ECLI:NL:RBMNE:2024:5206

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
30 augustus 2024
Zaaknummer
16.157887.24
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens kraken en onrechtmatige ontruiming

Op 30 augustus 2024 heeft de politierechter van de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die op 11 mei 2024 te [plaats] wederrechtelijk een woning en/of gebouw aan [adres] is binnengedrongen en aldaar heeft vertoefd. Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 augustus 2024. De politierechter heeft bepaald dat schriftelijk vonnis wordt gewezen. De officier van justitie achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat hij bevoegd is tot kennisneming van het ten laste gelegde en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

De politierechter heeft het standpunt van de officier van justitie gevolgd en achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van kraken. De verdachte heeft samen met anderen wederrechtelijk een pand betreden, waar zij zich met lock-ons hadden vastgemaakt, wat heeft geleid tot schade aan het pand en overlast voor de omgeving. De politierechter heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en het gebrek aan informatie over de persoon van de verdachte. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Tevens is bepaald dat het inbeslaggenomen spandoek wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.157887.24
Vonnis van de politierechter van 30 augustus 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 augustus 2024.
De politierechter heeft bepaald dat schriftelijk vonnis wordt gewezen.

2.TENLASTELEGGING

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks
11 mei 2024 te [plaats], tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, in de
woning en/of het gebouw, gelegen aan de
[adres], waarvan het gebruik door de rechthebbende was beëindigd
wederrechtelijk is binnengedrongen en/of wederrechtelijk aldaar heeft vertoefd;

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de politierechter is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Bewijsmiddelen
P.M (deze bewijsmiddelen zullen – verder- worden uitgewerkt bij een eventueel appel)

5.BEWEZENVERKLARING

De politierechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op
11 mei 2024 te [plaats]in de
woning en/of het gebouw, gelegen aan de
[adres], waarvan het gebruik door de rechthebbende was beëindigd tezamen en in vereniging met anderen wederrechtelijk is binnengedrongen en wederrechtelijk aldaar heeft vertoefd;

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT/DE FEITEN EN DE VERDACHTE

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op: medeplegen van kraken.
Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte voor het feit uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.OPLEGGING VAN STRAF EN BEOORDELING VAN HET BESLAG

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 4 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van de tijd dat verdachte in verzekering was gesteld.
7.2
Het oordeel van de politierechter
Bij het bepalen van de straf heeft de politierechter rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan. Er is niets bekend over de persoon van de verdachte.
Kraken is een hinderlijk en strafbaar feit, waarbij inbreuk wordt gemaakt op het eigendomsrecht van anderen. Verdachte bevond zich met medeverdachten wederrechtelijk in een pand, waar zij zich met lock-ons hadden vastgemaakt. Er is zelfs noodzakelijkerwijs schade aan het pand toegebracht om hen uiteindelijk los te kunnen maken. Door deze handelwijze heeft verdachte met haar medeverdachten schade en veel overlast veroorzaakt en inzet van politie en de Mobiele Eenheid noodzakelijk gemaakt. Dit past niet bij een eerlijke of oprechte manier van demonstreren om een politiek standpunt kenbaar te maken, zodat er geen reden is om strafmatigend te oordelen.
De verdachte zal conform de eis van de officier van justitie worden veroordeeld tot 4 weken gevangenisstraf waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Er kan niet worden volstaan met een andere straf dan een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf, gelet op de ernst van het feit en het gebrek aan informatie over de persoon van de verdachte.

8.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht, zoals het artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.BESLISSING

De politierechter:
Bewezenverklaring
- verklaart feit 1 bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van de tijd dat de verdachte in verzekering was gesteld.
Beslag
- Bepaalt dat het inbeslaggenomen spandoek wordt bewaard ten behoeve van vn de rechthebbende.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage:
Aan de verdachte wordt tenlastegelegd, dat:
hij op of omstreeks
11 mei 2024 te, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, in de
woning en/of gebouw, gelegen aan de
[adres], waarvan het gebruik door de rechthebbende was beëindigd
wederrechtelijk is binnengedrongen en/of wederrechtelijk aldaar heeft vertoefd;
( art 138a lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 138a lid 3 Wetboek van Strafrecht, art 47
lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )