aangeefster schrijft verkracht te zijn door ‘ [verdachte] ’, de ex van haar zus [getuige]
(de rechtbank begrijpt dat aangeefster daarmee verdachte heeft bedoeld).
De rechtbank acht deze verklaring, in samenhang met het overige bewijsmateriaal en in het licht van de betwisting door de verdachte, voldoende betrouwbaar.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de verdediging voldoende is gecompenseerd voor het niet kunnen horen van aangeefster. De verdediging heeft immers de mogelijkheid gehad de zus van aangeefster, [getuige] , bij de rechter-commissaris te horen en zij heeft de vragen die de verdediging had, beantwoord.
Bewijs van verkrachting
De rechtbank ziet in de redengevende feiten en omstandigheden uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen voldoende bewijs voor de tenlastegelegde verkrachting; verdachte is de woning van aangeefster binnengegaan door zonder toestemming de sleutel uit de tas van zijn (ex-)vrouw te pakken en die te gebruiken. Nadat hij plotseling in de woning voor aangeefster stond heeft hij haar op de bank gegooid en verkracht.
Voor een bewezenverklaring van dwang in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht is vereist dat een verdachte opzettelijk heeft veroorzaakt dat een slachtoffer het seksueel binnendringen van het lichaam tegen zijn of haar wil heeft ondergaan en dat die dwang heeft plaatsgevonden door middel van geweld of een andere feitelijkheid, dan wel bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid. Dat het slachtoffer zich heeft verzet, is niet vereist.
In de aangifte heeft aangeefster beschreven dat verdachte haar legging en onderbroek naar beneden trok. Verdachte zei “sta op” tegen aangeefster en hij trok haar van de bank. Verdachte trok haar naar de vide, maar doordat aangeefster zich hevig verzette trok hij haar weer terug en gooide hij haar op de bank. Zodra aangeefster probeerde op te staan, pakte verdachte haar beet. Aangeefster zei: “dat wil ik niet, dat wil ik niet!” Aangeefster heeft telkens “au” gezegd. Ook riep ze: “nee, niet doen, auw”.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van dwang. Door te handelen zoals hierboven beschreven heeft verdachte opzettelijk veroorzaakt dat aangeefster de seksuele handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. Mede door het fysieke overwicht van verdachte en het geweld heeft aangeefster zich niet kunnen onttrekken aan de situatie.
Alternatief scenario
Het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, namelijk dat op een andere wijze het sperma van verdachte in de vagina van aangeefster is geraakt, is mede in het licht van de voorgenoemde bewijsmiddelen, niet aannemelijk geworden. Daarnaast heeft verdachte pas ter terechtzitting dit scenario geschetst; in een eerder stadium bij de politie heeft hij hier niets over verklaard. Het verweer van de verdediging wordt verworpen.
Conclusie
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 20 mei 2021 tot en met 21 mei 2021 aangeefster heeft verkracht, zoals hierna zal worden bewezenverklaard.