Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.1. Stichting Aeres Groep, uit Ede
2.Stichting Bezwaar Wooncomplex Verslaafden Almere Poort, uit Almere
[vergunninghoudster] B.V.uit [vestigingsplaats] (vergunninghoudster).
Rechtbank Midden-Nederland
Op 30 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaken UTR 24/5527 en UTR 24/5541, waarin verzoeksters, Stichting Aeres Groep en Stichting Bezwaar Wooncomplex Verslaafden Almere Poort, een voorlopige voorziening vroegen tegen de omgevingsvergunning van 12 juli 2024. Deze vergunning betreft het in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van een perceel in Almere Poort voor de bouw van 36 eenheden voor beschermd wonen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de verzoeken kennelijk ongegrond zijn en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter stelt vast dat de omgevingsvergunning enkel is verleend voor het gebruik van het perceel en niet voor de bouwactiviteit zelf. Voor de bouw van de beschermde wooneenheden is een aparte omgevingsvergunning vereist, die naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 zal worden aangevraagd. De voorzieningenrechter wijst erop dat de huidige omgevingsvergunning is verleend op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die op 1 januari 2024 is ingetrokken, maar nog van toepassing is op het beroep tegen de vergunning vanwege overgangsrecht.
De voorzieningenrechter concludeert dat zolang de bruidsschat in het omgevingsplan niet is gewijzigd of er geen omgevingsvergunning voor de bouw is verleend, er geen sprake is van een spoedeisende situatie die een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De verzoeken worden afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.